Een open deur!

Schriftlezing: Johannes 10:7-11 - Colossenzen 4:2-6
Datum: 18 februari 2018
Download PDF


Gemeente van Christus,

1. Gezonden niet uitgenodigd

Ik herinner mij nog goed, dat vlak voordat wij als gezin naar Chili uitgezonden werden, we een A4’tje kregen met daarop de tien geboden voor een zendeling. Veel daarvan ben ik vergeten, maar één ding herinner ik me nog goed. ‘Verwacht niet dat bij aankomst een welkomstcomité op je te wachten staat. Je bent gezonden, niet uitgenodigd’. Ik heb daar nog vaak aan terug moeten denken. Wie uitgezonden wordt, gaat op missie, weet zich geroepen, gaat namens God, en dat is nog wat anders dan dat op de plek waar je gaat komen de vlaggen voor je uithangen en iedereen je welkom heet. Je bent gezonden, niet uitgenodigd. De uitspraak is wat zwart-wit, maar er zit – Gerard en Janneke – wel een kern van waarheid in.

Tegelijk hoop je als zendeling natuurlijk wel dat je een goede en vruchtbare tijd tegemoet gaat. Dat je wat kunt betekenen voor de mensen op de plek waar je wonen gaat; en dat je daar – zoals je verlangen is – iets kunt delen van de liefde van God. Juist op een plek waar heel veel mensen geen enkele notie hebben van wie God is en niet weten wat het christelijk geloof inhoudt. Jullie gaan naar een gebied in Oost-Duitsland, dat als één van de meest atheïstische gebieden ter wereld beschouwd kan worden.

2. Een open deur

Als je daar dan naar toe gaat, wat heb je dan nodig? Waar ga je beginnen? Waar bid je om? Ik denk dat het gebed van Paulus zo gek nog niet is: bid – zegt hij – dat God voor ons de deur van het Woord opent. Paulus bidt om een open deur. Dat is een mooi beeld, waar ons allemaal iets bij kunnen voorstellen. Als de deur openstaat, kun je het huis binnengaan. Een open deur staat voor de mogelijkheid om bij mensen binnen te komen. Daar bidt Paulus om. En ik denk dat niet alleen voor Gerard en Janneke van belang is, maar voor ons allemaal. Als wij in Gouda nadenken over het delen van het evangelie met mensen, in het pastoraat, op een Alpha-cursus, dan kunnen we alleen iets kwijt als mensen er open voor staan. Als de deur van hun hart of de deur van hun huis voor je opengaat. Niet is zo zwaar en frustrerend als een dichte deur, als je merkt dat mensen geen belangstelling hebben of niet op het evangelie zitten te wachten. Als je aanklopt en je tevergeefs weer naar een ander adres moet, dan besef je het weer: je bent geroepen, niet uitgenodigd.

De apostel Paulus heeft dat ook meerdere keren ervaren, dat er voor het evangelie een deur openging. Hij noemt het wel een paar keer in zijn brieven. Als de apostel na zijn eerste zendingsreis terugkeert naar Antiochië, dan vertellen ze de gemeente ‘welke grote dingen God gedaan heeft en hoe Hij voor de heidenen de deur van het geloof geopend had’ (Hand. 14:27). In 1 Korinthe 16: 9 horen we hem zeggen dat God in Efeze een grote en krachtige deur geopend heeft. Kansen en nieuwe mogelijkheden, maar tegelijk – dat voegt Paulus er aan toe – zijn daar ook veel tegenstanders. Het hebben van een open deur wil dus niet zeggen dat alles maar gemakkelijk gaat. Nee, tegenstand en moeilijkheden horen er helaas bij. En ook in Troas heeft God voor hem een deur geopend (2 Kor. 2:12). Troas was de havenstand die toegang gaf tot Europa. Daar was de man en het visioen ‘Kom over en help ons’. Een deur die wijd openging.

3. Gebed als sleutel

Wat is ervoor nodig om deuren open te laten gaan? Wat is de sleutel die een deur laat opengaan? Dat is het gebed! Paulus wijst daar op aan het slot van zijn brief in vers 2. Houd sterk aan in het gebed. Daar zit de ervaring achter dat God de deur – van het hart en het huis van mensen – voor het Woord moet openen. Pas dan kan het Evangelie binnengaan. Pas dan kunnen wij binnenkomen. Bid dat God de deur voor het Woord opent. Achter die woorden zit een hele diepe overtuiging. Namelijk, dat alles start bij het gebed. Het meest wezenlijke van het zendingswerk, waar ook ter wereld, is het gebed. Dat God de harten van mensen voorbereidt; dat Hij levens van mensen aanraakt, zodat ze opengaan, ontvankelijk zijn, voor de boodschap van het evangelie en ook voor de boodschapper.

Het feit dat Paulus de gelovigen aanspoort om waakzaam te zijn en niet te verslappen in het gebed, wijst erop dat hier juist een valkuil ligt. Het risico dat je terugvalt op wat vertrouwd is, wat goed werkt, dat je het doet in eigen kracht, dat je zo druk bent met je roeping, dat je eigen omgang met de Here verschraalt. Wees waakzaam. Zending is in de frontlinie staan. De strijd wordt biddend gestreden!

Het gebed houdt je ook alert en afhankelijk van de Here. Die fijngevoeligheid is belangrijk. Want de deur kan wel openstaan, God kan wel openingen geven, maar als je zelf niet gespitst bent, dan zie je dat niet, dan kun je de gelegenheid missen. Door het gebed scherpt God de bril van het geloof, zodat je gaat zien waar God bezig is, en waar je mag aansluiten of binnengaan. Daarom dus het appèl: houd sterk aan in het gebed, dat God openingen geeft, en dat je zelf alert bent om de open deur te zien.

4. Een open deur bij God

En hoe merk je dat de deur open gaat? Dat merk je als je mensen gaan vragen en je met hen kunt spreken. Als ze je uitnodigen en je iets kunt delen van de hoop die in je leeft.

Paulus wil spreken over het geheimenis van Christus. Dat is een groot thema in de Kolossenzenbrief. Dat gaat over Jezus, in wie God de deur van het heil geopend heeft. Jezus die van Zichzelf zegt in Johannes 10:9: ‘Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden’. God heeft in Zijn Zoon voor zondige mensen de deur naar Zijn Vaderhart geopend. De deur die toegang geeft tot het eeuwige leven en het koninkrijk van God staat open. Dankzij de Here Jezus. Want in zijn leven en sterven heeft Hij de vijandschap die er was tussen God en mens teniet gedaan. Hij heeft de macht van de zonde gebroken. Hij heeft de dood overwonnen.

Ik heb een deur geopend, zegt God, die niemand kan sluiten. Dat is het Evangelie. Van dat geheim mogen wij spreken. Hier in Gouda. Jullie in Schwerin. Er is een Deur die toegang geeft tot een leven met God. Daar mag je mensen voor uitnodigen. Dat is onze roeping. Er is een God die ernaar verlangt om Zijn leven met mensen te delen. De bedoeling is dat we door de deur naar binnengaan en geen buitenstaander blijven. Wij en hopelijk ook de mensen met wie we in contact komen; die hopelijk door ons enthousiast gemaakt worden.

Gerard en Janneke, op een van jullie blogs schrijven jullie dit: ‘Er is bij ons een verlangen gegroeid om ons leven te willen gaan delen met de mensen in de stad Schwerin. We willen er letterlijk ZIJN voor mensen die geen idee hebben wie God is. Door relaties op te bouwen en deel uit te maken van hun leefwereld, hopen we dat we iets mogen gaan doorgeven van de hoop die in ons is en mensen in contact te brengen met God en met het leven met Hem. … Omdat we geloven dat Hij een boodschap van redding heeft voor mensen die hopeloos zijn, omdat ze niet kunnen meekomen met het kapitalisme en geen toekomst meer zien.’

Dat is prachtig. Dat zijn mooie woorden, maar hoe ziet dat eruit in de praktijk en wat zegt dat over je houding? Daar zegt Paulus ook wat over in de verzen 5-6.

5. Wat is je houding?

Als de deur opengaat, hoe ga je dan naar binnen? Je valt niet gelijk met de deur in huis. Paulus geeft drie adviezen.

a. Wandel met wijsheid

Paulus zegt in vers 5: ‘wandel met wijsheid bij hen die buiten staan.’ Het Griekse woord peripateo betekent zoiets als rondwandelen. Hoe kun je het evangelie met mensen delen? Ga wandelen met mensen. Dat is: ga met ze op weg. Investeer in ze. Bouw een relatie met ze op. Neem de tijd voor ze. Het delen van het evangelie is een proces. Heeft alles te maken met het opbouwen van een relatie. En doe dat met wijsheid. Dat betekent: wees gevoelig voor wat er in de ander omgaat. Betrokken op wat er in zijn of haar leven speelt, welke vragen iemand heeft. Geef geen antwoorden op vragen die mensen niet stellen. Daar is wijsheid voor nodig. Het tweede is

b. Let op de geschikte tijd

Niet iedereen is er altijd ontvankelijk voor. Je moet je tijd weten af te wachten. God geeft immers openingen. Paulus zegt: koop de tijd uit. En voor tijd gebruikt hij het woord ‘kairos’, dat is het juiste ogenblik. Wees gevoelig voor de momenten waarop God de deur opendoet. Hij moet bezig zijn in het leven van die ander.

Hoe weet je dat de Here God bezig is? Als je concreet voor iemand hebt gebeden, om openingen, dan mag je verwachten dat er wat gaat gebeuren. Je weet niet wanneer. Soms moet je wat langer er voor bidden. Maar er komt een moment, een opening. Hoe merk je dat? Als mensen gaan vragen. Vragen aan je stellen over wat je beweegt of gelooft. Dat zijn momenten waarop je alert moet zijn.

Paulus doelt daar op, in het slot van vers 6: ‘opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden’. Let op dat woordje ‘antwoorden’. Dat betekent dat iemand begint met aan je vragen te stellen. Vragen die misschien opgeroepen worden door hoe je leeft of door wat je gezegd hebt. Als mensen geen vragen stellen, dat zit de deur dus nog dicht. Dan zijn ze nog niet aan het zoeken. Dan is het zaak te volharden in het gebed. Maar als ze vragen, dan is er openheid. Benut die momenten dan ook, zegt Paulus. Spreek dan vrijmoedig van de hoop die in je is. Koester die momenten. Loop met mensen op, in belangeloze liefde, en wacht biddend op openingen. Ze zullen er komen. Want God waakt over Zijn Woord.

c. Spreek met aangename woorden

En dan tot slot. Paulus voegt er aan toe: laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt. Letterlijk staat er voor aangenaam het woord genade. Gracieus. Laten je woorden doorspekt zijn van genade. Dat wil zeggen: gunnend en liefdevol. Net als Jezus. Die was vol van genade en waarheid. Genade die ook wijzelf zo nodig hebben. De Here God heeft geduld gehad met ons. Laten wij dat ook hebben met anderen, die hem nog niet kennen. Wij gaven ons ook niet zomaar aan Hem gewonnen. Bid, en laat de genade van God maar werken. Dan zul je vrucht zien.

Voeg aan je woorden zout toe. Wat bedoelt Paulus daarmee? Zout wordt gebruikt om voedsel te conserveren en bederf tegen te gaan. Zout zorgt ervoor dat iets langer goed blijft. Dat is een mooie gedachte. Spreek woorden die niet snel bederven. Geen goedkope woorden, maar die – om zo te zeggen – eeuwigheidswaarde hebben. Woorden die verwijzen naar Hem, die eeuwig leeft. Zo alleen kun je anderen winnen. Voor het Evangelie van de Here Jezus.

6. Missie in vertrouwen

Ja, zegt je misschien, vraagt Paulus niet veel van ons zo? We weten allemaal hoe lastig het is om iets van het geloof met anderen te delen. Je voet je vaak zo gebrekkig daarin. Misschien denk je wel, mooi als je als zendeling geroepen bent, maar aan mij is dat niet besteedt. Antwoord geven op vragen. Dat kan ik helemaal niet. Dan sta ik met een mond vol tanden. Zo eenvoudig is het niet.

U hebt helemaal gelijk. Het is ook niet eenvoudig. Voor Gerard en Janneke niet, voor ons hier in Gouda ook niet. Maar toch worden wij gedragen door een geweldige belofte. Twee om precies te zijn. Als we bidden voor open deuren, mogen we vertrouwen dat God deuren opent. In Openbaring 3:8 zegt de Here Jezus zelf: Ik heb een geopende deur gegeven. Wij mogen gaan in het vertrouwen dat God nog steeds deuren en harten opent.

En ook mogen we de belofte van onze Heiland steeds weer voor ogen houden: ‘u moet niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.’ (Mat. 10:19-20).

Met die beloften kunnen jullie, en ook wij allemaal het doen. Amen.