Een Heiland die zich laat vinden!

Schriftlezing: Marcus 1:29-39
Datum: 28 januari 2018
Download PDF


 

1. Alsof de duivel ermee speelt

Misschien herkent u dat wel. Er zijn van die momenten dat je denkt: het is alsof de duivel ermee speelt. Net als je op het punt staat om naar de kerk te gaan is er gedoe of onenigheid thuis is. Juist in de week van voorbereiding voor het avondmaal, spelen opeens allerlei oude kwesties op. Net als je naar de bijbelkring wil gaan, heb je opeens last van een aanval van migraine. Vorige week zaterdag zou ik op een conferentie van de Navigators-studenten een seminar geven over de Heilige Geest, maar ik moest afzeggen omdat ik geen stem had. Dingen die in je leven gebeuren, waarvan je je afvraagt: is dit nou toevallig of zou de duivel hier de hand in hebben?

2. De strijd zet zich thuis voort

Die vraag wordt ook door het bijbelgedeelte opgeroepen. We hoorden afgelopen zondag van de confrontatie die plaats vond in de synagoge, tussen Jezus en de man met een onreine geest. Midden in de preek van Jezus grijpt satan in om Hem het zwijgen op te leggen. Hij merkt dat de woorden van Jezus harten van mensen raken. Dat mag niet langer doorgaan. Hij raakt zijn invloed kwijt. Zo verliest hij onderdanen. Hij doet een wanhopige poging om Jezus te stoppen en gebruikt daarvoor de zondige kwetsbaarheid van iemand uit de samenkomst. Maar Jezus laat zich niet van zijn stuk brengen en pareert de aanval van satan met een enkel woord. De kwade geest moet wijken voor het gezag van de woorden van Jezus. Zo blijkt dat Jezus machtiger is dan welke geest dan ook. Hij is de Heiland die gekomen is om gebonden mensen in de vrijheid te zetten. Voor Jezus heeft de zonde nooit het laatste woord. Zonde, dood en duivel moeten wijken waar Jezus komt.

Na de dienst in de synagoge gaat Jezus naar huis. Hij verblijft in het huis van Petrus. Bij binnenkomst blijkt dat zijn schoonmoeder op bed ligt met koorts. Het moet om een plotseling opgekomen ziekte zijn. Vermoedelijk is de schoonmoeder van Petrus tijdens de dienst in de synagoge thuis onwel geworden. Men merkt het zodra men thuis komt en gelijk vertellen ze het aan Jezus. De schoonmoeder van Petrus is overvallen door een plotselinge heftige koorts. Het lijkt erop dat satan hier een tegenzet doet. Marcus gaat er verder aan voorbij, maar Lucas vertelt expliciet dat als Jezus naar haar toe gaat, Hij de koorts bestraft. Dat woord ‘bestraffen’ is bijzonder, want het wordt gebruikt voor het bestraffen van demonen, de handlangers van satan. Jezus ziet dus in de plotselinge koorts een aanval van satan. De strijd heeft zich nu verplaatst van de synagoge naar het huis.

Gemeente, daar moeten we niet van opkijken, dat ook ons huis een plek is waar satan ons kan aanvallen en kwellen. Niet alleen in de samenkomst van de gemeente, maar ook thuis kan de geestelijke strijd soms hevig zijn. In discussies, in de opvoeding van je kinderen, in dingen die er gebeuren. Er kunnen zomaar open deuren zijn, ingangspoorten voor satan.

3. Is Jezus welkom in je huis?

Wat is het belangrijk dat je bidt om bescherming van je huis en je gezin. Wat is het nodig dat je samen uitspreekt en belijdt, dat de Here Jezus je koning is. Zoals Jozua dat in vroeger tijd deed: ‘Ik en mijn huis wij zullen de Here dienen!’. Dit huis, deze plek hebben wij gewijd aan Christus. Hij is de Heer van ons leven.

Mag ik u en jou vragen: Is de Here Jezus echt welkom in uw huis? In jouw kamer? Mag Hij er zijn als Degene die het voor het zeggen hebt? Ben je bereid om Hem te betrekken bij de dingen die je doet, bij de films die je kijkt en de muziek die je luistert? Want waar de Here Jezus welkom is, is voor satan geen plaats. Dat zie je zo mooi in het evangelie. Overal waar Jezus een dorp of synagoge of huis binnengaat, is er vaak oppositie van een boze of onreine geest. Waarom? Omdat waar Jezus is, demonen het niet fijn vinden om te zijn. Daar ligt een belangrijke sleutel in de bescherming van je huis en je gezin!

4. Jezus herstelt de vreugde

Wat doet Jezus in het huis van Petrus. Hij stuurt satan weg en hij herstelt de vreugde. Het is immers sabbat. De dag waarop het volk viert en gedenkt dat het dankzij Gods bevrijding in vrede kan leven. Jezus brengt de vreugde terug. Maar dan op een dieper niveau. Christus bewijst dat Hij gekomen is om mensen te behouden en echt sabbatsvreugde te bewerken. Hij is gekomen in deze wereld, waar mensen ook op sabbat gekweld zijn door de gevolgen van de zonden en door de invloed van boze geesten. Met dat Jezus het huis van Petrus binnengaat, komt er een dubbel feestmaal: de verwondering over de genade van God en het herstel van de schoonmoeder. Zij diende hen. Ze is door God weer op haar voeten gezet om te doen wat ze die dag moet doen. God en de naaste dienen.

Maar dat niet alleen. Als de sabbat voorbij is, komen drommen mensen naar Jezus toe. Ze hebben de echo gehoord. Ze komen naar Hem toe met de nood van hun leven. Ziekte. Zonden. Demonen. Ze weten Jezus te vinden. Wat meer is: Jezus laat zich vinden. Zoals dat lied zegt wat we zo gaan zingen: ‘Meester, men zoekt U wijd en zijd, komend langs velerlei wegen.’ Jezus sluit zich niet op in een kamer, moe van het vele werken, maar hier zien we de Heiland ten voeten uit: onder de mensen met het heil van God. Hij is te vinden voor wie Hem zoekt.

Het is de evangelist Mattheus die hierover in verwondering schrijft: ‘Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten gedragen’. Daar in Kapernaum vindt de vrolijke ruil plaats: Jezus hun zonden en wonden, zij Zijn genezing en bevrijding.

Gemeente, ik zie dat beeld ook voor me bij het avondmaal. Dat mensen met de nood van hun leven Jezus opzoeken. Dat is toch ook de essentie van het avondmaal. Dat Jezus tegen ons zegt: komt tot Mij die vermoeid en belast zijt, Ik zal u rust geven. Jezus is vandaag de gastheer en Hij zegt tegen u en jou: wie Mij zoekt, zal Mij vinden. Meer nog: Hij staat voor ons met Zijn handen naar ons uitgestoken. Hier dit is wat Ik je te bieden heb: wijn als teken van Mijn verzoening. Ik heb al je zonden gedragen aan het kruis. Geloof je dat? Dan zal Ik je dat laten proeven aan Mijn tafel. En ook: brood. Ik ben het brood dat leven geeft. Kom, dan zal Ik je hart opnieuw vervullen met mijn liefde en kracht. Ik zal je ziel versterken zodat je weer verder kunt. Ik geef je aan mijn tafel nieuwe moed en nieuwe hoop.

5. Jezus centrale missie

Er is nog een ding in onze tekst dat de aandacht vraagt. Marcus vertelt dat Jezus midden in de nacht opstaat en zich terugtrekt op een eenzame plaats, om daar te bidden. Jezus deed dat vaker. Contact zoeken met Zijn hemelse Vader. Hij had het te druk om niet te bidden. Maar in het nachtelijke gebed gebeurt iets bijzonders. Want als zijn discipelen hem in de ochtend eindelijk vinden, zegt Hij: ‘laten we naar naburige plaatsen gaan, opdat Ik ook daar predik, want daarvoor ben Ik uitgegaan’. In het nachtelijke gesprek met Zijn hemelse Vader heeft Jezus zijn missie hervonden. Het is niet de bedoeling om zich als arts te vestigen in Kapernaum. Ja zeker, Jezus heeft mensen genezen en bevrijd. Maar zijn doel reikt verder. Hij is gekomen om het evangelie te verkondigen.

Genezingen en bevrijdingen zijn de tekenen van het Koninkrijk. Ze horen erbij, maar vormen niet het hart. Jezus is gekomen om de zonde te verzoenen, de breuk tussen God en zijn volk te herstellen. Hij is gezonden in deze wereld om de macht van de satan te verbreken, die ons zij in zijn greep kan houden, zodat we ons niet aan Jezus gewonnen geven. Jezus gaat de weg naar het kruis. Als een Lam, dat tegelijk de Leeuw van Juda is. Hij gaat lijden om zo de overwinning te behalen. Als Jezus zich alleen had gevestigd als Geneesheer in Kapernaum, dan was er voor de mensen in Galilea en ook voor ons nooit verlossing gekomen.

Tekenen van genezing en bevrijding horen erbij, maar voor alles gaat het om herstel van de relatie: vergeving van onze zonden en de verzoening met God. Als de discipelen vol van verwondering bij Jezus terugkomen, nadat Hij ze uitgezonden had en ze zien dat zelfs demonen aan hen onderworpen zijn, zegt Hij tegen ze: verheug je vooral hierover dat je naam opgetekend staat het boek van het leven. Wat baadt het immers een mens als hij de hele wereld wint, maar schade leidt aan zijn ziel? Maar wie door het geloof met Christus verbonden is, mag zich vanuit de verzoening uitstrekken naar het heil van God. Naar die God die wonderen doet, zoals Psalm 103 zegt:

Loof Hem, die u, al wat gij hebt misdreven,
Hoeveel het zij, genadig wil vergeven,
Uw krankheen kent en liefderijk geneest;
Die van ’t verderf uw leven wil verschonen,
Met goedheid en barmhartigheen u kronen;
Die in den nood uw redder is geweest.

Dit is de God die ons nodig aan Zijn tafel. Laten we alles wat ons hindert afleggen en op Zijn uitnodiging ingaan. Kom, zegt Hij, want Ik heb voor u en jou alles volbracht. Amen.