Als God nee zegt

Schriftlezing: Handelingen 15:35 - 16:15
Datum: 19 februari 2017
Download PDF


1. Een moeilijke ervaring

Wat Paulus overkomt, is voor ons wel herkenbaar. Als er deuren dichtgaan.

– de baan die toch niet door gaat, ondanks dat de gesprekken zo goed waren, en je er zo goed zou passen, hoeveel je ervoor gebeden hebt…

– relatie die naar 3 jaar uitgaat; veel samen gedeeld, van alles geprobeerd, en toch zet die ander onverwacht de stap of gaat het niet

– moeilijke situaties op school of op je werk, die steeds maar terugkomen, lijkt of gebed niet helpt

Staat God dit allemaal toe? Hij heeft er misschien een punt achter gezet. Zei hij nee? Maar waarom dan? Hoe heeft hij met die situatie te maken?

Gods leiding is nog niet zo eenvoudig.

2. Ook Paulus herkende dat

Dat was bij Paulus niet anders. Tot twee keer toe zegt God nee. Opvallend.

Want het begon zo goed. Concilie geweest in Jeruzalem. Lastige vragen. Wat moeten heidenen minimaal geloven en van de Joodse Wet overnemen. Onduidelijkheid belemmerde de groei.

Nu duidelijkheid gekomen. Helderheid. Gemeentes groeien verder.

Paulus heeft verlangen om broeders en zusters, gemeentes opnieuw te bezoeken. Versterken in geloof. Verdieping. Geestelijk vaderschap. Omzien naar. Evangelisatie is een ding. Toerusten en opbouw ook belangrijk.

Efeze 4: heiligen toerusten tot dienstbetoon.

In de flow van de Geest. Alles goed en voorspoedig. In zijn element. Gaven gebruiken en door God benut. Zegenrijke tijd.

Dan komt kink in de kabel. Geest staat niet toe naar Asia te gaan. …

Dan naar Bithynië toe. Ook dat staat Geest niet toe.

Raadselachtig. Hoe kan wat eerst gezegend wordt, zomaar gestopt worden. Waarom laat God dit niet gebeuren.

Twee keer gaat deur dicht.

Hoe duidelijk geworden? Vertelt Lucas niet.

Ziekte. Slecht weer. Mensen niet opdagen. Droom. Tegenstanders (onveilig). Rovers.

2 Korinthe 11:26-27.

Innerlijk gevoel van onvrede. Voor Paulus en anderen duidelijk signaal. Innerlijke overtuiging. Deze kant niet op. Geest zegt nee.

3. Hoe reageert Paulus?

Hij blijft in beweging. Het raadsel blijft. Waarom die twee deuren dicht gaan, weet Paulus niet. Niet bij pakken neerzitten. On the move.

Henk Binnendijk: Schip alleen bij sturen als het vaart.

Kan zijn dat er in het nee-zeggen van de Geest een correctie zit?

Vers 36 uitleggen: laten wij… eigen plan. Hoe goed ook, toch niet Gods bedoeling.

Wij: altijd ervoor openstaan; hoe goed dingen voelen; hoezeer je op je plek ergens kunt zijn, toch kan God daar verandering in brengen. Omdat hij iets anders heeft. Dat zie je niet op dat moment. Wordt achteraf pas duidelijk.

Daarom Psalm 25: uw wegen, uw plan. Uitleggen kort.

Dingen op altaar leggen. Heer, wat wilt u dat ik doe? Grote vraag van Paulus.

In op pad zijn zit ook vertrouwen. Dat Gods plan doorgaat. God is trouw. Hij laat je niet los. De teleurstelling over het nee, over dingen die anders, pijnlijk anders lopen is er. Mag voluit een plek hebben.

De weg van God gaan is een zaak van gehoorzaamheid. Niet van leuk zijn en altijd in de flow zijn. Is pijnlijk soms. Lastig. Tegen je gevoel in. Het is de beste weg, maar niet de gemakkelijkste.

De droom van Paulus was om naar Efeze in Asia te gaan en naar Bithynië om de gemeente te versterken. Maar nu gaat dat niet.

Weet u wat zo mooi is? 5 jaar later zou hij alsnog in Efeze komen en daar 2 jaar werken en een bloeiende gemeente achter laten. En later zou Petrus Bithynië bezoeken.

Soms betekent een dichter deur: later … soms betekent een dichte deur: iemand anders.

Maar altijd is daar God die het laatste woord heeft en verder leidt, groter leidt, anders leidt.

4. Troas ervaring.

Dan komt Paulus in Troas. Havenstad. Zee voor zich. Geen kant kan hij op. Daar niet. Daar ook niet.

Ik denk dat wij allemaal wel eens in Troas zijn geweest. De plek dat je het even niet meer zit zitten. Geen uitkomst. Geen uitzicht. Heer, hoe nu verder?

Wat nu? Hoe kom je nu verder?

Een ding is belangrijk: de Troas-ervaring is een oefening in vertrouwen. Hoe moeilijk dat ook is. Vertrouwen dat God uitkomst geeft. Vertrouwen dat nu deuren dicht gaan, God een venster openen kan.

Mag je dat verwachten? Ja. Is God dat verplicht? Nee. Maar als je je leven in Zijn hand legt, dan mag je weten

1. dat Hij erbij is; dat heeft Hij beloofd; slot Mat. 28.

2. dat Hij je niet loslaat; Hebr. 13: Ik zal je niet begeven en niet verlaten.

3. dat Hij machtig is om nieuwe wegen te openen; Psalm 32: mijn oog zal op je zijn; Ik zal je raad geven; Ik zal leiden, Psalm 25.

Troas-ervaring is dus een crisis-ervaring en een oefening in vertrouwen. Een tijd van worstelen en gebed. Dat mag. Dat hoort ook bij het geloof.

Strijd in de gebeden zegt Paulus tegen Timotheus. Er is tegenstand. Er is onrecht. Je bent onheus bejegend. Vul maar in.

Wij mensen zijn geen eenden, die de moeilijke dingen als waterspetters van ons afschudden. Nee, we slapen slecht. We worstelen met hoe dingen gaan. Is soms heel ingewikkeld.

Tegelijk moeten we ook oppassen dat we er niet in blijven steken. We kunnen zo druk bezig zijn met de dichte deur, dat je de andere deur die opengaat niet opmerkt!

5. En toch gaat God verder

God laat niet los wat Zijn hand begon. Belijden we elke kerkdienst. Hoe pakt God dit aan? Wat kunnen wij van deze Troas ervaring leren?

Een ding niet: geen gemakkelijke oplossing. Paulus komt in Troas en nog in diezelfde nacht geeft God hem een visioen en hij mag naar de overkant toe. Een nieuwe bestemming? Er ligt zomaar een bootje klaar.

Nee, dat staat er niet. Zo gemakkelijk gaat het niet. In een nacht krijgt Paulus een visioen. Maar dat is niet gelijk. Dat zegt het Woord niet. Paulus is enige tijd in Troas geweest. Hij heeft daar geworsteld met God. Hij heeft mensen gesproken. Hij heeft getwijfeld: hoe nu verder? Wat is de bedoeling?

Weet u hoe ik dit weet?

1. omdat dit bij het leven hoort. Als wij het hebben, dan heeft Paulus het ook gehad, dat hij worstelde. Dat je plan of weg van God niet ziet. Maar vooral …

2. omdat iemand zich bij het reisgezelschap gaat voegen. Kijk maar in vers 10: als Paulus visioen heeft, deelt hij het met de anderen die erbij zijn, en dan lezen we ‘wij maakten eruit op dat God ons geroepen had’. Wij. Wij, dat zegt de schrijver van het boek Handelingen: Lucas. Lucas de arts is daar in Troas.

Niet eerder waren we hem in Handelingen tegen gekomen, maar nu voor het eerst horen we van hem.

In Troas stuurt God Lucas naar Paulus toe. Een nieuwe vriend. Een nieuwe metgezel. Als God een nieuwe vriend naar Troas stuurt, zult je die nodig hebben.

Lucas was een schrijver en een arts. Aan de overkant in Macedonië, in de stad Filippi, waar Paulus later naar toe zou gaan, was een groot medisch centrum waar artsen werden opgeleid. Vermoedelijk heeft Lucas daar zijn opleiding tot arts gehad. Daarna is hij naar Troas gegaan. Waarom weten we niet. Dat is goddelijke regie.

De tijd dat Paulus en Silas en Timotheüs in Troas zijn hebben ze Lucas ontmoet. En in die ontmoeting zijn er twee dingen gebeurd:

1. Lucas is in de gesprekken met Paulus in aanraking met het Evangelie gekomen. Daar in Troas, waar Paulus geen kant op kon, heeft hij de tijd benut om Lucas over Jezus te vertellen. Lucas is tot geloof gekomen. En heeft vermoedelijk de beslissing genomen om met Paulus mee te gaan. Wat een vriend voegde God toe aan het team. Een arts en schrijver. Wat heeft Paulus dankbaar gebruik kunnen malen van de dokterskwaliteiten van Lucas en van zijn schrijverskwaliteiten.

2. Ongetwijfeld heeft Lucas vertelt over situatie in Filippi. Over de nood daar en het heidendom. Over dat hele continent dat kennis moet maken met het evangelie van Jezus Christus. Dat continent is Europa.

En dan… in de nacht, als Paulus al deze nieuwe dingen op zich laat inwerken; als de band met Lucas gesmeed is, dan is de tijd rijp voor een volgende stap. Dan laat God hen een visioen zien. Een Macedonische strijder die roept: kom over en help ons.

[Persoonlijk verhaal: voor mij is deze tekst heel belangrijk geweest. Ik heb mogen lesgeven aan UU. Twee sollicitaties: Wittenberg en de VU. Net niet geworden. Wel het verlangen, niet de mogelijkheid. Na een paar maanden was daar de advertentie van de GZB: met deze woorden: Kom over en help ons.]

God spreekt in de nacht. Dat is trouwens ook een les. Overdag was Paulus blijkbaar te druk. God gebruikt momenten van rust om te spreken. Wees daar ook alert op: misschien ben je wel te druk om Gods stem te verstaan. Dan is het wat verstandig om rust te nemen, opdat God tot je hart kan spreken.

Wat doet Paulus? Hij vertelt het visioen aan zijn medereizigers. En dan staat er in vers 10: wij maakten eruit op dat de Heere ons geroepen had om aan de overkant het Evangelie te verkondigen.

Wij maakten eruit op. Het Griekse werkwoord hier betekent: de stukjes bij elkaar voegen. De puzzelstukjes vallen op zijn plaats.

De zwerftocht. De dichte deuren. De tegenslagen. De tegenstanders. De doodlopende weg in Troas. De ontmoeting met Lucas. Het visioen in de nacht. Samen leggen ze al deze stukjes bij elkaar. En men beseft: we moeten die kant op, naar de overkant.

God was al veel verder dan Paulus. Zo gaat het steeds. Zijn wegen zijn veel hoger dan onze wegen. We begrijpen ze vaak niet. Soms even als we in de achteruitkijkspiegel van ons leven kijken. Dan zien we iets van een plan.

Zijn plannen zijn zoveel hoger dan onze plannen. Iemand schreef: wij dachten dat we dapper en groot al bezig waren, maar we waren als kinderen die genoegen namen met het spelen in de zandbak, terwijl onze Vader ons mee wilde nemen naar het strand.

God leidde Paulus uit zijn comfortzone. God brak zijn systeem open. De dichte deuren, de zwerftocht en de doodlopende wegen waren allemaal deel van het plan op Paulus in Troas te brengen.

Troas is de plek waar alles ons uit handen valt. Het is vaak niet leuk om in Troas te zijn. In Troas is menig traan gevallen. In Troas is er geworsteld. In Troas is er geleden.

Maar God zou God niet zijn, eindstation Troas kan tot een springplank worden, tot een nieuw hoofdstuk in je leven.

Want God laat nooit los wat Zijn hand in ons leven begon!

6. Blijvende lessen

Wat nemen we mee?

1. Fixeer je niet op de deuren die dicht gaan. Leg alles in Gods hand. Worstel met God. Maar blijf kijken naar een venster, naar iets nieuws dat God bezig is te doen.

2. Zonder je niet af voor je vrienden of voor mensen om je heen. God gebruikt ze.

Zoals Silas en Timotheüs die bij Paulus waren. Ze waren klankbord. Ze hebben met hem gebeden. Ze hebben met hem geworsteld. Laat dat toe. Daarom zijn er broeders en zusters om je heen, vrienden misschien. Ga er niet alleen meet lopen tobben. God gebruikt ze.

Misschien komen er mensen als Lucas op je pad. Die God gebruikt om je op een ander spoor te zetten. Een nieuw hoofdstuk in je leven misschien.

3. Blijf altijd bezig met de Bijbel. God gebruikt dat boek om tot je te spreken. Om je te bemoedigen in tijden van aanvechting. Om je op een nieuw spoor te zetten.

4. En als er iets duidelijk wordt, ga er mee aan de slag.

Toen de puzzelstukjes in Troas op zijn plek vielen, gingen ze meteen aan de slag.

Stel niet uit tot morgen wat je vandaag nog kunt doen.

5. Als laatste: neem mee, dat God trouw is. Zijn wegen zijn misschien ondoorgrondelijk. Je begrijpt niet waarom dingen zo gaan. Maar weet je, ik heb van de Heere Jezus geleerd: Hij is en blijft mijn Vader. Hij laat mij niet los. Hij laat ons niet los. Deuren gaan misschien dicht, maar Hij opent een venster, gaat door met Zijn plan. Want Hij is trouw!

Amen.