Een gemeente naar Gods hart!

Schriftlezing: Handelingen 2:37-47
Datum: 11 september 2016
Download PDF


Gemeente van de Heere Jezus Christus,

1. Ervaring in Chili

Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. We waren met ons gezin aanwezig in een van de oudste pinksterkerken van Chili, de Iglesia Evangelica Pentecostal. We hadden net vanuit ons seminarie een cursus afgerond voor godsdienstleraren. Het was een dankdienst ter afsluiting van de cursus. En ik had het voorrecht om in de dienst te preken. Een koor verleende zijn medewerking aan de dienst. Vlak voor de preek begon het koor te zingen. De leden van het koor begonnen met zoveel toewijding de Heere Jezus te prijzen, en toen gebeurde het. Het was alsof iets van de heerlijkheid van God neerdaalde op de gemeente. Er kwam een diep besef van de aanwezigheid van God. Mensen wierpen zich in verootmoediging op de grond, begonnen hun zonden spontaan te belijden. Anderen werden tot diep in hun hart aangeraakt door de liefde van God en tranen stroomden in hun ogen. Er klonken halleluja’s. Mensen wierpen de handen in de lucht. Er was een diep besef van de heiligheid en de majesteit van God. En ook verwondering dat Hij in hun midden wilde zijn. Ik kon het merken toen ik mocht preken. Er was zoveel honger voor het Woord van God. Mensen van buiten kwamen tot geloof in de Heere Jezus. Een kleine opwekking.

Weet u wat mij bij blijft, dat is dit: dat de aanwezigheid van God alles anders maakt. Dat de belofte van de Heere Jezus, waar twee of drie in mijn Naam samen zijn, daar ben IK in het midden, tastbaar wordt, dat maakt de gemeente zo bijzonder. Ik denk dat dit is wat Paulus bedoelt, als hij in Efeze 2:22 zegt, dat de gemeente een woning van God is in de Geest. Of als hij in 1 Timotheus 3:15 spreekt over de gemeente van de levende God. Dan gaat dat hierover. Dat als we als gelovigen in de naam van Jezus samenkomen, dat de Heere God zich laat ontmoeten; dat Hij neerdaalt en ons als gelovigen tegemoet komt in zijn liefde en genade, in zijn heiligheid en majesteit.

2. Toegang tot Gods tegenwoordigheid.

De aanwezigheid van God is wat een kerk tot kerk en een gemeente tot gemeente maakt. Dat zien we hier gebeuren op de eerste pinksterdag. Het geboorteuur van de kerk van het Nieuwe Testament. De boodschap van Petrus, die de harten van mensen raakt, is dat zij door Jezus bij God mogen horen; dat zij door Jezus de aanwezigheid van God in hun eigen leven kunnen ervaren. Wat wat zegt Petrus? Want voor u is de belofte, voor uw kinderen en voor allen die de Heere roepen zal. Wat is die belofte? U zult de gave van de heilige Geest ontvangen. Dat is het grote geheim van de eerste pinksterdag. Mensen komen tot geloof in de Heere Jezus en ontvangen de aanwezigheid van God in hun leven. En de gemeenschap die ontstaat, heeft maar één fundament, en dat is: dat de Heere Jezus door Zijn Geest in hun midden is. En de tekenen en wonderen die door de apostelen verricht worden, leiden tot een diep ontzag bij de mensen. Ze vormen het zichtbare bewijs van die aanwezigheid van God. Dat Hij de levende God is. 3000 mensen komen tot geloof en zij beginnen hun leven te bouwen op de aanwezigheid van God.

Daarom lezen we tot twee keer toe over vreugde. Mensen nemen met vreugde het woord aan (vers 41) en komen met vreugde en eenvoud in het hart (vers 46) samen. Vreugde! Omdat ze erbij mogen horen. Bij God. Omdat ze door Jezus toegang hebben tot God de Vader. Omdat Gods Geest hun leven binnenkomt. Daarom die vreugde!

Om die vreugde te snappen, moeten we weten, dat direct contact met God niet mogelijk was. In het OT kon God alleen op grote verzoendag door de Hogepriester benaderd worden. En die moest zich nog helemaal reinigen en offers brengen om op die dag tot God te naderen. Gewone mensen konden niet dicht bij God komen. God was er te heilig voor.

In heel het OT is er die afstand tussen God en Israël. En het feit dat het volk ook nog eens zo ongehoorzaam was, maakte het niet gemakkelijker op. De zonde maakte de kloof tussen God en mens dieper en dieper.

En de komst van Jezus was bedoeld om de kloof te overbruggen. Hij was gekomen om de zonde te verzoenen. Zijn kruis was het antwoord op de kloof. Zo wilde God het contact met ons mensen weer herstellen. Jezus was de uitgestoken hand van God. Ieder een die deze hand beetpakte, ontving vergeving van zijn zonden en kreeg door Jezus toegang tot God. Maar Jezus was gedood. De deur die God had opengezet werd door de mensen ruw dichtgegooid. De dood van Jezus betekende dat niemand meer toegang had tot God. En voor eeuwig buiten het paradijs moest leven.

De preek van Petrus gaat daarover. De mensen die luisteren beseffen, dat ze door hun houding en ongeloof de deur van de hoop in het slot hebben gegooid. Over en uit.

Nee, zegt Petrus, God heeft het er niet bij laten zitten. Jezus is opgewekt. Een nieuw begin is mogelijk. Bekeer je van je oude leven en geloof het evangelie. Jezus leeft en nu is het de tijd om eens en voorgoed zijn hand beet te pakken. Wie die hand pakte, ontving vergeving van zijn zonden. En daarnaast ook een kostbaar geschenk: de Heilige Geest! Nu was de weg naar God niet alleen geopend; nu was Hij zelf door de Geest in hun levens binnengekomen.

Snapt u nu die vreugde? Ze mogen erbij horen en ontvangen ook Gods aanwezigheid in hun eigen leven. Persoonlijk. Iedereen heeft door Jezus Gods presentie in zijn eigen leven ontvangen. Ze zijn tempels geworden van de levende God. Dat besef doorademde de eerste gemeente. Alles tintelde van de aanwezigheid van God. Eens te meer als al die individuele tempels samen komen. Dan wordt de aanwezigheid van Gods Geest nog krachtiger gevoeld en ervaren. De aanwezigheid van God roept vrees op bij de mensen. God is aanwezig en aan het werk. Er gebeuren wonderen en tekenen lezen we in vers 43. Mensen komen tot geloof. Anderen worden genezen of bevrijd. Wonderlijke dingen gebeuren er. En dat heeft impact in de stad: ontzag bij de mensen en ook vers 47: ze vinden genade bij het volk. Er gaat zegen van de gemeente uit en dat is merkbaar, zelfs voor buitenstaanders.

Ik weet niet hoe dat bij u is, maar bij mij roept dat zo’n verlangen op. Dat we God aan het werk zien. Dan mensen tot geloof komen. Dat het Woord met tekenen en wonderen bevestigd wordt. Hebben we dat niet nodig vandaag? Wat is er nodig dat wij meer en meer hierop lijken? Ik denk: veel gebed. Overgave en toewijding. Ja. Maar ook nog iets anders.

Nu komen we bij het volgende punt. Wat maakt deze gemeente zo bijzonder? Wat maakte dat God hier zo krachtig werkte? En wat kunnen wij daarvan leren. Ik ga een paar dingen noemen. Welke vitamines zien we hier? Ik begin achteraan.

3. Vijf vitamines.

a. Lofprijzing.

Vers 47: en zij loofden God. In de tempel als ze met elkaar waren, maar ook in de huizen waar ze in kleine groepen samenkomen. God loven, dat gaat over lofprijzing en aanbidding. Daar gaat een geweldige kracht vanuit. Ik denk dat onze jongeren dat veel beter begrijpen. Daarom zijn praisediensten zo populair of de concerten van Hillsong. Psalmen voor nu of Sela. God prijzen dat is Hem prijzen in je lied. Je richten op wie Hij is en wat Hij voor je heeft gedaan. Hem daarvoor danken en prijzen. Zijn goedheid en genade. De verwondering uitspreken dat je ook erbij mag horen, dankzij de Heere Jezus. Ken u dat?

Lofprijzen is wat anders dan zingen. We zijn gewend om in onze eredienst te zingen. Alles wat we doen is onderbroken door coupletten uit de psalmen of een lied. Die kunnen ook ons hart raken. Zeker. Maar lofprijzen gaat nog verder. In de psalmen kom je twee soorten lof tegen. Beschrijvende lof: De Heere is groot; Hij is barmhartig en genadig. Hij is onze God en wij zijn de schapen van zijne heerschappij Dan spreken we in de derde persoon over Hem. Beschrijvende lof. Er is ook directe lof. Heere, U bent goed, genadig en barmhartig. U wil ik prijzen in mijn lied. Dan spreek je Hem direct aan. Dat is lofprijzen. God direct aanspreken. U bent waardig onze lof te ontvangen. Wij prijzen u Heere. U bent goed. Van lofprijzen gaat kracht. In de psalmen staat dat God troont op de lofzangen van zijn volk. Als je samen God looft, dan gebeurt er altijd wat met je. Je hart wordt door de Geest aangeraakt. Verootmoedigd als je beseft wie Hij is. Een heilige God. Bemoedigd als je opnieuw hoort wie Hij is. Een God die trouw is. Jongeren hebben dat in de gaten. Daarom nemen ze ook vaak hun vrienden mee. Wij ouderen moeten het opnieuw ontdekken.

Lofprijzing. Als we daar meer zicht op krijgen, dan zal dat in onze diensten merkbaar zijn. Er staat in een adem acht in vers 47 en zij vonden genade bij het volk en de Heere voegde dagelijks mensen toe. Zou dat betekenen dat van lofprijzing wervende kracht uit gaat? En dat God het gebruikt om mensen tot geloof te brengen? Het zou zomaar kunnen.

b. Getuigend leven.

Hoe kan het dat de Heere dagelijks nieuwe mensen aan de gemeente toevoegt? Hoe zijn ze dan in aanraking met de Heere Jezus gekomen? Lucas zegt het niet. Volgens mij ligt het geheim in vers 46. Ze komen niet alleen in de tempel samen, maar ook in hun huizen. Ze nemen in huis gezamenlijk voedsel. Ze eten samen. Met vreugde en eenvoud in het hart. De vreugde dat ze erbij mogen horen, doortrok ook de maaltijden die ze hadden. De enige manier waarop mensen Jezus kunnen leren kennen, was doordat zij mensen in hun huis hebben uitgenodigd. Buren, vrienden en anderen zijn welkom. En in de kleine kring wordt gedeeld wie God is en wat Jezus voor hen heeft gedaan.

Er zijn twee manieren waarop je kunt evangeliseren. Je hebt de Andreas methode en de Filippus methode. Filippus kennen we, die reist samen met man uit Ethiopië en legt hem het woord van God uit. Daar heb je kennis van het woord voor nodig en van het hart van mensen. Wat deed Andreas? Het enige wat hij deed wat zijn broeder meenemen naar Jezus. Kom en zie, hier is Iemand die alles van me weet en me toch liefheeft. In het boek Handelingen zie je mensen erop uitgaan en getuigen en het Woord uitleggen. Maar hier worden mensen uitgenodigd in de kleine kring en mogen ze delen in de vreugde die Jezus brengt. Zo eenvoudig is het. God gebruikt dat om mensen in hun hart te raken. Daar kunnen we wat van leren. Je huis openstellen, mensen in je leven toelaten, begint met je hart open te stellen. Als je weet wat het is om bij God te mogen horen, dan kan dat niet onopgemerkt blijven. Het zet je aan tot gebed voor openingen, gelegenheden om iets te delen, ze doen zich zomaar voor op een personeelsuitje, bij mensen thuis op de koffie, als je aan tafel zit, op een verjaardag of buurtbarbecue. Hoe voller je bent van Gods tegenwoordigheid, hoe minder schroom je hebt. Dat is het tweede geheim dat we hier zien.

c. Zorg voor kwetsbaren

Deze zorg vloeit voort uit het vorige punt: als je elkaar kent, weet je ook beter wat de noden zijn. Wat zien we hier in Handelingen? Mensen delen hun spullen en zijn zelfs bereid offers te brengen, door spullen te verkopen, om armere broeders of zusters te helpen. Gemeente in Jeruzalem had het niet breed. Waren veel armen. Maar wanneer je hart door God is aangeraakt, wanneer je erbij mag horen, besef je dat alles wat je hebt, een geschenk is. Genade is.

Wij hebben diakenen die betrokken zijn bij concrete hulp aan kwetsbare mensen. Soms een wasmachine, betalen van een rekening. Dat is mooi. Maar we mogen dit niet uitbesteden. Er zijn chronisch zieke mensen, die ook hulp kunnen gebruiken. Hoeveel mensen heb ik al kunnen helpen? Het zit vaak in kleine dingen. Boodschappen doen. Schoon maken. Ramen zemen. Die betrokkenheid op elkaar, daar gaat het om. Er is ook voor de nood van anderen. Gods Geest laat ze kijken met de ogen van Jezus naar mensen. Hun hart wordt gevoelig gemaakt door de Geest. Wat is het gaaf dat jongeren dat soms ook willen doen. Ze hebben zoveel gaven om te dienen. Laten we die benutten.

d. Gemeenschap – samen

Een vierde kenmerk is dat mensen elkaar opzoeken. Ze volharden in de koinonia. Dat is: ze komen samen. De gemeente hangt dus niet als los zand aan elkaar. De Heilige Geest zet mensen in de gemeenschap. Gemeenschap met Christus, de verwondering dat ik bij Hem mag horen, vloeit over in de gemeenschap met elkaar. Door de Geest leer je: de broeder, de zuster die naast me zit, heeft de Heere Jezus ook lief. Die moet ook van genade leven, net als ik. Dat schept een band. Dat ervaar je ook sterk in het avondmaal. Je eet van hetzelfde brood en drinkt uit dezelfde beker. Verschillen vallen weg.

In de eerste gemeente, kwam men in kleine groepjes samen om samen te eten; en in die kleine verbanden vierde met ook het avondmaal. Dat kon niet anders. Daar is ook niets op tegen om dat samen te vieren in kleiner verband. Je kunt het avondmaal niet vaak genoeg vieren. God gebruikt het tot versterking van het geloof en onderlinge bemoediging.

Gemeenschap dat staat dus haaks op ons individualisme. Typisch voor onze cultuur: ik ben zelf voor mijn leven verantwoordelijk en wat ik daar mee doe daar heb jij niets mee te maken. Gemeenschap is dat je elkaar lasten draagt, naar elkaar omziet, vreugde en verdriet kunt delen, elkaar corrigeert en bemoedigt.

Daan heb je kleine verbanden voor nodig. Waar je elkaar kent. Zondag is massaal. In Jeruzalem kwam men in de tempel samen, maar ook in de kleine kringen thuis. Zo ook bij ons: we kunnen denken aan de kleine verbanden van huisbijbelkringen, catechisaties gespreksgroepen, gebedskringen. Het werk met kinderen op de clubs.

God geeft ons aan elkaar. Waarom? Eigen is er maar een doel: om elkaar te helpen en te stimuleren in het geloof en in het volgen van Jezus. Er zijn mensen die me bemoedigen, voor me bidden, wijze raad geven, en verlangen dat ik echt met de Heere Jezus leef. Dat is gemeente zijn. Dat is Gods bedoeling.

Daar moeten we in groeien. Een van onze zendelingen kwam terug op verlof. De eerste zondag in de kerk viel tegen. We werden nauwelijks opgemerkt. Dat hoor ik vaker. Dat mensen eenzaam zijn. Soms op kringen niet welkom zijn. Onze kring is al zo groot. We kennen elkaar nu zo goed.

Doe je best om naar anderen om te zien. Kennen we de buurvrouw of buurman die naast ons zit? Elke zondag hebben we een missie: iemand spreken die we nog niet kennen. Mensen zeggen soms, ik zit al jaren in de Sint Jan, maar ben nog nooit door iemand uitgenodigd op de koffie.

We zoeken elkaar op om samen te bidden. En ook om samen de woorden van God te bestuderen. Dat is laatste punt.

e. Onderwijs

Wat doen de mensen die net tot geloof zijn gekomen? Ze hebben honger naar God en aar Zijn Woord. Ze zijn ermee bezig. Ze volharden in de leer van de apostelen lezen we in vers 42. Wat was dit leer? Was dat een boekje dat ze uit hun hoofd moesten leren? Nee, de apostelen hadden een opdracht van Jezus zelf gekregen. Aan het slot van het Mattheus-evangelie: leer hen alles wat Ik u geboden heb. De leer van de apostelen, was dat ze aan de nieuwe gelovigen alles vertelden wat ze van Jezus hadden geleerd. In heel hun onderwijs stond de Heere Jezus centraal.

Ze zijn er mee bezig. Volharden erin. Dat is: ze verdiepen zich erin. Denken erover na. Willen er alles van weten. Wat betekent dit voor mijn leven? Wat wil Jezus dat ik doe?

Wanneer God present is, komt er honger naar de waarheid. Als God werkt, komt er steeds meer verlangen om van Hem te weten. Mensen worden in hun hart geraakt. Stoppen met zondigen. Gaan hun leven veranderen. Er komt zo’n honger naar de Heere Jezus. Ze willen alles van Hem weten. Zullen we dat vasthouden, dat het daarom gaat: elke keer weer als we de Bijbel opendoen, in de kerk, op catechisatie, club, bijbelkring, het gaat om Jezus en wij werk. Laten we daarom bidden. Bidden om een krachtige ontmoeting met God, om honger in levens van jongeren en ouderen. Dat we de Bijbel gaan lezen met nieuwe ogen, met een nieuw verstaan, dat je opeens ziet wat er bedoeld wordt, dat de liefde van God erdoor heen naar ons toekomt.

Weet u: er ligt zegen in de volharding, in het kloppen en biddend bezig zijn met het Woord. Wat God zal zijn hart aan ons openbaren als we Hem daarom vragen.

Ik hoop dat God u en jou zegent met honger. En als je geen honger hebt en geen verlangen, zou u dan niet voor u laten bidden. De gebedsteams kunnen ook bidden voor u om honger, om een aanraking van de Heere, om vervulling van Gods Geest.

4. Slot.

Ik eindig. Weet u wat mijn verlangen is aan de start van een nieuw seizoen? Dat we Gods Geest krachtig in ons midden zien werken en dat de naam van de Heere Jezus hier in de Sint Jan door ons wordt groot gemaakt! Alles draait om Gods aanwezigheid in ons midden. Dat Gods Geest in ons midden welkom is. Dat maakt de gemeente tot een gemeente naar Gods hart!

Laten we kort bidden. Wij danken u voor die geweldige belofte, dat uw Zoon beloofd heeft in ons midden te zijn. Dat is zo bijzonder. Dank u dat iedereen die in Jezus geloof, uw Geest, uw tegenwoordigheid in zijn of haar leven mag ontvangen. Soms zijn we droog en lauw. Wakker het vuur van uw Geest in ons aan. Ontsteek het waar het nog niet brand. En geef dat we samen zullen groeien in geloof, hoop en liefde, en mensen door ons U zullen leren kennen en zo de naam van de Heere Jezus zal worden groot gemaakt. Dat bidden wij u uit genade, in Jezus naam. Amen