Danken in tijden van corona

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Danken in tijden van corona
Loading
/
Schriftlezing: Filippenzen 1:1-11 - Filippenzen 4:10-20
Datum: 4 november 2020
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Danken in tijden van corona



Loading





/

1. Hoe gaat het met u?

Mensen vragen soms wel eens aan u of aan mij: ‘hoe gaat het eigenlijk met u?’ Deze tijd van corona is moeilijk, er zijn veel beperkingen, het valt allemaal niet mee, hoe gaat het eigenlijk met u? En op zo’n vraag – ja hou antwoord je dan – we zouden zomaar kunnen antwoorden: ‘Nou, naar omstandigheden redelijk goed’. Of – en dat kan ook – ‘Nou, om eerlijk te zijn, de omstandigheden vallen niet mee’. En daaruit kunnen we afleiden dat het niet zo goed met ons gaat.

Hoe gaat het met u? Als we die vraag aan Paulus zouden stellen, zou hij toch een ander antwoord geven, denk ik. Als ik naar de omstandigheden kijk, zegt hij in hoofdstuk 2, dan heb ik met droefheid op droefheid te maken. Hij zit in de gevangenis. De toekomst is onzeker, er is een reële mogelijkheid dat het niet goed afloopt. En Epafroditus die naar hem toe zou komen, is ook nog eens heel erg ziek geworden, zodat hij bijna zou sterven. Naar de omstandigheden niet zo goed, maar wat zegt Paulus: ‘ook al wordt ik ook als een plengoffer uitgegoten (ook loopt alles anders), ik verblijd mij en ik verblijd mij met u allen (2:17) en ‘Ik verheug mij in de Heere’.

Met andere woorden: Paulus kijkt niet naar de omstandigheden, maar naar de Heere Jezus, zijn Heiland. Paulus kijkt naar de genade van God en voelt zijn hart overstromen van dankbaarheid. Dankbaarheid is de grondtoon van deze brief. Zo begint hij er ook mee. Vers 3: ‘Ik dank mijn God telkens wanneer ik aan u denk’.

En dat doet hij niet alleen hier. In veel van zijn brieven, die vaak uit de nood geboren zijn, begint hij met God te danken.

Rom. 1:8: ‘Allereerst nu dank ik mijn God door Jezus Christus voor u allen…’

1 Cor.1:4: ‘Ik dank mijn God altijd voor u, vanwege de genade van God die u gegeven is’.

Phi. 4: ‘Ik dank mijn God, terwijl ik steeds in mijn gebeden aan u denk’.

Steeds weer is dat het refrein. In welke situatie Paulus zich ook bevindt. ‘Ik dank mijn God’.

2. Een moeilijke tijd – voorbeelden helpen

Weet u, dat raakt mij wel. Ik denk dat ik geen woord te veel zeg, als ik zeg dat het voor ons allemaal een moeilijke tijd is. Het corona-virus beperkt ons zo in ons doen en laten. Het gewone contact met mensen die ons lief zijn, een hand, een knuffel, een omarming, ter bemoediging. Wat zouden we dat graag willen geven, maar we moeten voorzichtig zijn. Hoe lang gaat dit nog duren? Hoe houden we elkaar als gemeente vast? De beperkingen als je wilt trouwen of bij het begraven van een geliefde. Het valt niet mee. Als je de krant leest of het journaal kijkt, kan een gevoel van somberheid je zomaar overvallen.

En dan is het vandaag ook nog eens dankdag voor gewas en arbeid. Natuurlijk de Bijbel spoort ons aan om dankbare mensen te zijn. De Heere God is het waard en we hebben veel aan de Heere Jezus te danken. Maar het gaat niet altijd vanzelf. Je moet je er soms echt toe aansporen. Juist als er veel zorgen zijn of dingen die je bezig houden.

Ik weet niet hoe dat bij u of jou is, wat mij in zo’n situatie altijd helpt, zijn voorbeelden. Voorbeelden van mensen die leven met God. Hun getuigenis, wat ze hebben geschreven helpt mij heel vaak. Zo heb ik van tijd tot tijd contact met een oudere predikant in Chili. Altijd weer als ik hem spreek, voel ik me geïnspireerd, word ik weer op God gericht, kijk ik weer heel anders tegen een situatie aan.

Ik hoop dat u en jij ook zulke mensen hebt, aan wie je je kunt optrekken. Misschien ben jij of bent u zelf ook iemand die zo tot zegen is voor anderen.

Deze week zag ik een video van Henk Binnendijk. Zijn zoon is onlangs onder verdrietige omstandigheden gestorven. Maar hoe hij er over sprak, met alle pijn en verdriet, was ook zo vol geloof. Zo dankbaar. Ondanks alles tienduizend redenen tot dankbaarheid. Dat raakte me diep.

Hetzelfde overkomt me telkens weer als ik in de brieven van Paulus lees. Wat hij zegt is zo uit het leven gegrepen. Ik wordt er elkaar weer zo door opgebouwd. Het is mijn gebed dat dit ook vanavond gebeuren zal.

Wat zegt Paulus over dankbaarheid? Wat kunnen we van hem over God leren?

3. Het voorbeeld van Paulus

Zoals gezegd: dankbaarheid is de grondtoon van zijn leven. ‘Ik dank mijn God.’, zo begin hij deze brief. Opvallend is dat. Want we moeten twee dingen bedenken.

a. de gemeente is een jonge gemeente. Veel mensen zijn recent tot geloof gekomen. De gemeente is ontstaan in het huis van de rijke zakenvrouw Lydia. Paulus mocht haar het evangelie verkondigen. Zij en ook anderen kwamen tot geloof in de Here Jezus. Maar zoals dat gaat, bij het vuur van het enthousiasme, komt soms ook de oude mens mee. En zo ontstonder onenigheid en verdeeldheid. Er waren ook nog eens predikers langsgekomen die de boodschap van Paulus bekritiseerden. Ze legden andere accenten. Er ontstond verwarring. Niet eenvoudig voor Paulus als je betrokken bent geweest bij het ontstaan van de pioniersplek in Filippi.

b. en dan ook nog dit: Paulus zit in de gevangenis. In lockdown. Vermoedelijk in de havenplaats Caesarea. Dat betekent dat hij van al zijn vrijheden is beroofd. Voor levensbehoeften en kleding en schrijfgerei was hij afhankelijk van wat vrienden en bekenden hem gaven, als ze een keer op bezoek kwamen. Dat zo’n periode in quarantaine niet eenvoudig is, weten wij maar al te goed. Soms moest Paulus de broekriem strakker aantrekken. In het slothoofdstuk schrijft hij daarover. Dat uit hij zijn dankbaarheid, dat de gemeente van Filippi aan hem gedacht heeft. Uiteindelijk lukte het Epafroditus hem op te zoeken. De wind was gunstig. Hij kon een plekje op de boot bemachtigen. En zo de spullen afleveren bij Paulus. Geld en andere spullen. Nu kan Paulus er weer even tegen.

Dat zijn dus de omstandigheden waarin Paulus zit. Onzeker hoe lang hij daar moet zitten. Afhankelijk van de giften, die soms wel, soms niet op tijd kwamen.

En dan toch, die grondtoon van de dankbaarheid. Ik dank mijn God. Dat vind ik heel ontroerend. Het is een refrein in veel brieven van de apostel.

Ef. 5:20 dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus, God de Vader, voor alles,

Fil. 4:6 Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.

Kol. 3:15, 17 Weest dankbaar. En: al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam van de Here Jezus, God de Vader, dankende door Hem!

Kol. 4:2 Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt.

1 Tim. 2:1 Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen

Steeds weer spoort hij ons aan om dankbaar te zijn. Dat is iets wat we moeten vasthouden. Als we bidden. Als we met onze kinderen over God spreken, dat we voor alles Hem eerst danken. Heb je een paar dankpunten? Dan beginnen we daarmee.

4. Waar Paulus voor dankt…

Als danken dan zo belangrijk is voor Paulus, waar dankt de apostel dan voor? Nou, in de Filippenzenbrief legt Paulus een heel speciaal accent. Kijk aan het slot is hij dankbaar dat Epafroditus gekomen is met de spullen die hij nodig had. Vers 18: ‘Maar ik heb alles ontvangen en ik heb overvloed; ik ben geheel voorzien, nu ik door middel van Epafroditus ontvangen heb wat door u gezonden was, als een aangename geur, een welgevallig offer, welbehaaglijk voor God.’ Hij uit zijn dankbaarheid voor de gaven.

Vandaag is het dankdag voor gewas en arbeid. Dan doen we dat eigenlijk ook. Dan danken we God voor de gewassen, het voedsel, de kleding, het werk, school, zorg, en zoveel dingen meer. Dat er rust is en vrede, welvaart, noem maar op.

Maar Paulus zet een stapje verder. In het slothoofdstuk zegt hij in vers 17: ‘Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht die op uw rekening toeneemt.’ Met andere woorden: hij is dankbaar dat achter die gaven, een gelovig hart zit. Ze hebben vanuit de liefde van Christus naar hem omgezien. Dat verheugt hem meer dan alle praktische spullen. Dat er geloofsgroei is, gehoorzaamheid aan God, dat het woord vrucht gedragen heeft in hun leven.

Mooi is dat. Paulus focust dus op Gods werk in levens van mensen. Daar is hij boven alles God dankbaar voor. Zo ook in hoofdstuk 1. Ik dank mijn God, voor de gemeenschap aan het evangelie. Dat er in Filippi een gemeente is. Dat er mensen zijn die van de Heere Jezus houden en die zich door de Geest willen laten leiden. Hij dankt dat God bezig is in harten van jongeren en ouderen. Paulus is zo betrokken op de gemeente, dat hij ze allemaal op zijn hart draagt. Dat hij ze lief heeft met de innige gevoelens van de Heerre Jezus.

Ik dacht: wat mooi is dat, om zo op deze dag ook te danken voor de gemeente, en dat Gods Geest onder ons aan het werk is. Dat is met de ogen van God naar de gemeente kijken. Nou dat is best een oefening. Dat kost ons best moeite. In deze tijd van corona valt ons dat zwaar. Ik merk ook bij mezelf dat je gauw moppert als de dingen niet goed gaan. Als het niet loopt zoals afgesproken is. Als we merken dat we mensen en jongeren misschien wel kwijt raken. Ik vind dat moeilijk. Het doet me pijn. En de zorgen die er zijn moeten we echt adresseren en er wat mee doen. Zeker. Dat vraagt om moed en leiderschap.

Maar wel vanuit de dankbaarheid. Ik dank mijn God voor de Sint Jansgemeente. Voor de bijbelkring waaraan ik mag deelnemen. Voor de jongeren op de club. Voor de open kerk. Voor de wijk waarin ik mag werken.

Van Paulus leer ik dat dankbaarheid mijn leven behoort te stempelen. Ik denk dat we dit ter harte moeten nemen. Mails, reacties op Facebook of sociale media kunnen soms zo hard zijn. Kritiek soms zo fel. Maar als we starten met dankbaarheid, dan verandert de toon. Dan kijken we eerst met de ogen van God, en dan volgt een reactie die anders. Dat zet de toon.

Dat betekent niet dat alles bij het oude hoeft te blijven. Dat het niet beter kan. Nee, kijk maar even mee naar vers 9. Vanuit de dankbaarheid bidt Paulus dat de liefde steeds overvloediger zal worden. Blijkbaar was dat nodig. De liefde van Christus is er, maar er is meer liefde nodig. Hij bidt dat liefde van Christus steeds meer zichtbaar wordt. In de gemeente, in de relaties met elkaar, maar ook naar buiten. In dat grote Romeinse rijk, met al die conflicten en zorgen. Dat de gemeente haar plek zou innemen, vol van de liefde van Christus. Want als je die liefde echt hebt geproefd … dan zul je maar tot één conclusie komen: die liefde smaakt naar meer.

Voorbeeld: chocolade, met noten en rozijnen, zo heerlijk. Probleem is: als je een hap neemt, wil je gelijk meer. Zoiets dus.

Die liefde van Christus die je aanvaardt, vergeeft, je draagt en verandert. Die liefde die sterker is dan haat, ja zelfs sterker dan de dood. Ik ben er dankbaar voor zegt Paulus. Ik bid dat ze nog overvloediger zal zijn.

Vanuit de dankbaarheid voor wat God al doet verlang je naar meer. Je hebt Gods genade aan het werk gezien, levens zien veranderen, en ja dat is zo bijzonder, je hebt maar één verlangen, dat dat doorgaat. In je eigen leven, bij je kinderen, bij je man of vrouw, bij je partner.

Ik dank mijn God. Doet u of jij dat ook. Voor de gemeente van de Sint Jan? Ik dank God voor deze kerk waar ik lid mag zijn. Hoe lang is het geleden dat u dat gedaan hebt. Dat je God dankt dat Hij hier aan het werk is? Wij zijn vaak zo weinig dankbaar. Hoe komt dat? Zou het komen omdat we niet voldoende dicht bij de Heere Jezus leven? Als je dicht leeft bij Jezus, heb je veel redenen om te danken. Heer, ik dank u voor deze broeder en zuster, ik vind ze niet aardig, maar ze zijn ook uw kinderen. Dat verandert de houding. We beginnen vaak aan de verkeerde kant. Niet met de goede dingen, maar met de dingen die we missen. Als we de zegeningen niet eerst tellen, dan zijn we te negatief ingesteld.

Ik dank mijn God. Als je niet bij God start, komt je ook niet bij Hem uit. Paulus wil ons leren om te beginnen met danken. Dan komt de liefde bovendrijven. Daar zorgt Gods Geest voor.

5. Als je danken moeilijk vindt: het geheim van Paulus

Ik ga afronden. Nog een ding. Want ik kan me best voorstellen, dat je danken moeilijk vindt. Het loopt allemaal niet zo lekker in je leven. Of je bent erg getroffen door de crisis. Je staat er alleen voor. Je maakt verdrietige dingen mee. Er zijn zorgen en angsten die je beklemmen. Ik vind danken zo moeilijk dominee. En weet u, ik voel me daar schuldig over. De Heere God is het waard, maar het lukt me gewoon niet. Herken je dat?

Weet u wat het geheim van Paulus was? Dat was niet zijn opgeruimde karakter of zijn positieve houding. Paulus klemde zich vast aan de Heere Jezus. Als je deze brief doorbladert komt je de naam van Jezus steeds weer tegen.

Hoofdstuk 1 Christus is mijn leven.

Hoofdstuk 2 Christus is mijn voorbeeld.

Hoofdstuk 3 Christus als doel.

Hoofdstuk 4 Christus is mijn kracht.

Het is Jezus te voor en te na. Dat is het geheim achter de dankbaarheid. Paulus klemt zich aan de Heere Jezus vast. En het is de nabijheid van Zijn Heiland die hem de moed gaf om vol te houden en te danken.

Als je niet kunt danken, richt je dan op Jezus. In gebed. Door te zingen. Door in je Bijbel te lezen. Verwonder je over wat Hij voor je heeft gedaan. Hij is onze Heiland. Hij gaf voor ons Zijn leven. Hij is ons nabij.

Zo zal het vertrouwen en de dankbaarheid ook groeien. Dan kan er een moment komen, dat je zelfs met de apostel mee kunt zeggen: ‘Ik dank mijn God’ en dat je met vertrouwen tegen anderen kunt zeggen: ‘Maar mijn God zal mij, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat ik nodig heb, in heerlijkheid, door Christus Jezus.’

Hem zij de lof en eer, tot in eeuwigheid.

Amen.