Geef ons heden ons dagelijks brood

Schriftlezing: Deuteronomium 8:1-6 - Mattheüs 4:1-4 - Mattheüs 6:7-13
Datum: 8 maart 2017
Download PDF


1. Overbodig gebed?

De bekende tv-presentator Paul de Leeuw schijnt eens gezegd te hebben: ‘Toen de welvaart bij ons thuis toenam, verdween God naar het schuurtje’. Zijn oma las nog de Visie en het RD, maar zijn ouders – en hijzelf ook – zijn gaandeweg van God vervreemd geraakt.

‘Als het gaat om het gebed, is de toegenomen welvaart misschien wel een van de grootste bedreigingen voor het gebedsleven’ zo valt in de catechisatieles over de vierde bede van het Onze Vader te lezen.

Aan deze les zijn een paar stellingen toegevoegd:

– Waarom zou je bidden, als je toch alles al hebt; je hebt er zelf toch hard voor gewerkt?

– Is het niet schijnheilig om te bidden, als het brood toch al op tafel staat en de koelkast vol zit?

– Zolang er zoveel mensen in deze wereld honger lijden, kun je als rijke westerling dit gebed niet bidden.

Zomaar een paar opmerkingen, maar ze roepen gelijk de vraag op, is het gebed om ons dagelijks brood niet een overbodig gebed? Heeft het voor wel zin om dit te bidden?

Nu zult u of jij misschien antwoorden: maar het staat toch in het Onze Vader. De Heere Jezus zal ons toch niet voor niets dit gebed gegeven hebben? Ja, dat is natuurlijk waar. Maar wat zal Hij dan met dit gebed, deze bede bedoeld hebben? Wat kunnen wij ermee?

2. Een concreet gebed.

Het is in de eerste plaats een concreet gebed: geef ons heden ons dagelijks brood. Ging het begin van het Onze Vader over God, over Zijn Naam, het Koninkrijk en Zijn wil, nu gaat het gebed over ons mensen. Nadat we eerst God hebben aangeroepen als onze Vader en we het verlangen uitgesproken, dat iedereen God kent en erkent, gaat het gebed over ons. Over ons lichaam, over ons dagelijkse voedsel. Iedereen is het er wel over eens: brood gaat hier over de eerste levensbehoefte. Dat wat nodig is om te kunnen leven. Het onze Vader noemt dat als allereerste. Want als we niet meer in leven zijn, heeft het bidden om vergeving en verlossing geen zin. Dat voelen we allemaal wel aan.

Het bijzondere is dat God daarin dus geïnteresseerd is, dat wij mensen brood hebben, dat we kunnen leven, dat ons lichaam goed kan functioneren. God, die de Schepper is van hemel en aarde, de grote en machtige God, is dus heel betrokken op ons leven, de haren op ons hoofd zijn geteld. Hij bekommert zich om het brood dat we nodig hebben.

Dat betekent dat we Hem alles mogen vragen! Want als brood niet te min is voor God, dan geldt ook voor andere dingen, die we nodig hebben. We mogen Hem ook vragen om kracht, wijsheid en geduld. Of vul maar in wat u of jij vandaag nodig hebt. Het onze Vader leert ons dat God heel graag met alles van ons leven te maken wil hebben. En niet alleen als wij het nodig vinden, maar elke dag. Want dat is het tweede.

3. Een dagelijks gebed.

Daar ligt in deze bede de nadruk op. Twee keer zelfs: ‘heden’ en ‘dagelijks’. Het gebed gaat niet over morgen, maar over vandaag. Geef ons heden – dat is: vandaag – ons dagelijks brood – dat is: het brood dat wij nodig hebben. Het Griekse woord voor ‘dagelijks’ betekent zoiets als ‘het brood voor deze dag’ of ‘wat we vandaag nodig hebben’.

Nu was dat in de tijd van de Heere Jezus een spannend gebed. De meeste mensen waren immers arm. Laten we in onze gedachten een arbeidersgezin voorstellen. De meeste gezinnen gebruikten hun hoofdmaaltijd in de avond. De vader van het gezin verhuurde zich op de markt. Hij moest die dag geld verdienen om eten te kunnen kopen. Dan bad hij: ‘Abba in de hemel, Vader, geef dat iemand mij inhuurt vandaag, zodat ik later naar de markt kan gaan en brood kan kopen voor mijn vrouw en kinderen’. Dagelijks brood, dat is dus het voedsel dat je vandaag nodig hebt om te kunnen leven.

En morgen? Morgen is er weer een nieuwe dag. Dan mag je dat gebed weer bidden en erop vertrouwen dat God ook dan weer voor je zal zorgen. ‘Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad’ zegt Jezus. Elke dag zijn er weer nieuwe zorgen of dingen die je bezig zullen houden. Het heeft geen enkele zin om je druk te maken over morgen. Daar heb je meestal geen invloed op. (Preek ds. Tramper).

Hoe blij is een koolmeesje niet, als hij een nootje losgepeuterd heeft uit de draad met olienootjes in de tuin. Waren wij maar als zo’n klein koolmeesje. Als dat diertje ’s avonds zijn kopje in zijn veren steekt, denkt hij niet: Zou ik morgen wel eten hebben?’

Geef ons heden. Het gebed bepaalt ons bij vandaag. Bij de dagelijkse zorg van God. Het is net als met Israël in de woestijn. Het volk leefde van manna. Manna moest elke dag worden opgeraapt. Behalve waneer het sabbat was. Dan mochten ze het manna een dag bewaren. Maar het gebed om manna was een dagelijks terugkerend ritueel. Zo ook in het onze Vader. Jezus leert ons elke dag te bidden om ons brood, om wat we echt nodig hebben.

Dat dagelijkse terugkerende gebed, is een oefening. Een oefening in afhankelijkheid. Want met dat je het bid, besef je, en breng je jezelf in herinnering, dat je elke dag van God afhankelijk bent. Het scherpt je die afhankelijkheid in. Dat is belangrijk. Zeker voor ons. Wij die zoveel opzichten alles al hebben. Maar als wij God dank voor het brood en Hem er dagelijks om bidden, leren we voor de concrete dingen van elke dag op God betrokken te zijn en van Hem afhankelijk te zijn. Ook al pakken we ons brood uit de vriezer en werken we hard voor ons levensonderhoud, veel dingen hebben we niet in de hand. We zijn van God en anderen afhankelijk.

Jongens en meisjes, denk daar maar eens aan. Brood. Daar zit veel in. Die boterham op ons bord, bruin of wit, komt bij de bakker vandaan. En de bakker was weer van de meelfabriek afhankelijk. En de fabriek had niet aan het meel kunnen komen, als er geen boeren waren, die hun akkers hadden ingezaaid. En de akkers konden geen koren laten groeien, als er God niet voor regen en zon gezorgd had.

Brood. Dat is zomaar niet bij ons op tafel. Daar moet hard voor gewerkt worden. Op het land. In de fabrieken. En dan is het ook nodig, dat er landbouwingenieurs zijn, die uitdokteren, hoe men het beste het land bewerken kan. En dat er ministers zijn, die wetten maken, zodat iemand die heel lang ziek is, toch geld krijgt om brood te kunnen kopen voor zijn of haar gezin. En dat er in een land geen oorlog is, want anders worden de akkers verwoest en hebben we geen brood meer en geen huis om in te wonen.

Laten we daar maar aan denken als we elke dag het onze Vader bidden. Dat we van Gods zorgen en van die van anderen afhankelijk zijn. En dan het derde.

4. Een solidair gebed.

Ik denk dat we allemaal met een groot ja-maar zitten. Die vragen van het begin hebben wij ook. Voor ons is het gemakkelijk om te bidden om dagelijkse brood, maar je zult maar in Afrika wonen en geen eten hebben om je gezin te voeden. Dat is een heel andere realiteit. Wat moeten wij daarmee, nu we hier in het Westen wonen en het in veel opzichten goed hebben?

Wat valt in deze vierde bede op? Dat er twee keer het woordje ‘ons’ valt. Geef ons heden ons dagelijks brood. Als je bidt, bid je dus niet alleen voor je zelf. De woorden ‘ik’ en ‘mijn’ komen trouwens in het hele Onze Vader niet voor. Het gaat in dit gebed steeds over ‘ons’. Wel acht keer. In dit gebed om brood, om ons levensonderhoud, komt dus ook de naaste in beeld. Je bidt dit gebed in verbondenheid met anderen. Het gaat er dus niet alleen om dat ik persoonlijk een volle maag heb, maar ook de ander dichtbij en ver weg. Jezus leert ons hiermee betrokken te zijn bij alle armoede, nood en onrecht, zowel in de directe omgeving als in de wijde wereld om ons heen. Elke keer als je dit bidt, wordt je als het ware opgeroepen om om je heen te kijken en te denken aan mensen die ook brood nodig hebben. Niet alleen te denken natuurlijk. Maar als christen ook actie te ondernemen. Wat kun je doen? Ik noem twee dingen:

a. Politiek. straks zijn er verkiezingen, kies een partij die het omzien naar elkaar, de zorg voor kwetsbare mensen, in dit land, maar ook elders via ontwikkelingshulp, hoog in het vaandel heeft staan. Natuurlijk leven er allerlei vragen, hoe je dat moet doen. Geen geld geven om vissen te kopen, maar mensen leren vissen. Daar zijn veel goede ideeën over. In ieder geval: een eerlijke(re) verdeling van middelen, voedsel, kleding en onderwijs voor wie dat niet heeft. Dat heeft niet alleen met onze beschaving te maken, maar ook ook met dit gebed: geef ons – wij mensen hier op aarde – heden ons dagelijks brood. Wie bidt, laat zich inschakelen, zet ook concrete stappen om met anderen te delen, wat je van God hebt ontvangen: geld, tijd, gaven en middelen.

b. Sober leven. De vierde bede houdt ons ook een spiegel voor. Het gebed om brood is ook een oproep om sober te leven. We bidden niet om gebak of luxe broodjes, maar om brood. Om wat minimaal nodig is om te kunnen leven. Soberheid of matigheid is een kenmerken van het christen-zijn. Paulus noemt in Gal. 5:22 matigheid of zelfbeheersing een vrucht van de Geest. De Bijbel waarschuwt ons tegen de begeerte naar steeds meer en mooier en luxer. Dat is een vorm van verslaving, een macht die ons gevangen houdt en waarvan we bevrijd moeten worden.

De manier waarop wij leven, onze ecologische voetafdruk, de oneerlijke verdeling van de rijkdom, de uitbuiting van het milieu en niet te vergeten van de dieren, hier in het Noordelijk halfrond, komt vaak ten koste van de mensen in het Zuiden. Zij zijn vooral slachtoffer van de gevolgen: overstromingen, droogte, hongersnood.

Als christen zijn we geroepen zorg te dragen voor de schepping en onze naaste. We zijn als rentmeesters aangesteld over Gods schepping. Wie bidt om brood, denkt ook aan anderen die het niet hebben en zet ook concrete stappen, via politiek maar ook persoonlijk: auto vaker laten staan, zuinig met water, spullen langer gebruiken als dat kan, producten van fair trade, iets minder vaak op vakantie, tienden geven van je tijd en geld, om zo soberder te leven en te delen wat we van God hebben ontvangen.

Het gebed om brood is ook een gebed om Jezus.

5. Gebed om Jezus.

Wie dagelijks bidt om brood, kan niet heen om Hem die de vervulling daarvan is. In de kerkgeschiedenis is de vierde bede van het onze Vader, dan ook verbonden met de Heere Jezus. Hij is het Ware Brood des levens. In het formulier voor het Avondmaal bidden we tot God dat we door de kracht van de Heilige Geest gevoed en verkwikt worden met het hemelse brood Christus, zodat wij niet meer in onze zonden leven, maar Hij in ons en wij in Hem leven.

Met andere woorden: geef ons heden van dit hemelse brood. Voed ons elke dag meer met de Heere Jezus. Dat wil zeggen: laat me meer leven vanuit Hem. Ik heb Hem elke dag nodig. Wat Hij voor mij aan het kruis verworven heeft. Zijn vergeving, die ik dagelijks nodig heb voor wat ik niet goed doe. Zijn kracht voor de dingen die ik moet doen en waar ik tegen op zie. Zijn identiteit, als ik worstel met gevoelens van minderwaardigheid. Zijn nabijheid als ik mij eenzaam voel. Zijn vrede als ik in de turbulentie en storm zit. Zijn moed omdat ik tegen morgen of de toekomst op zie, of tegen die operatie.

Vader, voed mij meer en meer met uw Zoon. Zodat mijn geloof sterker wordt. En ik hechter met U verbonden raak. Want U bent de bron van alle goed en niemand weet zo goed wat ik nodig heb als u. Geef ons heden ons dagelijks brood. Om Jezus wil.

Ik sluit af met een oud gebed.

Menslievend God,
Uw Naam zij geloofd en gedankt,
dat U ons met deze gaven hebt gevoed.
Voed ons ook met het Brood des Levens,
en versterk onze harten door Uw genade,
opdat wij onze krachten mogen besteden
in Uw dienst en tot eer van Uw Naam mogen leven.
Amen.