Als God je roept …

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Als God je roept ...
Loading
/
Schriftlezing: Jeremia 1
Datum: 23 juli 2023
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Als God je roept ...



Loading





/

1. Ben je beschikbaar?

Als God je roept, wat zeg je dan?

Toen de Here Abraham riep (Genesis 22), zei hij: ‘Hinneni’. Zie, hier ben ik.

Toen God Mozes riep (Exodus 3), antwoordde hij:’Hinneni’. Zie hier ben ik.

Toen God Samuel riep (1 Samuel 3), antwoordde hij met dezelfde woorden. Zie hier ben ik.

Toen God tegen Jesaja zei (Jesaja 6), wie zal ik zenden, was zijn antwoord: ‘Hinneni’. Zie hier ben ik.

Toen God de Vader aan Jezus vroeg: ‘Wie zal Ik zenden om deze wereld te verlossen’, antwoordde hij: ‘Hinneni’. Hier ben ik om uw wil te doen, zend Mij.

Als God jou roept, wat is dan je antwoord?

2. Over roeping gesproken …

Het gaat vanmorgen over roeping. Wat dat is en hoe God roept. We staan erbij stil aan de hand van de roeping van Jeremia. God roept deze jonge persoon om profeet te zijn. Hij mag Gods woorden doorgeven aan het volk. Het is geen gemakkelijke taak. Jeremia aarzelt ook en heeft zo zijn bedenkingen. Het is ook een uitermate donkere en moeilijke tijd. In veel opzichten een tijd die ook wel lijkt op de tijd waarin wij leven. Ik werd bij de voorbereiding van de preek sterk bij dit hoofdstuk bepaald. Ik heb het idee dat God een boodschap voor ons allemaal heeft, aan de hand van Jeremia 1.

Voordat we in dit hoofdstuk duiken, wil ik twee opmerkingen maken.

De eerste is dit: ik gebruik vanmorgen een brede definitie van roeping. Formeel gezegd: het gaat over het ambt van alle gelovigen. Over de roeping die we allemaal hebben als gelovigen. In de kerk en in de samenleving. De roeping om God te dienen, met de gaven en talenten die we van Hem gekregen hebben. De roeping om getuige van Christus te zijn. Dat kan in de kerk zijn: dat God je roept om predikant te worden, of ambtsdrager, of catecheet of clubleider. Of je ervaart een roeping voor het onderwijs, of in een publiek ambt, of in de politiek, of in het bedrijfsleven. Je hebt de gaven ervoor, de passie misschien, het past bij je. Of misschien weet je je als oudere geroepen om er voor je kleinkinderen te zijn, of je ervaart een speciale roeping tot het gebed.

Trouwens in het woord ‘beroep’ zit ook het woordje ‘roep’ van ‘roeping’. Het gaat erom dat we ons leven niet alleen als geschenk zien, maar ook als roeping. Omdat God door ons heen wil werken in deze wereld. Ambassadeur zijn van de Heere Jezus, in wat we zeggen en doen; op alle terreinen van ons leven, in de kerk en in de samenleving. Daarover gaat het vandaag.

Het tweede, wat hier eigenlijk nog onder ligt, is dat God ons allemaal, jong en oud, roept om in de Heere Jezus te geloven. U weet, in Hem heeft God zijn handen naar ons uitgestrekt. Hij is onze Heiland, onze Redder. Hij verlost ons van onze schuld. Hij heeft onze zonden gedragen aan het kruis. Hij is de wijnstok, Hij wil dat wij ranken zijn. Hij is de Bron en wil dat we ons aan Hem laven. Elke keer dat we in de kerk zijn, elke keer als we het Woord openen, klinkt Zijn stem: volg Mij! Ook vandaag! Leg je leven in Mijn hand. Ik ben de weg, de waarheid en het Leven. Hebben we ons aan Hem gewonnen gegeven?

In Colombia, vlakbij het seminarie, staat een kerk, met daarop de tekst: ‘De meester is daar en Hij roept u?’ Een betere keus kun je niet maken. Mag dit ons antwoord zijn: Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan U.

3. Wat God ons wil zeggen

God is een roepende God. Dat blijkt uit Jeremia 1. Dit hoofdstuk gaat over de roeping tot profeet, maar er zijn veel overeenkomsten met andere roepingsverhalen in de Bijbel. Steeds weer zien we dezelfde dingen oplichten. Daarom is de betekenis van deze roeping ook breder en leerzaam voor ons. Ik ga zeven dingen noemen en toepassen.

(1) Als eerste dit. Tot twee keer lezen we: ‘Het woord van de Heere kwam tot Jeremia’ (vs. 2, 4). God neemt het initiatief. Dat is bijzonder, want het is een donkere tijd. Jeremia treedt op aan de vooravond van de ballingschap. In 587 wordt ook het twee-stammenrijk door de Babyloniërs weggevoerd. Het is in die tijd dat God gaat spreken.

De roeping van Jeremia begint in de dagen van Josia. Dat was nog een goede koning. De koning van de reformatie. Maar daarna gaat het snel bergafwaarts met Jojakim en Zedekia. Jeremia ziet allerlei dingen gebeuren. Hij is als profeet een soort seismograaf. Zo’n apparaat dat de trillingen van de aarde registreert. En als die hevig uitschiet, weet je dat er een aardbeving dreigt.

Jeremia voelt aan wat gaat komen. Tijd van turbulentie en chaos. Oorlog en geweld. Volksverhuizingen en massadeportaties. Steden worden verwoest. Land en volk op grondvesten geschud. Onzekere toekomst.

En: wat is de oorzaak? In 1:16 zegt God: het volk heeft Mij verlaten en offers gebracht aan andere goden. De goden van welzijn en geluk; de goden egoïsme en zelfzucht, gemakzucht. Alle tijd en energie gaat daar naar uit. En God, Hij raakt steeds meer uit beeld. Zijn stem wordt niet langer meer gehoord. Hij wordt niet langer meer ervaren. Met als gevolg, dat het leven steeds meer seculier wordt. Gemis aan transcendentie. Wat we zien, dat telt. Als je Gods stem niet hoort, dan speelt Hij geen rol meer in het dagelijkse leven. Je neemt zelf de regie in handen. Als ik het niet doe, wie dan?

Veel jonge mensen vandaag hunkeren naar ervaring van God. Ze worstelen met de vraag – misschien jij ook wel – of het geloof relevant is voor vandaag. God ja, maar hoe dan? Misschien worstelen we zelf ook wel om het leven met God een plek te geven in een cultuur die seculier is; te midden van mensen die niet geloven. Hoe ben ik christen in mijn bedrijf? Hoe kan ik te midden van mijn niet gelovige vrienden of collega’s Jezus vertegenwoordigen? Welke rol heb ik in de gemeenteraad of in de politiek? Leg ik mij neer bij de apathie en de polarisatie of vraagt God wat anders van mij? En zo ja wat dan?

Laten we even terug gaan naar het begin. Alles begint bij de roep van God? Het woord van de Heere kwam tot mij. Wanneer en hoe heb je die roep gehoord? Ga eens even terug naar dat moment. Zeker, je kunt een stem gehoord hebben. Een besef van urgentie gehad. Een preek raakte je. Een bijbelwoord haakte. Een woord van iemand trok je over de streep. Misschien is het al even geleden, maar zo werkt God. Hoe staat het met die roep, het appél van God op ons? Functioneert deze nog steeds in je leven?

Of is deze naar de achtergrond geraakt. Het besef van urgentie verdwenen. Je bent ergens voor gevraagd, maar je je zegt steeds nee. Soms met goede redenen. Maar als het uit lauwheid is of omdat andere dingen je meer beheersen dan de zaak van God, dan is bekering nodig. Dr. Wim Dekker schreef een prachtig boek over bekering. Als de zaak van Christus en Gods koninkrijk niet hoog op onze agenda staan, is ommekeer nodig. God roept wel, maar wij horen dan niet zijn stem, omdat we zo druk zijn met andere dingen.

God wil ons inschakelen. Daarom spreekt Hij.

(2) Het tweede. Vers 5: voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend; voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb ik U geheiligd. Dan volgen de woorden: ‘Ik heb u aangesteld tot profeet’. Voordat God mensen roept, heeft Hij ze al gevormd en bekwaam gemaakt. Roeping komt niet zomaar uit de lucht vallen, er is al heel veel voorbereidend werk aan vooraf gegaan. Hij heeft ons de gaven en talenten gegeven, waarop Hij later een beroep kan doen. God weet wat Hij doet. Wees er van overtuigd, als God je roept, dat Hij je dan al lang in beeld had: Ik heb je gekend, vanaf het eerste begin. En wees ervan verzekerd, dat Hij ook alles geeft wat nodig is om Hem in die roeping te kunnen dienen.

Dat mag ons moed geven. Als je je plek als christen wilt innemen. In je bedrijf, als je voor lastige keuzes staat. Als je voor de klas staat, en je vraagt je af of je door moet. Als je worstelt met je identiteit. Als je het zo lastig vindt om je geloof handen en voeten te geven. Weet dan dit: God kent je. Hij weet wat er leeft in je hart. Hij weet wat je nodig hebt en zal erin voorzien, als je Hem zoekt.

(3) Dan het derde. Als God roept, is er ruimte voor aarzeling en bedenkingen. Jeremia roept het uit – in vers 6 – ‘Ik ben nog maar een jongen’. Hoe oud zal hij geweest zijn: 15 of 18 jaar? Dat denken de uitleggers. Jong dus. Onervaren zelfs. Hij kan niet eens goed uit zijn woorden komen. Hij ziet op tegen de taak.

Is dat niet herkenbaar? Dat je denkt: bij moet je niet zijn. Vraag die ander maar, die kan het beter. Die heeft meer ervaring. Maar weet u, dat doet God niet: Hij roept jou en u. Om in Hem te geloven, dat allereerst, maar ook om Hem te dienen, in die concrete taak, in dat wat Hij op uw hart heeft gedrukt.

De Heere adresseert de bezwaren van Jeremia. Weet je hoe God dat doet? Hij ontkent de bezwaren niet, maar tegenover het kleine en bezwaarde ‘ik’ van de profeet, zet Hij het grote ‘IK’ van Zichzelf. Ik zal je zenden. Ik zal zeggen wat je zeggen moet. Ik stel je aan. Wees niet bevreesd.

De focus ligt niet langer meer op de dienaar maar op de Meester. Als Hij roept, dan kan het!

God raakt zelfs zijn mond aan: Zie Ik geef Mijn woorden in uw mond. Met andere woorden: Hij geeft wat nodig is. Moet je spreken, dan mag je de woorden die God je geeft spreken. Moet je dienen, dan mag je dat doen vanuit de kracht die God geeft. Hij geeft wat nodig is om je taak, je roeping te kunnen uitvoeren.

(4) Als vierde. God geeft Jeremia een teken. Een beeld. Twee beelden om precies te zijn. Een amandeltak en een kokende pot. Beide hebben met zijn roeping te maken. God spreekt in stereo. Hij kan soms een beeld geven. Een droom. Iets uit je dagelijkse leven waardoor Hij tot je spreekt. Als een extra bevestiging. Woord en beeld gaan samen.

De amandeltak. Dat is de eerste boom die in de lente bloesem laat zien. Heel Anatoth stond er vol mee. Jeremia ziet een amandeltak en God zegt: Ik waak over mijn woord. Een kleine woordspeling. Het woord voor waken in het Hebreeuws (sjoqed) lijkt veel op het woord voor amandel (sjaqed). Zoals de amandel het eerste wakker is, zo is God wakker. Hij waakt over Zijn Woord. God zal altijd Zijn beloften nakomen. Via dat beeld komt de bemoediging. God is altijd wakker. Hij ziet ons en weet wat we nodig hebben. Intensive care.

(5). Het andere beeld is een pot water die op het vuur te koken staat. Ik maak daar punt vijf van. Hij staan een beetje scheef. Het water kookt en stroomt naar één kant over. Dat beeld heeft ook met Jeremias roeping te maken. De komende pot is een beeld van het oordeel van God. Omdat ze God aan de kant hebben gezet, heeft Hij zijn beschermende armen weggetrokken. Nu zullen vanuit het Noorden de Babyloniërs komen en het volk in ballingschap wegvoeren. God oordeel zal het volk treffen. Donkere wolken zullen zich boven Israël samenpakken. Het onweer dreigt. De storm staat op het punt om los te breken.

God roept Jeremia om het volk te waarschuwen. Voor het onheil dat aanstaande is. Voor de storm die opsteekt. Jeremia heeft een dubbele missie: om weg te rukken en af te breken, maar ook om te bouwen en te planten. Maar voordat er gebouwd en geplant kan worden, moet het onkruid verwijderd worden, moet huizen zonder fundament afgebroken worden.

Er zijn veel problemen vandaag waar we als land voor staan, met de natuur en het milieu, de gevolgen van schandalen, de polarisatie en het ongenoegen, de vluchtelingen, de oorlog op ons continent. God is – denk ik – bezig aan de fundamenten van onze samenleving te schudden. Net als in de tijd van toen. Als God niet langer welkom is in een land en in een cultuur, dan heeft dat grote gevolgen. Als Hij zich terugtrekt, dan wankelen de grondvesten van een samenleving.

Wat is dan nodig? Dat er mensen zijn die de Heere zijn toegewijd, die zich door Hem laten roepen en inschakelen. Mannen en vrouwen die met Jezus leven en die op hun post blijven, die moedig zijn en de vinger bij deze zere plekken durven te leggen. Dit zijn de gevolgen van onze keuzes en egoïstische manier van leven. Maar die zich tegelijkertijd met hart en ziel, met alles wat ze hebben, voor God en Zijn koninkrijk inzetten. In de mantelzorg. In de politiek. Het bedrijfsleven. Het onderwijs. In het zorgcentrum. Mensen die maar één verlangen hebben, dat naam van Christus wordt groot gemaakt, dat de waarden van het Koninkrijk van God een plek krijgen in het dagelijkse leven. Soms moeten daarvoor dingen afgebroken worden. Soms moet een zaak eerst vastlopen, voordat er iets nieuws kan ontstaan. Afbreken. Maar ook bouwen.

Christenen zijn in diepe zin bouwers. Constructief. Omdat ze weten dat de bouwstenen van Gods koninkrijk het meest toekomstbestendig zijn. Dat wat uit liefde van Christus wordt gedaan, zal blijven bestaan.

(6) Ik kom mijn mijn zesde punt. God roept Jeremia om op te staan. Het is tijd. Vers 17: omgord dan je middel, sta op en spreek. Er is een besef van urgentie. De oude generatie is weggevallen, God roept een nieuwe en jongere generatie. Wie staat er vandaag op?

Die vraag kwam onlangs voorbij. In de politiek. Premier Rutte kondigde aan te gaan stoppen, en de ene politicus na de ander gaf aan datzelfde te doen. Zullen er voldoende mensen klaar om dit publieke ambt over te nemen? Mensen die zich geroepen weten zich in te zetten voor ons land, te midden van alle polarisatie en bedreiging?

De vraag speelt ook in de kerk. Onze kerk kent zo’n 1500 gemeentes en evenveel predikanten. Wist u dat de komende 10 jaar 50% van de predikanten met emeritaat gaat? Dat is een enorm groot aantal. Dat zal grote gevolgen hebben voor het functioneren van gemeentes en kerken. Staat er dan een volgende generatie klaar die zich tot dit ambt geroepen weet?

Sta op en ga. Die roep komt vanmorgen ook naar ons toe. Verder gaan met waar je mee bezig was. Als je met de goede dingen bezig bent. Een nieuwe taak waartoe God je roept, misschien? Neem het mee, als een gebed. Beschikbaarheid is het begin. Dat mogen we elke morgen trouwens doen, zodra we de gordijnen opendoen. Heer, dank u dat ik u mag kennen, wat wilt u dat ik vandaag voor u doe? Zo mag je je dagelijkse leven als een roeping zien.

(7). God beschermt je roeping. Als God iets van je vraagt, je roept, dan beschermt Hij ook je roeping. Dat zie je ook hier. Ik stel je aan als een versterkte stad, een ijzeren pilaar, tot bronzen muren. Dat heeft met bescherming te maken. God zegt hiermee: Ik waak over je roeping. Niemand kan dat van je afpakken. Je roeping is veilig in Zijn handen. Het zal niet makkelijk zijn. Misschien sta je alleen. Maar vergeef één ding niet: Ik ben met je. Twee keer zegt God dat tegen Jeremia. Hij zegt het ook tegen jou en tegen u en tegen mij: Ik ben met je. Als de Heere met ons is, wat zullen mensen ons dan kunnen doen. Met de Heere zijn we altijd in de meerderheid.

4. Dienen uit dankbaarheid

Tenslotte. Waarom zou je gehoor geven aan de roepstem van God? Omdat Degene die roept, ook Zelf alles heeft gegeven! Paulus zegt: Hoe zal Hij, die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? God schenkt ons in Jezus Zijn genade en Zijn onvoorstelbare liefde. Ik mag die dankbaar aanvaarden. Ik mag Zijn kind zijn. Daarom wil ik Hem dienen met mijn gaven en talenten. Ik wil de tijd die ik nog heb niet door mijn vingers laten glippen. Door een mens te zijn van gebed. Door te spreken met woorden van Hem. Door te dienen uit Zijn kracht. Zo lang ik leef. Waarom? Uit dankbaarheid. Kan er een andere reden zijn voor ons antwoord op Gods roepstem?

Amen.