Geestelijke strijd (3): de val van satan en zijn engelen

Schriftlezing: Genesis 1:1-2 - Jesaja 14:12-15 - Ezechiël 28:12-17 - Openbaring 12:7-12
Datum: 6 november 2016
Download PDF


1. Geestelijke strijd – overal strijd.

We leven in een tijd en een wereld die veel strijd kent. Op allerlei manieren worden we er vandaag de dag mee geconfronteerd.

Er zijn oorlogen. Uitbarstingen van religieus gemotiveerd geweld. We lezen over de gruwelen die moslimterroristen in het midden-Oosten aanrichten. We zien beelden van landen als Syrië waar een jarenlange burgeroorlog woedt, die al zoveel slachtoffers heeft gemaakt en waardoor hele volksstammen op de vlucht zijn geslagen. We horen van dictaturen waar mensen worden uitgebuit of waar een afwijkende mening koelbloedig afgestraft wordt.

We zien dat de haat tegen Israël toeneemt en dat het volk steeds meer alleen komt te staan. De Ranglijst Christenvervolging 2016 laat duidelijk zien, dat de invloed van islamitisch extremisme, radicaal hindoeïsme en boeddhisme in veel gebieden toeneemt.

Wat is er met deze wereld aan de hand? Waarom is er zoveel strijd? Is hier de hand van satan zichtbaar? De brullende leeuw waarover Petrus spreekt (1 Petrus 5:8)?

Ook wij als kerk hebben in West-Europa een strijd te voeren. De secularisatie en geloofsafval hebben diepe sporen getrokken. De overgrote meerderheid van de Nederlanders (82%) komt nooit of bijna nooit in de kerk. Voor velen speelt het geloof geen rol van betekenis in het dagelijkse leven. Kerkgebouwen worden afgestoten. Witte plekken ontstaan er in ons land. We maken ons zorgen over het aantal echtscheidingen en verslavingen dat toeneemt; we merken de grote invloed van het materialisme en consumentisme op ons leven?

Nu het christelijke geloof aan invloed verliest, gaan mensen steeds meer zelf hun eigen religie samenstellen. Niet de vraag of iets waar is, maar of het werkt en of het een goed gevoel geeft, is doorslaggevend geworden. Mensen gaan luisteren naar hun innerlijke stem, zoeken contact met geesten. God bestaat niet, maar spiritualiteit is een booming business.

Wat is er toch aan de hand? Zien we hier het werk van de boze, die mensen probeert te verleiden? Is dit de engel van het licht waarover Paulus spreekt (2 Kor. 11:14)?

Deze dienst is een toerusting. We gaan aan de hand van de Bijbel wat achter de coulissen kijken. Dat helpt om iets meer te begrijpen wat er speelt vandaag in deze wereld.

2. Vorst van deze wereld

Dat in deze wereld de tegenstander van God aan het werk is, dat is inderdaad wat de Bijbel ons vertelt. We lezen dat al in Mattheus 4 als de duivel Jezus verzoekt in de woestijn. Dan zegt hij tegen Jezus: ‘alle koninkrijken van de aarde met hun heerlijkheid geef ik u, als u knielt en mij aanbidt’. Als we dat zo horen, klinkt dat in onze oren als grootspraak. Wat verbeeldt die satan zich wel. Maar als we goed lezen, bestrijdt de Heere Jezus de satan op dit punt niet. Wel op het punt van aanbidden. Je mag alleen God aanbidden. Jezus gaat de satan als de tegenstander van Hem en Zijn Vader niet aanbidden. Maar hij erkent wel dat de vorst van de duisternis zeggenschap heeft over deze wereld. Is dat niet vreemd?

Ja, maar het is de Heere Jezus zelf die hierop gewezen heeft. Drie keer in het evangelie van Johannes heeft Jezus de satan ‘vorst’ of ‘overste van deze wereld’ genoemd (12:31; 14:30; 16:11). De overste van de wereld wordt buiten geworpen. De overste van de wereld komt en heeft geen vat op Jezus. De Geest overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel, omdat de overste van deze wereld geoordeeld wordt. Jezus noemt de satan de vorst of overste. Het Griekse woord archoon betekent heerser, gebieder. Drie keer noemt Jezus de satan dus als baas of heerser van deze wereld. En Paulus spreekt in 2 Korinthe 4:4 over de duivel als de ‘god van deze eeuw’, en dat betekent zoveel als wereld of tijdperk.

De satan als vorst van deze wereld. Ik begrijp dat dit heel wat vragen oproept. Hoe kan dat? Hoe is dat zo gekomen? En: wat betekent dat voor ons? Hoe kan de duivel dan zijn macht hier op aarde en over ons leven uitoefenen? We beginnen met de eerste vraag: hoe is dit zo gekomen?

3. Opstand in de hemel.

Openbaring 12 ligt een tipje van de sluier op. Er breekt een oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen voeren oorlog met de satan en zijn engelen. Petrus en Judas spreken over engelen die gezondigd hebben. Een deel van de engelen, onder leiding van satan, is in opstand gekomen tegen God. Hoogmoed of trots vervulde vermoedelijk zijn hart. Hoe dit heeft kunnen gebeuren, vertelt de Bijbel niet. Het is verbijsterend als je er over nadenkt. Hoe zoiets in de hemel mogelijk is. De Bijbel vertelt alleen het feit. Daar moeten we het mee doen. We zien vermoedelijk van dit gebeuren iets terug in de teksten die we uit Jesaja en Ezechiël gelezen hebben. Profetieën die over aardse koningen gaan, de koning van Babel in Jesaja 14 en de koning van Tyrus in Ez. 28, maar die iets laten zien van de geestelijke dimensie van de strijd in de hemel.

De profetie van Ezechiël gaat over een cherub, een machtige engel, die in de hof van God aanzien had en macht. Volmaakt door God geschapen. In de nabijheid van God mocht hij verkeren. Het lijkt hier te gaan over satan die een van de machtigste engelen was, met een onberispelijke levenswandel, maar die in zonde is gevallen, omdat zijn hart hoogmoedig werd. De tekst legt een directe lijn met de aardse koning Tyrus. Achter deze koning zijn de contouren van satan zichtbaar.

En de profetie van Jesaja 14, gaat over de morgenster, lucifer in het latijn. Ook een benaming voor satan. Hij verkeerde in de nabijheid van God (de sterren staan hier voor de engelen), maar wilde zich gelijkstellen aan met de Allerhoogste. Ook hier weer is hoogmoed het motief. Dat allemaal als profetisch licht op de koning van Babel. Achter deze koning staan ook weer de contouren van de vorst der duisternis.

En allebei worden ze door God veroordeeld. Ze worden uit de hemel gegooid. Tegenover de macht van God maken ze geen schijn van kans. In Jesaja 14 is de rijk van de dood hun plaats; de onderwereld. In Ezechiël 28 is de aarde nu zijn plaats. Net als in Openbaring 12 delft de satan het onderspit en wordt hem de toegang tot de hemel ontzegd. En vanaf dat moment, als oordeel van God, krijgt de oude slang, de duivel, de wereld als zijn werkterrein. Vers 9 zegt: hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. Hij is het die de hele wereld misleidt. Zo is de satan vorst van deze wereld geworden. En de gevallen engelen heten vanaf dat moment boze geesten of demonen.

4. Schepping was een strijd.

Wanneer is dat gebeurd? Voordat er een zondeval op aarde plaats vond, ging er een zondeval in de hemel aan vooraf. De strijd in de hemel waarover Openbaring 12 spreekt, de opstand van satan tegen de Heere God, vond plaats voordat de mensen door God waren geschapen. Voor de zondeval op aarde, vond er een zondeval in de hemel plaats. En de satan en zijn engelen hebben Gods plan met de schepping van de aarde en van de mens willen dwarsbomen. Al vanaf het eerste begin. Dat zien op het oog niet direct terug als we Genesis 1 lezen: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig en duisternis lag over de watervloed. En de Geest van God zweefde boven het water. En God zei: laat er licht zijn. En er was licht’. Uit dit hoofdstuk spreekt de majesteit van God. Hij spreekt en de dingen komen tot stand. Het gemak waar mee Hij dat doet, is indrukwekkend. Het hele hoofdstuk is een loflied op de macht en de grootheid van de Schepper.

Een schilder die een schilderij gemaakt had over de schepping, zei in een interview hierover: ‘het is een Overwinnaar die dit gemaakt heeft’. En dat is raak gezegd. Want er zijn ook plaatsen in de Schrift die een ander licht op de schepping werpen. Passages die verkondigen dat alles in de weg van een geweldige strijd is ontstaan, in een gevecht met machtige vijanden. In Genesis 1 merk je daar weinig van. Alleen de uitdrukking ‘woest en ledig’ en het woord ‘duisternis’ in het begin herinneren er terloops aan. Maar het waren machten van de duisternis die tegenover God de Schepper stonden.

In Psalm 74 die we zongen, horen we: ‘U hebt door uw macht de zee gespleten, u hebt de koppen van de zeemonsters in de wateren vermorzeld. U hebt de koppen van de Leviatan verbrijzeld’ (vs 13-14). De leviatan is een duivels oermonster. De psalm gaat over de doortocht van het volk Israël door de Rode zee. Over de macht van God die zijn volk een veilige geleiden geeft, maar deze psalm verwijst ook naar de schepping: ‘de dag is van u, ook de nacht behoort u toe, u hebt het licht en de zon hun plaats gegeven’ (vs. 16). De psalm spreek over de schepping als strijd.

In psalm 89 hoor je iets dergelijks. De psalm gaat over de belofte van God, dat het geslacht van David altijd koning zal hebben. Gods verbond met dit geslacht is eeuwig. Uit dit geslacht zal de Messias eens voortkomen. Maar de worsteling van de Psalm is, dat er op het moment van schrijven geen koning is, en dat het lijkt dat God zijn belofte niet vervuld. Het zijn de donkere dagen van de ballingschap. En dan komt er in de psalm ook een verwijzing naar de strijd die God aan het begin van de wereld voert: ‘U heerst over de overmoed van de zee; wanneer haar golven zich verheffen, stilt Ú ze. Ú hebt Rahab als een dodelijk gewonde verbrijzeld, U hebt Uw vijanden verstrooid met Uw sterke arm. De hemel is van U, ja, de aarde is van U; de wereld en al wat ze bevat, die hebt Ú gegrondvest. Het noorden en het zuiden, die hebt Ú geschapen‘ (10-13a). Er wordt een beroep gedaan op de macht die God getoond heeft bij de schepping. Of Hij die nu in wil zetten om zijn belofte gestand te doen.

In beide teksten gaat het over machten van de duisternis: Leviatan en Rahab. In de voorstelling van toen waren dat monsters die zich ophielden in het water van de oervloed, waar het in Genesis 1:2 al over gaat. God voert vanaf het begin een strijd met deze machten. Achter de namen van Leviatan en Rahab gaan engelen schuil, die gevallen zijn en tegen God in opstand waren gekomen. Zij hebben geprobeerd zich tegen de schepping van mens en wereld te verzetten. Maar dat is ze niet gelukt! In het paradijs probeert satan via een slang Adam en Eva te laten zondigen. En dat is hem wel gelukt. De mensen die door God goed geschapen zijn, hebben gehoor gegeven aan de verleidende stem van de satan en zijn in zonde gevallen. En heel de geschiedenis van Israël zien we het verzet van deze machten van het kwaad tegen Gods plannen en bedoeling. Eerst richten ze hun pijlen op het uitverkoren volk van God (Ex. 17, preek over Amalek), later op de Heere Jezus, maar dat is ze niet gelukt. Aan het kruis van Golgotha werden ze verslagen. Daarna richten ze zich op de gelovigen uit de volkeren. De strijd gaat tot op de dag van vandaag door. Maar deze strijd heeft een begin. Het begin van der strijd gaat terug op de opstand van satan in de hemel. Iets daarvan vinden we nog terug in Genesis 1. We lezen: ‘in het begin schiep God de hemel. De aarde nu was woest en ledig.’ Tussen beide verzen moet er iets gebeurd zijn – zonder dat dit hier verteld wordt – waardoor er strijd ontstond. De duisternis verwijst hier naar. En ook de oervloed. Daarin hebben de oermonsters Leviatan en Rahab, de engelen die uit de hemel verbannen zijn, zich verschanst om van daaruit de verdere schepping onmogelijk te maken. Ze zijn na de schepping een voortdurende bedreiging gebleven voor mens en wereld. Zo begrijp je ook waarom de Here God de mens volgens Genesis 2:15 in de hof plaatste om die niet alleen te bebouwen, maar ook te bewaken. Tegen de machten van de chaos en van het kwaad. Maar de mens faalde in deze opdracht en zetten door zijn val in zonde, de deur open voor de invloed van de satan.

5. Bezitter maar geen eigenaar.

Er was een opstand in de hemel van lucifer een van de belangrijkste engelen; in de opstand sloot zich een deel van de engelen aan. Er vond strijd plaats. De strijd is door God en zijn engelen beslist. Satan is veroordeeld en met zijn aanhangers verbannen naar de aarde. Dat is zijn werkplek geworden. Daarom heet hij overste en vorst van deze wereld.

Maar hoe zit dat dan met wat de Here Jezus zegt in Mattheus 28, als Hij van zichzelf zegt dat Hem alle macht gegeven is in hemel en op aarde? Is dat hiermee niet strijdig? Dit macht heeft Jezus echt. Dat blijft staan. Tegelijk is de aarde het werkgebied van satan. Daarom is er strijd. Maar satan is een leugenaar. Je kunt iets in je bezit hebben, maar dat wil nog niet zeggen dat je de rechtmatige eigenaar bent. Dat is een groot verschil. Satan is als een dief, die geld van iemand bestolen heeft. Hij kan het gebruiken, maar het is niet van hem. Het is gestolen goed. Als een dief gepakt wordt, zal blijken dat hij het wel in bezit had, maar dat hij niet de eigenaar was. Zo is het met de duivel ook gegaan. Aan het kruis is hij ontmaskerd, als de grote dief en leugenaar. Maar hij doet nog steeds of hij de eigenaar is van deze wereld en van ons mensen. Hij bouwt zijn rijk op leugen. Niet hij, maar God is de eigenaar van heel dit universum en Jezus heeft alle macht om ons tegen satans pijlen te beschermen of ons van satans invloed te bevrijden.

Ik ga eindigen en wil nog twee lessen noemen.

6. Enkele lessen uit de strijd

a. Hoe krijgt de duivel invloed op ons?

Als we nog even terug gaan naar Openbaring 12. Daar lezen we dat de gelovigen de satan overwonnen hebben door het bloed van het lam en door het woord van hun getuigenis. Een hele preek op zich. Maar bloed, verwijst naar het offer van de Here Jezus voor de zonde. Dat betekent dat de enige manier waarop satan toegang kan krijgen tot ons leven is door de zonde die we doen. Als wij de Heere ongehoorzaam zijn, zetten we een deur open. En als we daarin blijven volharden, en ons er niet van bekeren, krijgt hij steeds meer invloed in ons leven, en kan het zelfs komen tot een gebondenheid. Satan verleidt ons altijd tot zonde. Het is niet zo erg. Je mag dat best wel doen. Niemand die het ziet. Maar als je eenmaal hebt toegegeven, noemt hij je een sukkel die God nooit meer kan gebruiken.

Daarom is een heilig leven belangrijk. Dat we de Heere zoeken en Hem gehoorzamen. In eigen kracht kunnen we dat niet, maar Gods Geest wil ons daarbij helpen. Bid daar dagelijks om. Om wijsheid voor juiste keuzes, moed om te stoppen met wat niet goed is en kracht om de Heere te gehoorzamen.

b. In Christus zijn we veilig

In vers 10 wordt met luide stem de overwinning van de Heere Jezus over de satan bezongen. En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap vanGod en de macht van zijn Gezalfde. Christus heeft aan het kruis de duivel overwonnen. De strijd is beslist. En wie van Hem is mag in de overwinning delen. Als je door het geloof met Jezus verbonden bent, ben je in Christus, je behoort Hem toe. De machten van de duisternis kunnen je belagen, maar je bent verzekerd dat de liefde van Christus sterker is. De tegenstander kan je belagen en lastig vallen, maar wie je bent, je identiteit, dat je van Christus bent, kan hij je niet afpakken.

Zorg daarom dat je in Christus bent, dat je je leven aan Hem gewonnen geeft, als dat nog niet is gebeurd. Je kunt in de strijd alleen staande blijven als je naast Christus staat en als Gods Geest in je werkt. Je hoeft voor de satan niet bang te zijn. In Christus ben je meer dan overwinnaar. Dat is de nuchtere realiteit van het geloof. Iedereen die Jezus toebehoort, mag daarin delen.

Maar wees tegelijk waakzaam.Velen verwijzen de satan en zijn demonen naar het rijk van de fabelen. Maar dat is een grote fout. We moeten Gods woord serieus nemen. Laten we ons aansluiten bij het gebed van Jezus: Vader, verlos ons van de boze, want van u is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid. Tot in eeuwigheid. Amen.