Zo onbezorgd als een vogel … ?!

Schriftlezing: 1 Petrus 5: 5b-11
Datum: 26 juli 2015
Download PDF


1. Don’t worry, be happy?

Hoe vaak zeggen we het niet tegen elkaar: maak je geen zorgen, het komt vast allemaal goed. Soms heb je het nodig dat mensen dat tegen je zeggen. Want een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest (en dat nooit op komt dagen). Maar in de regel helpt je dat niet verder. Want zorgen, die hèb je gewoon! Over je gezondheid (je hebt deze week een gesprek met een arts), over je werk vanwege de spanningen die er zijn, over je relatie vanwege de strubbelingen, of over een van je kinderen, je raakt grip op ze kwijt; ze gaan een heel andere weg, en je ligt er wakker van. Je maakt je zorgen. Dat is toch terecht of niet? Dan helpt het niet als mensen tegen je zeggen: maak je geen zorgen. Ze moesten eens weten, denk je dan. Als ze in mijn schoenen zouden staan…

Of neem nu wat er om ons heen in de wereld gebeurt. Zoveel zekerheden zijn aan het wankelen. Het geweld dat toeneemt. Het ene land na het andere valt in chaos. De economische crisis en wat er met Griekenland gebeurt. De humanitaire crisis met al die bootvluchtelingen. Aanslagen, vernielingen, moord. Je slaat de krant er maar op na en je denkt bij jezelf: houdt het nou nooit een keer op? Waar gaat het met deze wereld naar toe? Hoezo geen zorgen maken?

De Amerikaanse artiest Bobby McFerrin maakte 25 jaar geleden een lied, dat twee weken op nummer 1 stond in de Amerikaanse hitlijst, en soms op de radio nog wel te beluisteren valt. U hebt het vast wel eens gehoord: don’t worry, be happy. Maak je geen zorgen, wees gelukkig. Als je dat lied bekijkt, dan gaat dat over dat je soms geen plek hebt om te slapen, dat je de huur niet kunt betalen, geen geld hebt. Over de zorgen van elke dag, van de arme en zwarte bevolking. Maar als je je zorgen maakt, maak je het extra zwaar voor je zelf: ‘in every life we have trouble, when you worry you make it double’. Waarom zou je anderen meenemen in je somberheid? Het lost niets op. Je wordt er zelf ook niet beter van. Don’t worry, be happy. Maar ja, zo’n levenshouding moet je maar net passen. Wij zijn in de regel niet zo relaxed. Zorgen kunnen je behoorlijk bezighouden. Zodat je er ’s nachts juist wel wakker van ligt.

Vanmorgen horen wij de Here Jezus zeggen: wees niet bezorgd. Dat is eigenlijk best een lastig woord. Want zorg, die hèb je gewoon! We leven niet meer het paradijs, waar Adam en Eva onbezorgd in de avondkoelte met God wandelen. We zien van alles om ons heen gebeuren. Hoezo niet bezorgd zijn. Ja, in de tijd van Jezus, kon dat zo nog wel gezegd worden, maar sinds die tijd is het leven op aarde – zeg nou zelf – toch een heel stukje complexer en ingewikkelder geworden. Dat woord van Jezus lijkt uit een heel andere wereld en een heel andere tijd te komen. Kunnen we daar vandaag nog wel wat mee? En zo ja, hoe dan?

2. Wat bedoelt Jezus?

Wat bedoelt Jezus met niet bezorgd zijn? Nou, als we zijn woorden goed lezen en tot ons laten doordringen, zit in het onderwijs dat Jezus aan zijn discipelen geeft, een kritische en een pastorale boodschap. Jezus is kritisch en tegelijk ook heel pastoraal. Eerst de

2a. Kritische boodschap

Wat ziet Jezus als Hij naar al die mensen kijkt, die in een grote kring naar Hem zitten te luisteren. Hij ziet dat ze bezig zijn in hun dagelijkse leven, ze werken, ze eten en drinken, ze trekken elke dag weer schone kleren aan. Dingen die allemaal heel gewoon en belangrijk zijn. Voedsel heb je elke dag nodig, want zonder kun je niet leven. Kleding heb je ook nodig, want je moet jezelf beschermen tegen de hitte of de kou, anders kun je ziek worden, met alle gevolgen van dien. Als Jezus het over bezorgd zijn heeft, noemt hij dus hele gewone dingen, waar mensen elke dag mee bezig zijn. En daar is op zich helemaal niks mis mee. Maar waarin zit dan wel het probleem? Waar maakt Jezus zich dan wel zorgen over? Dat wordt duidelijk als we kijken naar het slot van vers 25. Daar zegt Jezus: Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Daar ligt zijn zorg. Het probleem waar Jezus op doelt is, dat je je leven als het ware reduceert tot wat je eet en drinkt en welke kleding je aandoet. Dat je leeft, eet en drinkt, je werk doet en naar school gaat, bekijkt welke kleren je vandaag weer aan doet, maar dat je niet toekomt aan de diepere vragen. Je agenda is gevuld met – zeg maar – de dagelijkse gang van zaken. Met je werk, school, studie, opleiding, vriendschappen, zorg voor je gezin als je dat hebt, huishouden, zonder dat je toekomt aan de belangrijkste vraag: ben ik met de juiste dingen bezig? Beantwoordt mijn leven aan hoe God het heeft bedoeld? Dat is de achterliggende zorg van Jezus: je leven is veel belangrijker dan wat je eet, doet en hoe je je kleedt.

Even ervoor had Hij gesproken over geen schatten verzamelen op aarde, maar in de hemel. Let op zegt Jezus: je leven gaat niet op in eten en kleding, in verdienen en consumeren, in hoe je er uitziet en op anderen overkomt; dat zijn schatten op aarde. Zoek eerst het koninkrijk van God. Vergeet niet dat er ook een hemel is. Al dat andere daar zorgt God voor. Zoek eerst het Koninkrijk. Staat God op de eerste plaats? Betrek je Hem bij alles wat je doet? Aan heidenen, niet gelovigen, kun je dat niet vragen (vers 32), maar jullie zijn kinderen van het koninkrijk. Vergeet niet, dat je leven eeuwigheidswaarde heeft, dat je een ziel hebt, die je kunt verliezen, door niet met de juiste dingen bezig te zijn. Wees niet bezorgd over wat je eet en drinkt, hoe je je kleedt en overkomt, maar wees bezorgd dat je leven geborgen is bij God; dat je naam geschreven staat in het boek des levens. Wees bezorgd dat God op je kan rekenen en door je heen kan werken in deze wereld. Dat Zijn zegen via jou naar anderen kan stromen.

Dat is een scherpe, maar ook wel actuele boodschap. Want ons leefklimaat is wel behoorlijk anders. Als ik de reclames zie op TV of advertenties in tijdschriften, dan gaat het meestal over eten en drinken. Programma’s over taarten bakken, 24 kitchen, Jamie’s kookkunsten zijn erg populair; op zich leuk om te zien, maar de suggestie erachter is dat dit je gelukkiger maakt. Dat het leven om eten draait. De tijdschriften van de supermarkten worden steeds uitgebreider en luxer. Eten is in. De reclamefolders van kledingbedrijven worden steeds mooier en luxer. Het lijkt wel of je lichaam en je uiterlijk het een en al is geworden. Daarachter zit ook veel onzekerheid. Mensen zijn bezig met hun identiteit: wie ben ik? Hoe zie ik eruit? Hoe kom ik over? Ze doen hun best om zich te bewijzen en vinden hun identiteit in mooi zijn, in hun werk, in wat ze hebben of eten. Als je echt gelukkig wil zijn, haal er dan uit wat erin zit, want wat er morgen gebeurt weet je niet. Je leeft tenslotte maar een keer.

Waarom die kramp? Waarom die stress om alle suit het leven te halen? Dat heeft denk ik met angst te maken. Mensen zijn bezorgd dat ze iets te kort komen. Het leven is kort. Daarom proberen ze er alles uit te halen. Steeds meer moeten grenzen verlegd worden. De ene climax moet de andere opvolgen. Het heeft iets van vuurwerk; op den duur is het vermoeiend en na afloop zit je in het donker. De angst dat dit leven alles is en dan moet je benutten en er maximaal van genieten.

Maar Jezus ziet hierin een gevaar. Er hoeft maar iets te gebeuren, en je leven stort als een kaartenhuis in elkaar. Je baan is alles voor je, maar onverwacht wordt je ontslagen en zijn er financiële zorgen. Je uiterlijk is je heel wat waard, maar opeens wordt je geconfronteerd met gebreken en je zo mooie en sterke lichaam, is opeens heel kwetsbaar. En zo is er veel meer te noemen.

Daarom zegt Jezus: Zoek eerst het Koninkrijk. Richt je Mij en op de dingen die blijven. Wat blijft? Een schat verzamelen in de hemel, dat is toch vooral Jezus zelf. Hij is de parel van grote waarde. Je hebt de schoonheid van die Parel toch al wel ontdekt?! Wat voor God in de eeuwigheid telt, is hoeveel Hij van Zijn Zoon in ons heeft kunnen leggen. Hij wil dat het karakter, het leven en de liefde van Jezus in ons leven zichtbaar wordt. Dat is Zijn grootste zorg. Dat is de schat die niet vergaat. Dat zegt een buitenstaander niets. Maar een discipel zegt het alles. Die heeft een steeds sterker worden verlangend om te groeien en vol van Jezus te zijn. Hoe is dat bij u en bij jou? Soms doen we als christenen net zo hard mee met de rest van de wereld. En maken we ons om dezelfde dingen druk als mensen die niet geloven. Daarom is dit woord van Jezus ook een aansporing: je leven is meer dan eten en drinken en kleding. God wil graag de eerste zijn in je leven. Hij wil je graag gebruiken en door je heen werken daar waar je woont, studeert en werkt. Is dat ook onze zorg?

2b. Pastorale boodschap

Tegelijk is het woord van Jezus ook zo bemoedigend. Want heel veel zorgen in ons leven hebben niet direct te maken met verkeerde prioriteiten. Maar zijn gevolg van de gebrokenheid van het leven. Als we jong zijn herkennen we iets van die onbezorgdheid van een vogel, die vrolijk rondfladdert. Maar soms kan het ook heel anders zijn. Als je zestien ben en je eenzaam voelt en het niet zo botert met vriendschappen. Als je worstelt met jezelf, met je identiteit, en je vraagt je af hoe het verder moet. Als je te maken kreeg met een echtscheiding en elke dag is een worsteling om door te komen. Als het nooit tot een trouwdag kwam. Als je psychisch zo’n knauw hebt gekregen, dat je je uitgerangeerd voelt. Als je zo verwond bent door incest of je miskent voelt en gemeden vanwege je geaardheid. Er kunnen zoveel zorgen zijn die je leven kunnen beheersen. Zoveel mensen, zoveel zorgen. Misschien juist wel extra sterk nu je echt de Here Jezus wilt dienen. Dat je zo opeens zo last hebt van de tegenstander. Je ervaart opeens heel veel aanvechting, oude verslavingen die de kop weer op steken. Ziekte kruist je pad en je moet teleurstellingen of tegenslagen incasseren. Wat kun je dan met dit woord van Jezus? Wees niet bezorgd. Tot vijf keer toe: wees niet bezorgd!

Wat zegt de Here Jezus vanmorgen tegen je? Er is een ding dat je echt moet weten, en dat is dit: Mijn Vader in de hemel zorgt voor je! Je leven is in Zijn hand. Je kunt onbezorgd leven, want er is er Een die voor je zorgt. Kijk eens naar de vogels, zegt Jezus, hoe die eten en drinken bij elkaar scharrelen. Dan doen ze niet door stil te zitten; ze vliegen af en aan. Ze zijn bezig, maar niet met zaaien en oogsten en het aanleggen van voorraden. Ze zijn bezig, maar niet met de vraag of er genoeg is en waar ze dat vandaan moeten halen. Vogels leven van wat voorhanden is. Ze leven bij de dag. Zo zijn dieren. Wij mensen zitten anders in elkaar. Wij plannen en organiseren. En daar is niets mis mee. Toch kunnen wij iets van de vogels leren, zegt Jezus.

Ik herinner me het grote plein in Concepcion in Chili. La plaza de armas. In het midden een grote fontein. We gingen er graag naar toe, toen onze kinderen nog klein waren. En als je daar dan was, kwam er een grote zwerm duiven op je af. Ze waren voor al die mensen niet bang. Als je dan wat brood had, of resten van een koekje, je hoefde het maar op je hand te leggen of ze kwamen en pakten het er met hun snavel uit.

Zo mag je leven uit Gods hand, zegt. Omdat onder jouw leven sterke Handen zich bevinden. Van je hemelse Vader. Tot drie keer toe spreekt Hij daarover: vs. 26: uw hemelse Vader voedt; vs. 30: uw hemelse vader bekleedt; vs. 32: uw hemelse Vader weet wat u nodig hebt, nog voordat je het Hem vraagt. Leef in dat vertrouwen, zegt Jezus. God laat je niet uit Zijn hand vallen!

Jaren geleden maakten een legerofficier en zijn vrouw een reis per schip over de oceaan. De vrouw was vreselijk bang. Ze vreesde het ergste. De officier trachtte haar te kalmeren maar dat lukte niet. Bij een hevige windvlaag, klemde zijn vrouw zich aan hem vast en schreeuwde: hoe kun je toch zo rustig zijn? De man deed een paar passen terug en trok zijn zwaard en richtte met de punt van zijn zwaard naar haar hart. Schrik je hiervan, zo vroeg hij? Zij antwoordde zonder aarzeling: nee, natuurlijk niet. Waarom niet, zo vroeg hij haar? En zij antwoordde: Omdat jij het zwaard in je hand hebt. Je houdt te veel van mij om me te doden. Waarop de officier zei: Ik ken Degene in wiens handen de winden en het water zijn, Hij is onze God en Hij zal zeker voor ons zorgen.

Wees niet bezorgd, je hebt een Vader in de hemel, die van je houdt en oor je zorgt. Hij weet wat je nodig hebt! Vertrouw je leven maar aan Hem toe. Dat is ook wat Petrus zegt: Want Hij zorgt voor je.

3. Ja maar…

Maar wat als ik mij toch zorgen maak? Daar kies je toch niet voor? De Here Jezus nodigde ons uit om te vertrouwen, dat we niet bezorgd hoeven te zijn; Petrus geeft ons advies wat met zorgen het beste kunnen doen. Hij zegt: Werp al uw zorgen op Hem, op Jezus! Dat Griekse woord merimna, hier vertaalt met zorgen, in de SV met bekommernis, gaat over ongerustheid, angstige bezorgdheid. In dat woord zit de stam van een werkwoord dat ‘verdelen’ betekent. Bezorgdheid ‘verdeelt’ je gedachten en ondermijnt het vertrouwen. Daarom moet je ze bestrijden. Hoe dan? Iemand eens zei: elke avond als ik ga slapen, leg ik mijn zorgen op het nachtkastje neer en daarna ga ik rustig slapen. Heb je dat al wel eens geprobeerd? Dan weet u dat als u de volgende morgen opstaat, al die zorgen weer terugvindt. Dan stop je ze weer in de rugzak en moet je er de hele dag meesjouwen. Nee, we moeten de zorgen op Jezus werpen.

Werpen doe je met een steen. Jongens en meisjes jullie weten wat dat is. Als je op vakantie bent, en je komt een rivier tegen in de bergen, dan pak je vaak stenen om ze in het water te gooien. Je werpt ze weg. Om te zien hoe het water ze meeneemt. Maar je weet ook als je met stenen gooit, dat je altijd moet oppassen. We moeten er niet iemand anders mee raken. Maar hier is het wel de bedoeling. Je mag je zorgen wegwerpen, zoals je een steen wegwerpt. Je mag ze naar de Here Jezus gooien. Hij vangt al die stenen op. Hij verzamelt ze. En Hij gaat ermee naar Zijn Vader. Als mens staat Hij aan onze kant. Als Zoon van God staat Hij aan de kant van de Vader. Vader dit is de nood, dit zijn hun zorgen. Zo bemiddelt Hij. Pleit Hij voor ons. En de Vader hoort naar Zijn Zoon. Altijd. Want de band van de Zoon met de Vader is zo sterk. Omdat de Zoon gehoorzaam is, omdat Hij onze zonden aan het kruis heeft willen dragen, en nu er niets meer is dat ons van de liefde van God kan scheiden, schenkt de Vader ons – omwille van de Zoon – moed en kracht, verlichting en de nabijheid van de Heilige Geest. Hij neemt de zorgen in Zijn handen. Hij neemt ze van ons over. Zodat wij kunnen rusten. Je kunt je zorgen pas van je afzetten als er iemand is die ze overneemt. Wij mogen al onze zorgen van vandaag en morgen in Gods machtige hand leggen. Gods hand wordt in beweging gebracht door Zijn hart. Hij weet wat van zijn maaksel zij te wachten. Zijn zorg maakt onze bezorgdheid overbodig.

4. Zo onbezorgd als een vogel

Onbezorgd zijn is niet eenvoudig. Er zullen altijd weer dagen zijn die vol problemen zijn, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad, zegt Jezus. God heeft ons geen rozentuin beloofd en ook geen kalme reis. Maar Jezus nodigt ons uit om met alles wat er speelt in ons leven, te rusten in de trouwe zorg van God.

Denk aan de vogels. Ze kunnen enkel leven uit Gods hand. Zing de Psalm mee en laat je troosten: zelfs vindt de mus een huis, o Heer, en de zwaluw, ze fladderen rond in de tempel bij het altaar. Bij u mijn koning en mijn God verwacht mijn ziel een heilrijk lot. Zo kun je verder. Van kracht tot kracht. Dankzij Jezus.

Amen.