Als reukwerk voor God

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Als reukwerk voor God
Loading
/
Schriftlezing: Psalm 141 - Openbaring 5:8; 8:3-4
Datum: 10 maart 2021
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Als reukwerk voor God



Loading





/

1. Wierook

Je hebt ze in alle soorten en maten: wierookstokjes. Je steekt ze aan en een heerlijke geur verspreid zich in je huis. In de meeste winkels zijn ze wel te koop. Je moet er trouwens wel van houden, want de geur kan ook heel overweldigend zijn. Mensen kopen het voor de sfeer in huis, of vanwege de rust en ontspanning die van de geur uitgaat.

Wierook. Een speciaal mengsel van aromatische (sterk geurende) stoffen. Met hars van een wierookboom, olie, specerijen. Gemaakt om een aangename geur te verspreiden.

In het Oude Testament nam wierook een belangrijk plaats in bij het brengen van offers. U weet, dat als je in Israël aan God vergeving wilde vragen, of als je Hem wilde danken voor een zegen, dat je dan naar de tabernakel of tempel toe kon gaan om een offer te brengen. Een offer ter verzoening. Of een dankoffer. In Leviticus 1 lezen dat wanneer zo’n offer gebracht werd, er staat: ‘het is een brandoffer, een aangename geur voor de Heere’. Anders vertaald: ‘een liefelijke reuk voor de Heere’. Het deed de Heere dus goed als iemand Hem dank bracht of om vergeving vroeg. De rook die van het altaar omhoogging, steeg als het ware op naar God. En dan wist je als gelovige: God ruikt de geur van berouw en inkeer, van dank en verwondering. En Hij is er blij mee. Zodra de rook omhoogging, wist de gelovige dat het goed zat tussen God en hem, tussen God en haar.

En dat aspect van een liefelijke geur voor God, werd nog versterkt bij de spijsoffers. Wanneer niet een dier, maar meel en olie geofferd werd, of graan van het land. Dat lezen we in Leviticus 2. Dan moest er wierook aan het offer toegevoegd worden. Deze offers waren meer bedoeld als dank voor de goede gaven van God. Een deel ging op in de rook, een ander deel was dan voor de priester zelf. De wierook symboliseerde dan extra dat dit offer aangenaam was voor God. Waarom dit alleen bij deze offers gebeurde, weten we niet precies. Maar vermoedelijk omdat hier geen sprake was van zonde, of van gebreken, maar van alleen dankbaarheid. Dat was voor de Heere extra vreugdevol. Vandaar de wierook. De heerlijke geur steeg omhoog tot God.

2. Het reukofferaltaar

Vanavond horen we de dichter van Psalm 141 zeggen: ‘laat mijn gebed als reukwerk voor uw aangezicht staan.’ Het gebed dat uitgesproken wordt, stijgt als het ware op naar God. Laat mijn gebed als reukwerk voor u zijn. We kunnen dan natuurlijk denken aan de offers die gebracht werden, de rook en de geur die omhoog kringelden naar God. Met in gedachten: laat mijn gebed ook een liefelijke geur zijn voor God. Hem welgevallig.

Nu wijzen de uitleggers erop, dat de psalmist vooral denkt aan het reukofferaltaar in de tabernakel of tempel. In Exodus 30 wordt daar uitgebreid over geschreven. De tabernakel was de heilige ontmoetingstent. Alles was gericht op een ontmoeting met God. Buiten bij de ingang stond het koperen wasvat en het brandofferaltaar. En in het eerste vertrek, rechts de tafel met de twaalf toonbroden, en links de zevenarmige kandelaar. En in het midden het voorhangsel met daar achter het heilige der heilige, met daarin de ark van het verbond met het verzoendeksel. De plek waar God zich lietontmoeten.

En precies midden voor dit voorhangsel staat het gouden reukofferaltaar. En van dat altaar staat dat het allerheiligst is voor de Heere. In de morgen moet daar een reukoffer gebracht worden, en ook in de avond. Elke dag neemt de priester in de ochtend en in de avond kolen van het brandofferaltaar dat buiten staat om de wierook binnen aan te steken. Opdat vanaf dit reukofferaltaar de hele dag een heerlijke geur zich verspreidt door het heiligdom.

En wat was de bedoeling van dit reukoffer? Dit reukoffer symboliseerde de gebeden die de mensen naar God opzenden. Het reukoffer stond voor alle gebeden van het volk Israël. Ze werden als het ware verzameld en door de priester bij God gebracht, voor Zijn aangezicht om precies te zijn.

Een heel bijzonder beeld. Een gebed dat op aarde wordt verzonden blijkt niet te verdampen, niet te verwaaien, niet zomaar in de lucht op te gaan, maar stijgt op als reukwerk voor het aangezicht van God.

Soms vragen we ons af of God onze gebeden wel hoort. Zou Hij echt alles horen? Wat gebeurt er met al die gebeden die wij tot God hebben uitgesproken. Weet Hij er nog van? Zijn ze wel gehoord? Die vraag kun je hebben. Daarom lazen we ook uit het laatste bijbelboek. In het visioen dat Johannes ziet, komen we in 5:8 schalen tegen vol met reukwerk, dit zijn de gebeden van de heiligen. En in hoofdstuk 8 lezen we dat dit de gebeden van alle heiligen zijn. Alle heiligen. Geen gebed is vergeten. Ze worden samen met het wierook op het altaar gelegd en door de engel tot voor God gebracht. Onder Zijn aandacht. Het reukwerk, wierook, wordt toegevoegd aan de gebeden om ze voor God welgevallig te maken.

3. De dichter van Psalm 141

Even terug naar Psalm 141. De dichter roept God aan en zegt: ‘laat mijn gebed als reukwerk voor uw aangezicht staan’. Dan zit daar dus de gedachte achter: ‘laat mijn gebed door U gehoord worden.’ Maar ook: ‘laat mijn gebed als reukwerk zijn, als iets dat u welgevallig is.’ Als een heerlijke geur. En hij onderstreept met zijn opgeheven handen dat het hem ernst is.

Waarom dit gebed? De dichter zit in een moeilijk situatie. Zijn leven is in gevaar. Hij wordt vervolgd. Mensen hebben het op hem gemunt. Laten we het maar even concreet maken. Een broeder of zuster van de vervolgde kerk. Tot geloof in Jezus gekomen. Maar verstoten door de familie. Gepest en getreiterd door de dorpsgemeenschap. Of iemand die een diep conflict heeft in de familie. Het is uit de hand gelopen. Verwijten over en weer gemaakt. Of stel je een moeilijke situatie voor waarin je zit. Je hart is vol boosheid en verdriet. Onrecht is je aangedaan. Misschien ben jezelf ook wel over een grens gegaan. Woorden die te veel of te weinig waren.

Wat het ook is, het doet ook altijd wat met je gebed. Je gebeden kunnen erdoor belemmerd worden. Onzuiver zijn. Niet welgevallig voor God. Weet u, de dichter beseft dat zelf ook wel. Daarom noemt hij tenminste drie dingen. Ze zijn ook voor ons heel belangrijk. Hij bidt tot God

a. dat Hij zijn mond bewaakt (vs. 3). Dat er geen woorden uitkomen, die de ander schade berokkenen; die vol verwijten zijn of haatdragend. Bescherm mij ervoor dat ik zuiver blijf in mijn taal. Zeggen wat niet goed is mag, maar help mij o God, om de dingen dan op de juiste manier te zeggen.

b. dat zijn hart zich niet neigt naar dingen die slecht zijn (vs. 4), dat hij mensen niet met gelijke munt betaalt; dat hij zich niet aansluit in de kwade praatjes en roddels van anderen. Dat hij niet eet van hun lekkernijen. Op een feestje of verjaardag, in je vriendengroep, een uitje met collega’s. Dat hij het niet heerlijk vindt om anderen zwart te maken. Hij bidt om een zuiver hart. Hoe belangrijk is dat.

c. hij laat zich corrigeren (vs. 5-6). Als de rechtvaardige mij bestraft, als ik gecorrigeerd wordt, dan zal ik nog voor anderen blijven biden, dan nog is mijn gebed voor hen. Ook al worden de corrupte rechters van het dorp gestraft, dan nog zullen ze zien dat mijn woorden aangenaam waren. Ook dat laatste neemt hij zich voor. Dat zijn getuigenis onberispelijk is. Dat hij reageert op een manier die God welgevallig is.

Nou gemeente, dat zijn belangrijke dingen, vindt u niet, om mee te nemen. Zo klinkt dus het gebed van de dichter: ‘Heer, laat mijn gebed als reukwerk voor u staan’. Zuiver reukwerk. Een gebed dat u welgevallig is. Want dat zal God zeker verhoren!

4. Ja maar …

Maar, kan zo’n gebed wel door ons uitgesproken worden? Zijn wij in staat op zo’n zuivere manier te bidden? Zonder bijbedoelingen. Zonder wrok in ons hart. Oprecht gericht op de eer van God en het heil voor onze naaste. Als de verhoring van ons gebed afhangt van hoe wij omgaan met mensen die ons pijn doen, hoe wij omgaan met dat wat ons leven moeilijk maakt, met hoe zuiver ons hart is, wie durft er dan nog te bidden? Dan zou de moed je toch in de schoenen zakken? Worstelen wij allemaal niet met gevoelens van jaloezie, schaamte over onszelf, verwarrende, verkeerde of onzuivere gedachten over onszelf of anderen? Wie kan dan nog bidden? Hoe weten we of God ons gebed verhoort?

Hoe wist de Israëliet dat God zijn gebed had verhoord?

5. Op grond van het offer

Weet u, het geheim zit al in het Oude Testament. Want hoe werd het reukoffer aangestoken? Dat werd aangestoken met kolen van het brandofferaltaar buiten. De gebeden krijgen voeding vanaf het brandofferaltaar. Op dat altaar werd verzoening gedaan. Dat gaf extra kracht aan het gebed. Omdat het offer werd gebracht, mocht de Israëliet weten dat zijn gebed ook door God werd gehoord. Dat de rook Hem welgevallig was.

Nou gemeente, dat is toch geweldig. Voor ons geldt dat nog in veel sterkere mate. Het altaar daar buiten bij de tabernakel en tempel verwijst naar het offer van Christus. Hij die als het Lam de zonde van de wereld wegneemt. Zonder vuur, geen rook. Zonder de gave en het werk van Christus stijgt er van de aarde geen enkel gebed omhoog, kan ons gebed God niet bereiken. Maar omdat Hij het volmaakte offer bracht, mogen wij ervan verzekerd zijn dat al onze gebeden door God worden gehoord. Paulus zegt over Jezus in Efeze 5:2 ‘Christus heeft ons liefgehad en Zichzelf voor ons overgegeven, als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God.’ Jezus is het volmaakte offer, op grond waarvan wij verzekerd zijn dat onze gebeden God zullen bereiken en dat Hij ze zal verhoren. Want zo zegt Paulus in dezelfde brief: ‘Want door Jezus hebben wij beiden door één Geest de toegang gekregen tot de Vader’. Op basis van Jezus volmaakte offer, bereiken onze gebeden de Heere God zelf. Zijn offer opent de troonzaal van God. En sinds zijn opstanding is Hij daar ook aanwezig om voor ons te pleiten bij de Vader.

En hierbij komt nog dit: het reukwerk wijst op het werk van de Heilige Geest. Het gebed is immers het werk van de Geest. Wat doet Hij? In de hemel wordt aan de gebeden van de heiligen wierook toegevoegd. Zodat ze voor God aangenaam zijn. De Geest zuivert de gebeden. Hij haalt de verkeerde intenties weg. Wat onvolmaakt is, maakt Hij volmaakt. Wat ontbreek, vult Hij aan.

Je zou zelfs kunnen zeggen: Wat doet de Geest? Hij vermengd onze gebeden met het geurig offer van Christus. Dat is wat God vreugde geeft. Dat is de geur waarvan Hij het meest geniet.

6. Daarom: bidden!

Gemeente, ik rond af. Geeft dat niet vertrouwen om op deze biddag te bidden. Bidden voor wat er speelt in ons leven en in ons land. De dank en de noden brengen voor Gods aangezicht. Zoals de psalmist dat deed. In de aanvechting van zijn leven. Te midden van de zorgen misschien. Soms ook tegen je eigen gevoel in. Bidden, omdat het zo belangrijk is. Omdat God zich erin verheugt als Zijn kinderen hem zoeken. Elke dag.

Daarom bidden wij vandaag: Heere, laat ons gebed als reukwerk zijn voor uw aangezicht, laat het een gebed zijn dat u vreugde geeft, behoed de deur van onze mond, bewaar ons hart voor wat niet goed is, maar wij bidden u vandaag, niet omdat wij dat verdienen, maar op grond van het offer van uw Zoon, wij bidden U in Jezus naam, in vertrouwen dat de Geest het zuivert en U ons verhoort. Amen.