De vrouw en de draak!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
De vrouw en de draak!
Loading
/
Schriftlezing: Openbring 12
Datum: 10 oktober 2021
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
De vrouw en de draak!



Loading





/

1. Geïnspireerd door Openbaring 12?

De vlag van de Europese unie kent u vast wel. Een blauw doek met een cirkel van 12 sterren. Waar komt deze afbeelding vandaan? Het verhaal gaat dat de vlag geïnspireerd is door de vrouw in Openbaring 12. De vrouw die bekleed is met de zon en om haar hoofd een kroon van 12 sterren heeft.

In het begin van de jaren vijftig moest er voor de net opgerichte Raad van Europa een vlag bedacht worden. Iemand die bij die raad werkt, heeft de blauwe vlag met 12 gele sterren bedacht. Hij liet zich daarbij inspireren door een afbeelding van Maria in de kathedraal van Straatsburg. Daar is zij getooid met een sterrenkrans. Voor hem symboliseerde die krans met 12 sterren harmonie, evenwicht en perfectie. Het blauw van de vlag verwijst naar de kleur van de mantel van Maria. Deze christelijke symboliek sprak de man die moest besluiten over de voordracht van de vlag zeer aan. Dat was de Belg Paul Lévy, een tot het katholicisme bekeerde jood die de holocaust had overleefd. Voor hem was de hoop voor Europa na de hel van de oorlog de belangrijkste reden om met dit ontwerp te komen. De landen kozen voor deze vlag en de Raad van Europa besloot dat ook andere Europese organisaties deze vlag als hun symbool mochten gebruiken.

Eurocommissaris Timmermans schrijft op zijn FB-pagina over deze vlag en geeft er een meer seculiere betekenis aan. De sterren symboliseren dus niet de bij de EU aangesloten landen. In de eeuwenoude Europese mythologie staat het getal 12 voor evenwicht: de twaalf uren in een dag, de twaalf uren in een nacht, de twaalf maanden van het jaar, de twaalf goden op de Olympus, de twaalf apostelen, de twaalf werken van Hercules, de twaalf tekenen van de dierenriem. De Europese vlag is in zijn ogen symbolisch verbonden met de oorsprong van de Europese cultuur.

Wat dit betekent voor het functioneren van de EU weet ik niet precies; en ook niet of ik dit negatief of positief moet duiden. Feit is wel dat veel beelden en symbolen uit de Bijbel onze cultuur hebben gestempeld.

Vanmiddag staan we stil bij de vrouw en haar tegenstander. Meer nog dan hoe ze eruit ziet, is van belang waarvoor ze staat. Wie is zij eigenlijk? Wat wil de Geest ons door dit gedeelte heen verkondigen?

2. De strijd heeft oude wortels

Er zijn twee hoofdrolspelers in dit hoofdstuk. De vrouw en de draak. Als je een beetje thuis bent in de Bijbel, dan weet je dat Johannes hiermee teruggrijpt op het begin van de Bijbel. Er lopen twee lijnen van Genesis naar Openbaring. Het zaad van de vrouw en het zaad van de slang. Die twee lijnen lopen door heel de geschiedenis heen en vinden zijn climax in de eindtijd. Tussen die twee is het oorlog. ‘Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, tussen uw nageslacht en haar nageslacht, dat zal jou de kop vermorzelen en jij zult het de hiel vermorzelen’ (Gen. 3:15). Die woorden hebben geklonken aan het begin van de geschiedenis bij de zondeval. Nu krijgen ze hun climax in het laatste bijbelboek. In hoofdstuk 12 komen we de oude slang tegen, in de gedaante van de draak, die oorlog voert tegen de vrouw en haar nakomelingen.

Het intermezzo van hoofdstuk 12-14 gaat over het einde van de tijden. Maar dat is tegelijk de tijd waarin wij leven. Het is de tijd tussen de hemelvaart van Jezus en zijn terugkomst. Het gaat over de strijd die nu bezig is te gebeuren. We krijgen een kijkje achter de schermen. De vrouw en de draak.

3. Wie is de vrouw?

Ja dat is precies de vraag. De meningen gaan daarover uiteen. Is zij Maria? Er staat dat zij namelijk een kind baart. Een mannelijk kind, met hoofdletter. Of staat zij voor Israel dat de messias heeft voortgebracht. Er staat dat het kind de vijandige heidenvolken zal houden met een ijzeren staf of scepter. Dat is een citaat uit Psalm 2. Deze psalm gaat over de messiaanse koning. Of is de vrouw een beeld voor de kerk, omdat het gaat over haar nageslacht in vers 17, de de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben. Wie is zij eigenlijk?

De meningen gaan erover uiteen. Dat komt zeker ook omdat wij moeite hebben met de beelden en gewend zijn teksten heel letterlijk of concreet te lezen. Ik denk dat de vrouw hier een beeld is voor alle drie. Zij staat symbool voor het volk van God. In vers 1 wordt ze getekend, als bekleed met de zon, dat wil zeggen dat ze een heldere uitstraling heeft, de maan onder haar voeten, dat wil zeggen: ze heeft een hemelse positie, en een kroon van 12 sterren om haar hoofd. Het beeld doet denken aan de droom die Jozef had in Genesis 37. U weet wel, die droom waarin de zon, de maan en de sterren voorkwamen en zich voor hem neerbogen. De twaalf sterren staan voor de aartsvaders en voor de stammen van Israël.

Het begin doet denken aan de bijzondere positie van het volk Israël. In lijn met Psalm 8, bijna goddelijk gemaakt, heersend over de aarde. Het feit dat de vrouw in barensnood is, verwijst naar alle ellende die Israël door de eeuwen heen overkwam. Dat zijn de barensweeën van de messias.

Maar in vers 4, gaat het over een vrouw die een kind baart. Dat moet toch echt Maria zijn, de moeder van Jezus. Satan heeft al zijn pijlen op dit kind gemunt. In de persoon van Herodes heeft hij geprobeerd het kind te doden, en daarna op allerlei andere manieren. Over Jezus leven wordt niet veel gesproken in dit visioen. Zijn leven en zelfs zijn lijden staan niet centraal. We horen dat God hem heeft weggerukt en naar zijn troon gebracht. Dat ziet op Jezus’ hemelvaart. De draak leek het gewonnen te hebben toen Jezus aan het kruis stierf. Maar nee, God greep in. Jezus staat op uit de dood en vaart op naar de hemel.

Vervolgens wordt de vrouw naar de woestijn gevoerd (vers 6 en 14). Daar wordt zij door God beschermd. Dat gaat niet meer over Maria, maar over de kerk. Want er blijken ook nakomelingen te zijn, vers 17. Die de geboden van God houden en van Jezus getuigen.

In het ene beeld van de vrouw, vloeit Israël, Maria, die als Joods meisje, uit dit volk afkomstig is, en de moeder van de Messias mag zijn, en het volk van God samen. En de vrouw staat dan tenslotte symbool voor de gelovigen uit Israël en de volken. Zo staat de vrouw symbool voor iedereen die bij de God van Israël hoort. Het natuurlijk volk van Israël. En ook de kerk, het zaad van de vrouw.

Wat in dit hele beeld van de vrouw opvalt, is dat zij zwanger is, zij brengt nakomelingen voor. Wie God heeft als Vader, heeft de kerk als moeder, zegt ergens Calvijn. Maar als zodanig is zij kwetsbaar. De draak heeft het op haar gemunt. Als God zich niet over haar had ontfermd, was ze er niet meer geweest. In de woestijn van het leven, wordt zij door God beschermd en in leven gehouden. De arendsvleugels waarmee zij naar de woestijn gaat, symboliseren de trouw en zorg van God.

Zij is in de woestijn, 1260 dagen, 42 maanden, 3,5 jaar. Dat is de tijd in Openbaring van de Grote verdrukking. Het is een door God vastgestelde periode. Ten opzichte van de 1000 jaar van het vrederijk is het een klein moment. Het is symbolische aanduiding. Hoe lang die grote verdrukking precies duurt weten we niet. Sommige uitleggers denken aan de hele tijd van de hemelvaart tot de wederkomst. Anderen aan meer korte en intense periode. Het zou allebei kunnen; ik neig naar het eerste.

4. De draak is de duivel

Nu de draak. Die is makkelijker te duiden. In vers 9 staat duidelijk wie hij is: de oude slang (een duidelijke verwijzing naar Genesis), die duivel en satan wordt genoemd. Het beeld van de grote en vuurrode draak verwijst dus naar satan. Naar degene die zich tegen de plannen van God verzet. De kleur rood versterkt zijn bloeddorstige karakter. Hij is uit op de val van mensen. Hij kan het bloed van de kinderen van God wel drinken. Hij heeft zeven koppen en tien hoorns. Hij heeft iets weg van het vierde dier uit het boek Daniël, dat daar staat voor de ultieme wereldse macht. Verder op in Openbaring zit de hoer van Babylon op een monster met godslasterlijke namen en met zeven koppen en tien hoorns. Het getal zeven duidt op zijn vitaliteit. Je kunt een kop doden, maar dan zijn er nog 6 anderen. De hoorn duidt op zijn grote kracht. Het beeld drukt dus uit dat je satan niet moet onderschatten. Hij heeft veel gezichten. Als een brullende leeuw spreekt hij in vervolging, als een engel van het licht in de verleiding. Hij heeft veel pijlen op zijn boog. Hij heeft maar één doel: alles van God probeert hij te verstoren of kapot te maken. Hij is de diabolos, degene die mensen uit elkaar drijft, die verwarring en conflict en onbegrip veroorzaakt. Hij zet mensen tegen elkaar op.

Je ziet hem aan het werk in de geschiedenis van Israël. In het volk Amalek dat Israël probeerde uit te roeien. In de jodenhaat in de middeleeuwen. De pogroms en de ghetto’s, de massamoord in WOII. In het opkomende antisemitisme. In de haat van de arabieren tegen Israël. De draak laat zich op veel manieren gelden.

Je ziet hem ook in de oorlog die hij voert tegen de kinderen van God, die leven naar Zijn geboden. Hij richt zijn pijlen op mannen en vrouwen, jongens en meiden, die met Jezus willen leven. Verleiding, verwarring, lauwheid, gemakzucht zijn pijlen die hij op ons afvuurt. Nee, we moeten hem niet onderschatten. We zijn geroepen om waakzaam te zijn en onze wapenrusting aan te trekken en te gebruiken.

De duivel is trouwens niet alleen. Er zijn handlangers, demonen, gevallen engelen. Satan is zelf een gevallen engel. Hij had een hoge positie in de hemel. Maar is in opstand tegen de Here God gekomen (Jes. 14 en Ez. 28). In die opstand zijn andere engelen hem gevolgd. Naar die engelenval wordt verwezen in vers 4. De kolossale draak bewijst zijn buitengewone kracht door met zijn staart een derde deel (d.w.z. een niet onaanzienlijk deel) van de sterren des hemels mee te sleuren en op de aarde te werpen. Sterren worden in de Oudheid vaak in verband gebracht werden met engelen. Dus zien we hier een verwijzing naar de val van de engelen.

Satan is machtig en hij richt zijn pijlen op de vrouw, op Israël en de kerk. Maar … er is een belangrijk maar. Johannes vertelt ons in de verzen 7-12 wat er met satan is gebeurd.

5. Uit de hemel geworpen

Er is een strijd in de hemel en satan delft het onderspit. Dat is best heftig om te lezen. Ons beeld van de hemel is toch anders. Het is de plek van het volmaakte geluk, daar is vrede en rust en harmonie. Daar zijn de mensen die in de Heer stierven, bij Christus. Maar Openbaring vertelt dat de hemel helemaal nog geen plek is van rust. Nog niet althans. Als de nieuwe hemel komt, dan zal er volmaakte stilte en geluk en vrede en vreugde zijn. Maar nu nog niet. Er woed een strijd in de hemelse gewesten. Michaël een van de belangrijkste beschermengelen van God voert strijd met satan. Tot op dit moment heeft satan nog gewoon toegang tot de hemel. Denk even aan het boek Job. Daar is hij als aanklager. Hij beschuldigt voor God de gelovige mensen. Hij wijst het haarfijn aan: kijk eens, dit doet hij fout, en dat, daar struikelt uw volk ook al. Zulke mensen kunnen toch niet bij U horen? De aanklager klaagt, totdat hij door Michaël uit de hemel wordt geworpen. Hij wordt uit de hemel gegooid, samen met zijn handlangers.

Hoe wordt de duivel overwonnen? Vers 11 zegt: door het bloed van het Lam. De duivel heeft geen been meer om op te staan. Jezus heeft voor elke zonde betaald, en de duivel heeft geen recht meer op wie dan ook! Het bloed van het Lam, dat verwijst naar het kruis. Paulus zegt dat ook in de Kolossenzenbrief. Toen Jezus stierf aan het kruis heeft hij satan openlijk te schande gemaakt. Door zijn dood en opstanding heeft Jezus satan overwonnen. Toen zijn bloed vloeide, brak er oorlog uit in de hemel. Toen was het over en uit met de aanklager in de hemel. De strijd verwijst naar kuis en opstanding van Jezus. Daar is alles beslist.

Jezus noemt dat zelf ook. Hij brengt het verdrijven van satan in verband met zijn eigen bediening: ‘Ik zag satan als een bliksem uit de hemel vallen’ (Luc. 10:18). En in Joh. 12:31 lezen we: ‘nu zal de overste van deze wereld buiten geworpen worden’. Met Jezus’ komst in de wereld is de aanval op het koninkrijk van de satan ingezet. En aan het kruis heeft Jezus bereikt dat satan uit de hemel is verdreven. Daar kan hij geen mens meer aanklagen. Zijn einde is in gang gezet. Jezus’ dood en opstanding hebben hem verslagen.

Maar we zijn nog niet van hem af. De hemel is hem kwijt, maar op aarde gaat hij nog hevig te keer. Straks in Openbaring 20 zal in de afgrond geworpen worden waar hij thuis hoort. Maar zover is het nog niet. Hij valt de nakomelingen van de vrouw, Israël en de kerk, met alle hevigheid aan.

6. Wat doet de draak, hoe krijgt hij invloed?

Twee strategieën heeft hij: hij probeert ons tot zonde te verleiden en hij probeert een wig te drijven tussen ons en Jezus.

Zonde.

Dat is dat je toegeeft aan verlangens van je vlees. Je eigen ik centraal. Wat je zelf wilt, leuk vindt, en denkt dat goed is, wat je opwindt en een goed gevoel geeft. Hij stimuleert lust en begeerte. Naar meer. Naar een ander. Hij stimuleert je over grenzen te gaan. Voor hem is je primaire reactie prima. Als je in dat alles maar nooit vraagt: Heer, wat wilt u dat ik doe. Kan dit? Past dit bij u? Als je die vragen nooit stelt, maakt je de duivel blij. Dan breidt hij zijn invloed op je leven uit.

Wig.

Wat drijft een wig tussen jou en Christus. Twijfel. Hij gooit hout op het vuur van teleurstelling. Denk je nu echt dat God om je geeft. Je moet het toch zelf uitzoeken allemaal. Toen heeft Hij je maar mooi laten zitten, toch? Je ziet toch in de wereld dat het niet werkt, dat geloof. Ziet de wereld er nu echt zoveel beter uit? Zeg nou zelf. Nee, toch. Waarom doe je zoveel moeite. Laat dat geloof toch gaan. Het levert je alleen maar gedoe op. En vragen. Het zijn gedachten. Stemmetjes. Pijlen van satan.

Daar hebben we allemaal last van. Hij trekt aan ons en onze kinderen. Veel zorg over kinderen die andere wegen gaan of afhaken. Satan vuur zijn pijlen op ze af.

Wat hebben wij nodig: gebed! Gebed! Gebed!

Niet de brullende stem van vervolgingen zoals de vervolgde kerk, nog niet althans. Maar de stille stem van verleiding en twijfel. Zo is hij bezig. Zijn we waakzaam?!

Maar de aanvallen zijn niet het laatste woord.

7. Wat is de troost?

We hoeven voor satan niet bang te zijn. Weet u waarom? Dit gedeelte noemt drie redenen.

a. Er is een schuilplaats!

God biedt bescherming aan degenen die bij Hem horen. In vers 6 en 14 lezen we hoe God de vrouw een veilige plek geeft om te schuilen. God voedt de vrouw daar. God zorgt voor iedereen die bij hem hoort. Hij is een schuilplaats. God is ons een toevlucht te allen tijde.

b. Er heeft een kruis op deze wereld gestaan!

Door het bloed van het Lam is de draak overwonnen. Dat kan niemand meer ongedaan maken. Als gelovigen mogen wij leven in de wetenschap dat Jezus overwinnaar is. Overwinnaar zal Hij zijn over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis weet, wie Jezus is. Hij is de hoogste Heer.

c. Wij mogen vanuit de overwinning leven!

Hoe hebben de martelaren in de eerste eeuw de duivel overwonnen. Doordat zij vasthielden aan de geboden van God, en door het woord van hun getuigenis (vers 11). Het getuigenis van Jezus. Ze weigerden de keizer te aanbidden. Omdat ze Jezus lief hadden. Omdat Zijn liefde hen te sterk was geworden. Dat is ook onze roeping. Verbonden te zijn met Jezus, zo staan we sterk in zijn kracht, mogen we gerust zijn in Zijn bescherming. Steeds weer het oog te richten op Jezus. Om in elke situatie die op ons afkomt en die moeilijk is, op te staan, en te zeggen: Heer, u bent overwinnaar. U bent machtig. U weet raad. U laat niet los wat uw hand begon.

Gemeente, laten wij ons door dit woord aansporen, om dicht bij Jezus te blijven. Daarin ligt onze bescherming. In zijn kracht alleen staan we sterk. Laten we blijven getuigen, en steeds weer tegen elkaar zeggen: Hem zijn de glorie. Want Hij die overwon, zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Amen.