Het verlangen van Jezus!

Schriftlezing: Lucas 22:7-23
Datum: 24 januari 2016
Download PDF


1. Inleiding

Er is in het bijbelgedeelte van vanmorgen één vers, dat mij bijzonder heeft geraakt, en dat is vers 15. Daar zegt Jezus tegen zijn discipelen: ‘Ik heb er er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat ik ga lijden’. Twee dingen wil ik kort even naar voren halen vanmorgen: (1) Jezus zegt: dit Pascha. Hij viert met zijn discipelen het Joodse paasfeest. Wat betekent dat voor de instelling van het avondmaal? En (2) Jezus spreekt van een vurig verlangen. Waarom doet Hij dat? Wat zit daar achter?

2. Joods Pascha

Het eerste dat opvalt, is dat Jezus tijdens de Joodse pesachviering aan het brood en de wijn een nieuwe betekenis geeft. Het Avondmaal zoals wij dat kennen en vieren heeft dus zijn wortels in het Joodse Paasfeest. Hoe zag zo’n pesachviering er dan uit? Pesach wordt in de kring van de familie gevierd. Om een heel lam op te eten, heb je meerdere mensen nodig. Als het gezin klein is, nodigt men familieleden uit, of zelfs vreemdelingen. Om met zoveel mogelijk mensen de maaltijd te kunnen vieren. Men zit aan tafel. De eerste beker die rond gaat, opent de maaltijd. Het is de beker van de heiliging. Dan worden er bittere kruiden gegeten, gedoopt in azijn, symbool van de bittere ellende van Israël toen het verdrukt werd in Egypte. Vervolgens stelt de jongste van alle aanwezigen de bekende vraag: waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten? Dan vertelt de vader of de gastheer het verhaal van de bevrijding uit de slavernij van Egypte. Hoe in die eerste paasnacht het lam geslacht werd, het bloed aan de deurposten gestreken werd en hoe de verderfengel aan het huis voorbijging. En hoe God met machtige hand zijn volk uit Egypte heeft verlost. Dan gaat de tweede beker rond, de beker van de plagen. Die verwijst naar het oordeel dat de Egyptenaren trof. Er worden ongezuurde broden gegeten. De matses, gebakken zonder gist, omdat men met haast moest wegtrekken. Er liggen 3 matses op tafel, symbolisch: bovenste staat voor God, de middelste voor de priester, de onderste voor het volk. Van deze middelste wordt een stuk afgebroken, de zogenaamde Afikoman. Dat wordt in huis verstopt. Na de maaltijd, voor de derde beker, gaan de kinderen dit zoeken. Wie het gevonden heeft krijgt een cadeautje. Ook dit is symbolisch. De matses die de priester vertegenwoordigt, wordt gebroken en in doeken gewikkeld. Een stille verwijzing naar wat met Jezus zou gaan gebeuren. Bij het breken van het brood wordt gezegd: ‘Dit is het brood van de ellende, dat onze vaderen in Egypte hebben gegeten’. Daarna wordt het paaslam genuttigd. De derde beker die volgt is de beker van de verlossing. En duidt op wat het hart van het Paasfeest is: de verlossing door God uit de ellende. Daarbij wordt God gedankt en geprezen voor zijn verlossing die aanstaande is. Aanstaande, want als Israël het paasfeest voor de eerste keer viert, is het de nacht voor de uittocht. De eigenlijke verlossing moet nog komen. Dat geeft aan Pesach een gerichtheid op de toekomst. De definitieve verlossing moet nog komen, de dag dat Gods nieuwe rijk aanbreekt. De derde beker na de maaltijd is de beker die Jezus verbindt met zijn eigen leven. Aansluitend zingt men de lofzang, het Halleel, de psalmen 113-118. De vierde beker sluit ten slotte de maaltijd af. Het is de beker van de lofprijzing, en ziet vooruit naar de definitieve voltooiing.

Wat doet Jezus tijdens dit paasfeest? Hij geeft een nieuwe en diepere betekenis aan het brood en de wijn. Het breken van het brood verbindt Hij met zijn eigen lichaam dat verbroken zal worden. De wijn van de derde beker van de verlossing verbindt Hij met zijn eigen bloed dat vergoten zal worden. Jezus zet deze twee tekenen apart en verbindt ze met zijn eigen lijden en sterven. Toen Israël voor de eerste keer het paasfeest vierde, kwam het oordeel over de Egyptenaren en werd het volk Israël gered. Vanaf dit moment krijgt de pesachmaaltijd voor zijn volgelingen een nieuwe betekenis. Jezus had vaak gesproken over het oordeel dat boven Israël en Jeruzalem hing. De geschiedenis van Israël was er een met heel veel dieptepunten, omdat het volk zo vaak ongehoorzaam was. Jezus had zijn eigen volk daar voortdurend op gewezen. Nu gaat Jezus zijn eigen volk verlossen door dat oordeel op zichzelf te laten neerkomen. Door zijn dood kon Israël ontsnappen. En niet alleen Israël, ook draagt Jezus plaatsvervangend het oordeel dat heidenen zou moeten treffen. Jezus verbindt het hart van het paasfeest met zijn eigen leven. Hij is het Paaslam dat geslacht wordt en verlossing brengt van de zonde, de grote vijand die ieder mens belaagt.

3. Vurig verlangen

Van daaruit is het ook te begrijpen, dat Jezus er naar uitziet om het paasfeest met zijn leerlingen te vieren. Hij heeft er zelfs vurig naar verlangd. De Griekse grondtekst benadrukt het emotionele en hartstochtelijke van dit verlangen. Dat vurige verlangen raakt me. Er leven rond het avondmaal veel vragen: kan ik wel of niet eraan deelnemen? Ben ik welkom? Traditie speelt een rol. Al te vaak richten we de focus op onszelf. Hier klinkt het verlangen van Christus zelf. In zijn laatste dagen wil Hij omringd zijn van zijn leerlingen, van hen die Hem liefhebben, die hoezeer ze zijn vergeving ook nodig hebben, van Hem houden.

Dat verlangen heeft er ook mee te maken, dat Jezus zijn discipelen wil uitleggen hoezeer dit feest alles te maken heeft met Hem, met het offer dat Hij gaat brengen voor hun zonden, met zijn leven dat net als brood gebroken zal worden en zijn bloed dat net als wijn vergoten zal worden. In het avondmaal laat hij zijn discipelen delen in de verlossing die aanstaande is. Dit is mijn lichaam voor u. Mijn lichaam dat ik geef voor jullie, in jullie plaats. Jezus laat zijn discipelen er indelen, voordat het gebeurt, wijdt Hij ze verder in in de betekenis van zijn heilswerk. Straks als Hij er niet meer is, moeten ze ermee doorgaan. Moeten ze het avondmaal vieren, zoals wij dat ook vandaag doen, en dan steeds de Here Jezus voor ogen houden: ik deed dit voor jullie: hier is mijn lichaam, neem, eet, gedenk en geloof dat God de Vader je volkomen vergeving schenkt van al je zonden.

Doet dit, zo vaak als je samenkomt, om aan Mij te denken. Jezus verlangt ernaar om samen te zijn met degenen die Hem liefhebben en Hem volgen. Hij verheugd zich als mensen samenkomen om aan Hem te denken. Dat is iets wat we moeten vasthouden, als we het avondmaal vieren. God vindt vreugde in als wij belijden dat we onze Heiland niet kunnen en willen missen. Als we het brood tot ons nemen en van de wijn drinken, zeggen we tegen de Vader: dank u voor uw Zoon. Dank u voor uw genade. God vindt daar vreugde in. Daarom moeten het we maar vaak vieren. Ook vanmorgen.

Amen.