As it is in Heaven

Schriftlezing: Mattheüs 6:5-15
Datum: 31 mei 2015
Download PDF


1. As it is in Heaven

In 2004 kwam er een film uit met de titel ‘As it is in Heaven‘, zoals in de hemel. Deze film gaat over een wereldberoemde dirigent, die een hartaanval krijgt en het rustiger aan moet doen. Hij gaat dan onder een andere naam naar zijn geboortedorp terug. Een hele stap, omdat hij als kind daar vroeger enorm gepest werd. Er is in het dorp niet veel veranderd; er blijken nog steeds mensen gepest en mishandeld te worden. Na verloop van tijd vragen ze hem als dirigent van het plaatselijke dorpskoor, niet wetend dat hij een beroemde dirigent is. Hij helpt de leden van het koor hun gaven en talenten te ontdekken; dat wordt niet door iedereen in dank afgenomen. Maar het koor stijgt boven zichzelf uit en wordt uitgenodigd voor een grote internationale zangwedstrijd. Maar op dat moment krijgt hij opnieuw een hartaanval en moet het koor improviseren en het doen zonder hem. Dat lukt en het publiek begint massaal mee te zingen.

De titel van de film is best intrigerend. As it is in heaven. Zoals in de hemel. Wat zou de maker van de film daarmee bedoeld hebben? De titel komt uit het Onze Vader. Het gebed dat Jezus ons geleerd heeft. Het zinnetje luidt: Uw wil geschiedde, zoals in de hemel zo ook op aarde. In het Engels: ‘Thy will be done in earth, as it is in heaven’. Waarom geeft de regisseur deze titel mee aan de film? De kijker moet er naar gissen. Het is een alledaagse film, over gewone mensen in een dorp. Met problemen en zorgen. Vreugde en verdriet. Toch zie je al gaande weg in de film iets gebeuren. De mensen worden geholpen om hun eigen gaven en talenten te ontdekken. Ze ontvangen eigenwaarde. Er is iemand die ze helpt en om ze geeft. Ze krijgen moed op op te staan tegen het pesten en de mishandeling. Ze besluiten samen tegen het kwaad te strijden. Dit mag nooit meer in ons dorp gebeuren! Misschien is dat wel de boodschap, dat in dat concrete dorp iets van de hemel zichtbaar wordt. Want dat is waar het in het Onze Vader omgaat. Dat wat bij God al realiteit is, hier ook op aarde zichtbaar wordt.

2. Gericht op de hemel of de aarde?

Voor heel veel mensen is dat een vreemde gedachte, dat het er om gaat dat de hemel hier op aarde komt. Voor hen is de beweging juist andersom. Als je aan mensen vraagt wat voor hen de kern van het geloof is, dan is het antwoord vaak: (1) dat ik weet dat mijn zonden vergeven zijn; en (2) dat ik in de hemel mag komen. Dat is inderdaad heel belangrijk. Het wonder van de vergeving en het geweldige feit dat de dood niet het laatste woord heeft. Maar vaak wordt uit het tweede antwoord ook de conclusie getrokken, dat het in het christelijke geloof alleen maar gaat om de hemel. De aarde is een zinkend schip, waaruit we verlost moeten worden. De hemel is onze eindbestemming is. Er is een oud lied dat, van Jodocus van Lodenstein, dat zegt:

’t Oog omhoog, het hart naar boven,

hier beneden is het niet!

’t Ware leven, lieven, loven

is maar, waar men Jezus ziet.

Wat men hoort of ziet op aard’

is ons kost’lijk hart niet waard;

wil men leven, lieven, loven:

’t oog omhoog, het hart naar boven!

’t Oog omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet. Het gaat – zegt Jodocus – om de hemel. Al het andere is uiteindelijk niet belangrijk. Maar is dat zo? Is dat wat Jezus ons wil leren? Kijk, dat de hemel belangrijk is natuurlijk waar. Het is de plaats waar Jezus is. Uit het lied spreekt liefde tot Jezus. Dat is mooi. Maar de dichter zou eigenlijk nog een stap verder moeten zetten. God wil namelijk dat de hemel zichtbaar en tastbaar wordt op aarde. Dat is waar het Onze Vader over gaat. Zoals in de hemel, zo ook op aarde.

3. Onze Vader: eerst de hemel!

Ik denk dat je het onze Vader wel kent. Misschien heb je het gebed als kind al geleerd. Misschien bidden jullie het elke dag aan tafel. Het gebed is zo bekend, dat het helemaal ingesleten is. Je bidt het soms zonder te beseffen wat je bidt. Maar het is geen saai gebed, het is een van de meeste inspirerende en een van de meest uitdagende gebeden. Er zit veel meer in dan op het eerste gezicht vaak beseffen. Wat valt er namelijk op aan dit gebed?

Als je goed kijkt zie je dat er – naast de aanhef en het slot – zes bedes zijn. De eerste drie hebben met God te maken. Uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede. Worde, kome en geschiede is een wensvorm, die je gewoon mag vertalen met: laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en laat uw wil gebeuren. Drie korte gebeden.

Laat uw naam geheiligd worden. Geheiligd, dat is apart gezet. Als je dit bidt, dan bid je dat de naam van God met respect behandeld wordt door de mensen, dat God door mensen erkend wordt, geprezen en niet gelasterd. In de hemel is iedereen vol van de naam van Jezus. Je bid: Here God, laat dat ook op aarde zo zijn.

Laat uw koninkrijk komen. En met koninkrijk is hier geen gebied bedoeld; zoals het koninkrijk der Nederlanden; verenigd Koninkrijk in Engeland. Maar het gaat om de koningsheerschappij. In de hemel is God koning. Hij zit op de troon. Hij regeert. Hij heeft het daar voor het zeggen. En je bidt: regeer ook hier op aarde. Dat is nodig, want hier zijn nog veel machten van het kwaad. Hier heeft de boze de overhand. Hier heerst de zonde en dood.

Laat uw wil geschieden. In de hemel wordt Gods wil gedaan. Volmaakt. En je bid: Here God, help ook de mensen op aarde dat ze gehoorzaam zijn aan uw geboden en aan uw Woord.

En aan deze drie korte gebeden wordt dan dat zinnetje toegevoegd ‘zoals in de hemel zo ook op aarde’. Dat zinnetje heeft betrekking op elk van de drie gebeden. Jezus roept ons dus op om dit te bidden: Heer, wat bij u in de hemel realiteit is, waar uw naam geëerd wordt, uw heerschappij realiteit is en uw wil gedaan wordt, laat dat ook hier op aarde zichtbaar worden. Alle drie de bedes gaan dus over het verlangen dat ook hier op aarde Gods Koninkrijk – of zoals de BGT het zo mooi zegt – Gods nieuwe wereld zichtbaar wordt. Volgelingen van Jezus bidden dus, dat Gods nieuwe wereld hier op aarde doorbreekt. Die nieuwe wereld. Dat wat in de hemel al realiteit is – de wereld waarin geen zonde meer is, geen verdriet, geen pijn, geen dood, geen teleurstelling, geen depressie, geen eenzaamheid etc – ook op aarde komt.

Hier, op al die plaatsen waar wij ons leven doorbrengen: in ons huis, op de speelplaats waar onze kinderen spelen, op straat, in de werkplaats, op school, op de universiteit, op ons werk, in onze familie. En ook op al die duistere plekken in deze wereld, waar haat is en oorlog, waar mensen gevangen zitten, buitengesloten zijn, vervolgd en uitgebuit worden, waar mensen elkaar naar het leven staan, waar honger en gebrek is, waar men leeft zonder hoop en zonder God misschien.

Daar gaat het Onze Vader dus over. Dat Gods nieuwe wereld doorbreekt. En een volgeling van de Here Jezus – en jij en u hopelijk ook – bidt daar dus om, elke dag. Dat iets van de hemel zichtbaar wordt hier op aarde. Soms mag je ook ervaren, dat het gordijn even wordt weggeschoven en iets van God zichtbaar wordt. Als je samen bent om God te prijzen; als je in de auto of tijdens het wandelen overweldigd wordt door Gods liefde; als je op je ziekbed, temidden van veel teleurstelling, toch kunt vertrouwen, omdat Hij erbij is; daar waar je besluit geen kwaad met kwaad te vergelden; waar je iemand uit je klas helpt; waar je niet terug scheldt of slaat. Daar waar je breekt met een bepaalde zonde. Dan schuift het gordijn even opzij en wordt iets van de liefde, de kracht en de nabijheid van God tastbaar. Dat zijn kostbare momenten.

Dat Jezus ons leert om zo te bidden, betekent dus dat Hij van ons verwacht dat wij er ook naar verlangen, dat Gods nieuwe wereld definitief doorbreekt. Hier op aarde. God laat deze aarde niet los. Hij wil deze aarde vernieuwen, bevrijden van al het kwaad, van alle zonde en geweld. Daarom roept Hij ons op om daar voor te bidden. En dat niet alleen, maar ons er ook voor in te zetten. Dat je zelf ook door God laat inschakelen.

Hoe kun je dat doen? Laat een ding duidelijk zijn: wij kunnen het Koninkrijk van God niet op aarde brengen. Dat is Gods zaak. Hij is Koning. Hij regeert. Weet je wat God van ons vraagt? Dat wij de obstakels wegnemen, die de doorbraak van Gods koninkrijk in de weg staan. Obstakels. Daarover gaat het tweede deel van dit gebed.

4. De hemel tegengewerkt: obstakels weghalen

Gods nieuwe wereld is met de komst van de Here Jezus op aarde doorgebroken. En waar de Geest werkt, wordt iets van dat Koninkrijk zichtbaar. Maar er is strijd. De Geest wordt tegen gewerkt. De hemel en de aarde staan in gespannen verhouding met elkaar. De hemel botst op hoe de dingen hier gaan op aarde. Daarover gaan de andere drie bedes. Wat staat de doorbraak van Gods nieuwe wereld in de weg? Nou er zijn drie obstakels, drie dingen die Gods werk op aarde belemmeren. Welke zijn dat?

4a. Onze autonomie

Het eerste obstakel is onze autonomie, dat we zelf bepalen wat we willen en daar God niet bij nodig hebben. God wil je leven regeren, maar je geeft Hem niet de ruimte, doordat gewoon zelf doet wat je leuk vindt. Daarover gaat het in de vierde bede: Geef ons heden ons dagelijks brood. Als je dat elke dag bidt geef mij brood, dan belijdt je dus dat je afhankelijk bent van God. Brood staat voor wat je elke dag nodig hebt: Kracht. Wijsheid. Gezondheid. Dat heb je elke dag nodig: voor school, werk en studie. Er zit nog iets bij: Jezus wordt zelf ook met brood vergeleken. Ik ben het Brood dat leven geeft. Zo bidt je tegelijk ook: geef mij Jezus. Elke dag. Zonder Hem kan en wil ik niet leven. En vraag je ook: Heer wat wil u dat ik doe? Dan krijgt God de gelegenheid om je te leiden en te helpen. Zo breidt zijn Koninkrijk uit.

4b. Zonde

Zonde vormt een enorme blokkade naar God toe. Dat je vasthoudt aan bepaalde zondes. Of dat er iets mis is gegaan in de relatie met anderen en je kunt niet meer samen door een deur. Je weet het maar je doet er niet actief iets aan om de verwijdering te overbruggen. Dan sta je Gods heilzame koninkrijk in de weg. Ik ga er vanuit dat het dingen zijn, waar je wat aan kunt doen. Er zijn soms ook dingen die zo onherstelbaar kapot zijn, dat ze alleen door God zelf geheeld kunnen worden. Dat is dan gebrokenheid die blijft. Kan ook. Maar als je iets kunt naar die ander toe, zet dan die stap in geloof en vertrouwen, dat God er in meekomt. Dan kan Hij heil en heling brengen in die situatie. Daarom deze vijfde bede: Vergeef ons onze schulden (maak het weer goed, zodat uw Geest kan stromen, en zoals ook wij aan anderen vergeven. Bewuste zonde en het niet vergeven van anderen staat de doorbraak van Gods nieuwe wereld in de weg.

4c. Zwakheid

En dan het laatste obstakel: onze zwakheid. Ook dat vormt een enorme belemmering. Dat we vatbaar zijn voor verleidingen en beïnvloeding van de tegenstander van God. Daarover gaat de zesde bede: leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Verzoeking, dat gaat over situaties waarin je in de verleiding komt om niet te doen wat God van ons vraagt. Vaak zijn het dingen die we moeilijk vinden of die irritatie oproepen. Op je werk. Je leidinggevende legt altijd de vinger bij wat niet goed gaat; je collega laat jou altijd de kastanjes uit het vuur halen in een vergadering. Hoe reageer je daarop? Op school. Er wordt in de klas heel negatief over een leraar of klasgenoot gesproken. Wat doe je? Doe je er aan mee of probeer je juist iets positief te zeggen. Je surft op internet. Je komt een paar popups van ontblote lichamen. Wat doe je? Een test. Een beproeving. Je hebt iemand geholpen in een moeilijk periode; veel aandacht gegeven, en misschien ook wel geld. Maar je merkt geen enkele vorm van dankbaarheid. Je kunt er boos om worden. Hoe reageer je? Vriendschap. Je hebt iets in vertrouwen gedeeld, iemand geholpen, ligt nu op straat, wat doe je, ga je je gram halen? Is een verzoeking.

Zo zijn er vele voorbeelden te noemen. Situaties die een soort test vormen en de vraag is hoe je er op reageert. Ben je boos en verwijtend. Trap je mensen de grond in. Ga je in het negatieve mee. Laat je je verleiden tot iets. Of reageer je in de stijl van Jezus. Zoals dat past bij Gods nieuwe wereld. Dat mensen in onze woorden of daden iets van Jezus herkennen. Dat in je houding iets van de hemel doorklinkt. Daar gaat het Onze Vader over.

5. Ja maar

Als we zo naar het Onze Vader kijken, dat is dat dus een heel uitdagend gebed. Misschien is het wel te uitdagend, denkt je misschien. Want wat breng ik er in mijn eigen leven van terecht? Ik zit soms zo vast aan bepaalde zonden. Ik laat me zo makkelijk afleiden. Ik vind mijzelf soms zo tegenvallen. Weet u wat mij troost? Twee dingen.

5a. Jezus is wel staande gebleven

Vlak voor dit onderwijs over het gebed, wordt Jezus zelf door de duivel op de proef gesteld. Tot drie keer toe. Maar in de verzoeking is Hij staande gebleven. Dit troost mij enorm. Jezus streed namelijk voor ons eeuwig heil. Heel die weg van lijden en beproeving is Hij trouw gebleven aan God. Zo heeft Hij voor mij en voor ons de zaligheid, het eeuwig heil verworven. Door het geloof mag ik dat geschenk ontvangen. Dat kan niemand mij meer afpakken. Ik raak het ook niet kwijt als ik weer een keer struikel. Dan hoef ik maar naar Hem te kijken. Mijn lot ligt in Zijn hand. Mijn eeuwige bestemming is zeker, hoe vaak ik ook struikel. Dat troost mij enorm.

5b. In Zijn kracht!

We hoeven het niet alleen te doen. God heeft ons zijn heilige Geest nagelaten. Het is Pinksteren geweest. Gods kracht is beschikbaar. Als wij de Here er om vragen, zal Hij die kracht aan ons geven. Wij zijn zwak, meer dan ons lief is; maar we weten dat Zijn Geest is er om ons te helpen. Elke dag weer opnieuw. Zo mag ons gebed zijn: Here, zoals in de hemel, zo ook op aarde.

Amen.