Geestelijke strijd (4): verlos ons van de boze!

Schriftlezing: Mattheüs 6:7-13 - Efeze 6:10-20
Datum: 19 maart 2017
Download PDF


1. Leven in oorlogstijd.

Het is oorlog’. Dat zinnetje kan een enorme schok teweeg brengen. ‘Het is oorlog’. De ouderen herinneren zich dat zinnetje misschien nog wel van toen de tweede wereldoorlog uitbrak. Ineens was alles anders. De dreiging werd opeens realiteit.

‘Het is oorlog’. Dat zou je kunnen zeggen als je de beschietingen in Syrië ziet of de gevechten in Mosul. We zien soldaten die elkaar beschieten, tanks die stellingen beschieten en vliegtuigen die bommen laten droppen. Mensen rennen voor hun leven. Mannen, vrouwen en kinderen. We zien beelden van slachtoffers in de ziekenhuizen of doden langs de kant van de weg. Dat is de realiteit van oorlog. Allemaal vastgelegd door de televisie en de foto’s in de krant.

Er is echter ook een oorlog die je niet zo gemakkelijk kunt vastleggen op foto’s of op televisiebeelden. En dat is de strijd waar Jezus ons op wijst in het Onze Vader en Paulus in Efeze 6. ‘Leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’. En: We hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de geestelijke machten van het kwaad’. Dat gaat over een geestelijke strijd. Maar daarom niet minder erg. Ook in deze strijd vallen er slachtoffers. Er is een vijand: de duivel en zijn boze geesten. En er worden aanvallen uitgevoerd. Openlijke aanvallen. Maar ook: aanvallen van binnenuit, in het diepste geheim, zodat je er niet op bedacht bent.

Het is oorlog’. De duivel, de wereld en ons eigen vlees houden niet op ons aan te vechten, zegt de HC. Het Onze Vader en ook het onderwijs van Paulus zetten ons met beide benen op de grond. We leven in bezet gebied. De aarde is geen neutraal terrein. Er is een vijand, die brult of op kousenvoeten loopt. En deze vijand heeft een duidelijke missie: dat we verslappen in ons bidden en toegeven aan de verzoeking. Hij gebruikt elk middel om ons van bidden af te houden. Want zijn gevaarlijkste tegenstanders zijn mensen die bidden. Daar kan satan niet tegenop. Tegen mensen die de vertrouwelijk omgang met God beoefenen.

Met het ‘Onze Vader’ reikt de Heere Jezus ons een geweldig krachtig wapen aan, dat onmisbaar is voor de geestelijke strijd. Want: ‘het is oorlog’.

2. Niet te overdreven?

Maar misschien denk je bij jezelf: ‘is dat allemaal niet wat overdreven? Waar zie ik die strijd dan? Het valt allemaal toch wel mee? Ik kan me er niet zoveel bij voorstellen… Satan. Demonen.

Nou, toch laat Paulus er in Efeze 6 geen misverstand over bestaan: ‘wij hebben de strijd niet te voeren tegen vlees en bloed, maar tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten’ (6:12).

De apostel gaat er vanuitdaar wijzen al die termen op – dat er boze machten zijn, die vanuit de hemelse gewesten (de niet-zichtbare schil om de aarde) op aarde via mensen en door mensen heen onheil tot stand brengen. Wees ervan verzekerd zegt Paulus, dat je als gelovige altijd met een tegenstander te maken hebt. En niet alleen Paulus, maar ook de Heere Jezus Zelf heeft er vaak over gesproken. Zelfs in dat eenvoudige gebed als het ‘Onze Vader’, dat Hij aan zijn discipelen gegeven heeft, leert Hij hen dagelijks te bidden: ‘verlos ons van de boze’. Als je dat elke dag moet bidden, dan kun je dus wel van uitgaan dat dit nodig is, en dat je er als christen altijd mee te maken hebt.

Het gebed om ‘verlossing van de boze’ is niet overdreven. Wij in het Westen moeten opnieuw oog leren krijgen voor de geestelijke strijd die gaande is. En die strijd wordt op verschillende fronten gevoerd. Dat laat het ‘Onze Vader’ heel treffend zien.

3. Onze Vader is bedoeld voor oorlogstijd.

Want als wij naar dit gebed kijken, dan bestaat het uit twee delen. Het eerste deel zijn de drie bedes: ‘Uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde’. Als je dat bidt, dan bid je dus: Heere, wat bij u in de hemel realiteit is, laat dat ook hier op aarde zichtbaar worden. Het begin van het Onze Vader gaat dus over het verlangen dat ook hier op aarde Gods Koninkrijk – Gods nieuwe wereld – zichtbaar wordt. Dat Gods toekomst hier op aarde doorbreekt. De wereld waarin geen zonde meer is, geen verdriet, geen pijn, geen dood, geen teleurstelling, geen depressie, geen eenzaamheid etc.

Hier, op al die plaatsen waar wij ons leven doorbrengen: in ons huis, op de speelplaats waar onze kinderen spelen, op straat, in de werkplaats, op school, op ons werk, in onze familie. En ook op al die duistere plekken in deze wereld, waar haat is en oorlog, waar mensen gevangen zitten, buitengesloten zijn, vervolgd en uitgebuit, waar men leeft zonder hoop en zonder God misschien.

Soms mag je ook ervaren, dat het gordijn even wordt weggeschoven en iets daarvan al zichtbaar wordt. Als je samen bent om God te prijzen; als je in de auto of tijdens het wandelen overweldigd wordt door Gods liefde; als je op je ziekbed, temidden van veel teleurstelling, toch kunt vertrouwen, omdat de Heere erbij is; daar waar je besluit geen kwaad met kwaad te vergelden; als je breekt met een bepaalde zonde. Dat schuift het gordijn even opzij en wordt iets van de liefde, de kracht en de nabijheid van God tastbaar. Dat zijn kostbare momenten.

Maar, tegelijk merk je dat Gods wereld botst met die van ons. Gods wil gebeurt niet automatisch hier op aarde. Er is tegenwerking. Er is strijd. De hemel en de aarde staan in gespannen verhouding net elkaar.

Daarover gaat het tweede deel van het gebed. Want wat staat de doorbraak van Gods nieuwe wereld in de weg?

(a) Onze autonomie en bezorgdheid; dat je zelf de regie van je leven in handen wilt houden; onze bezorgdheid voor de dag van morgen. Daarover gaat de vierde bede. ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Durf op God te vertrouwen en van Hem afhankelijk te zijn.

(b) Het tweede obstakel is de realiteit van zonde en schuld, waardoor het contact naar God belemmert wordt. Obstakels die er ook kunnen zijn naar anderen toe en belemmeren dat er verzoening komt. Daarover gaat vijfde bede. Vergeef ons onze schulden. Verticaal en horizontaal.

(c) En dan het laatste obstakel: onze zwakheid, dat we vatbaar zijn voor verleidingen en beïnvloeding van de duivel. Daarover gaat de zesde bede: leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Over dat laatste obstakel gaat het vanmiddag in deze preek. De zesde bede: ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’. Wat valt op als we naar deze bede kijken? Ik noem drie dingen.

4. Leid ons (1)

Het gebed gaat er vanuit dat God ons leven leidt. Want het bid: ‘leid ons, maar niet in verzoeking’. Achter deze bede zit dus een diep besef van afhankelijkheid. Dat God als Hemelse Vader het leven van zijn kinderen leidt. En wat wil leiding hier zeggen? Denkt Jezus hier aan het plan dat God met ieder van ons heeft? Gaat het om Zijn leiding in ons leven bij het maken van keuzes? Waar je soms om bidt dat God licht geeft over de weg die je moet gaan. Ik sluit het niet uit, maar ik denk dat Jezus hier vooral denkt aan wat Hij in de bergrede eerder al heeft onderwezen. Jezus stuurt zijn discipelen op pad om vredestichters te zijn, om zout van de aarde en licht van de wereld te zijn. Gods leiding heeft vooral hiermee te maken, dat Hij de volgelingen van Jezus kracht geeft en moed om van Hem te getuigen, en in deze wereld, in oorlogstijd, te leven volgens de principes van het Koninkrijk. Zijn leiding heeft met het volgen van Jezus te maken, met het wandelen in de dingen die God voor hen heeft bereid. ‘Gij zult mijn getuigen zijn’ zegt Jezus in Hand. 1:8. God leidt mensen, stuurt hen op pad, als Zijn getuigen. Als we bidden ‘leidt ons’ dan bidden we om hulp bij de roeping die we als gelovigen hebben. Maar dan komt het tweede: leid ons

5. niet in verzoeking (2)

Met dat we dit bidden, komt er gelijk een vraag op: doet God dat dan? Ons in verzoeking leiden? Dat klinkt behoorlijk negatief. Want verzoeking betekent dat je in de verleiding komt om te zondigen. Dat kan God toch nooit doen?! God verzoekt mensen niet. Dat heeft Jakobus heel duidelijk gezegd. Dat weet u misschien wel. Jakobus schrijft: ‘Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand’ (1:13). God verzoekt dus niet.

Maar wat betekent deze bede dan? Het Griekse woord dat hier voor verzoeking gebruikt wordt is peirasmos. Het kan twee dingen betekenen: ‘beproeving’ (positief) of ‘verzoeking’ (negatief). Gaat het om de positieve betekenis dan kun je peirasmos het beste met een test vergelijken. Op school moet je soms een test doen om te kijken hoe je ervoor staat met rekenen. Een rekentoets. De test is bedoeld om te kijken wat je kunt, hoe goe je ergens in bent. Soms moet je bij een sollicitatie laten zien of je geschikt bent. Ga je als lasser bij een bedrijf aan het werk, dan vragen ze je misschien om iets te laten zien wat je gemaakt hebt; of misschien laten ze je wel iets lassen of in elkaar zetten. Dat is dan een proeve van bekwaamheid. Een test om te kijken wat je kunt, wat er in je zit.

Zo kan God ons als gelovigen op de proef stellen. Hij kan bepaalde situaties in ons leven toelaten. Moeiten op ons werk of in onze vriendschappen, dingen die op school gebeuren of in onze studie, in de kerk of daar buiten. Iets wat moeilijk is en voor ons dus een beproeving vormt. En de vraag is: wat doe je in zo’n situatie? Zoek je dan de Heere God? Reageer je op de moeilijke situatie met geloof, moed en vertrouwen? Dat is vaak niet gemakkelijk. Een hele worsteling soms. Maar als je er hopelijk goed doorheen komt, sterkt het je karakter, je geloof, je vertrouwen op God.

Maar dezelfde situatie kan ook iets negatiefs uitwerken. Je doet het op eigen kracht. Je betrekt God er niet bij. Je gaat je gram halen op mensen. Dat vindt de duivel natuurlijk prachtig. Hij trekt aan je. En geef je dan gehoor? En als je gehoor geeft, wordt dezelfde situatie, in plaats van een beproeving een verzoeking. Bij elke moeilijk situatie in je leven staat de boze klaar om zijn pijlen op je af te schieten. Het is immers oorlog. Ik zal het concreet maken.

Denk bijvoorbeeld eens aan situaties die je moeilijk vindt of die bij jou veel irritatie oproepen. Op je werk. Je leidinggevende is een irritante persoon, hij legt altijd de vinger bij wat niet goed gaat; je collega kiest altijd voor de makkelijke weg en laat jou de kastanjes uit het vuur halen in een vergadering. Dat irriteert je. Hoe reageer je? Gezond assertief. Je brengt het ter sprake, niet verwijtend. Mooi. Dat is in de stijl van Jezus. Dan wordt iets zichtbaar van Zijn karakter. Maar je kunt ook mopperen, verwijten maken, achter de rug van iemand om kwaad spreken. Dan reageer je niet op de juiste wijze. De test wordt dan situatie waarin je verleid wordt om negatief te handelen. De duivel zal dat alleen maar stimuleren.

Op school. Er wordt in de klas heel negatief over een leraar gesproken; over een klasgenoot die ziek is of niet lekker in de groep ligt. Wat doe je? Doe je mee of niet? Spreek je negatief over die ander of probeer je juist iets positief te zeggen. Zo’n situaties is een test. Hoe reageer je? In de stijl van Jezus, van Gods nieuwe wereld, of reageer je volgens de oude wereld en trap je iemand de grond in.

Je surft op internet. Je komt een paar popups tegen met mooie beelden van ontblote lichamen. Wat doe je? Een test. Een beproeving. Je hebt iemand geholpen in een moeilijk periode; veel aandacht gegeven, tijd en misschien ook wel geld. Maar je merkt geen enkele vorm van dankbaarheid. Je kunt er boos om worden. Hoe reageer je?

Je baan. Ontwikkelingen gaan hard op je werk; reorganisatie, veel onzekerheid; je baan staat op losse schroeven. Een gesprek over je functioneren, en het was best pittig wat ze zeiden, of het terecht was of niet. Een test. Een zware beproeving. Durf je te vertrouwen op de Heere, dat Hij voor je zorgt. Dat je leven allereerst in Zijn hand ligt. Dat je zijn geliefde kind mag zijn? Of ga je gelijk bij de pakken neerzitten. En voel je je totaal verslagen. Hoe reageer je. Vriendschap. Je hebt iets in vertrouwen gedeeld, iemand geholpen, ligt nu op straat, wat doe je, ga je je gram halen? Is een test. Beproeving.

Zo zijn er vele voorbeelden te noemen. Wat je moeilijk vindt of wat je irriteert, kan bij iedereen weer anders zijn; maar het gaat in deze zesde bede om situaties die je geloof op de proef stellen. Als je dan bid ‘leid ons niet verzoeking’, dan vraag je dus aan God: Heer breng mij niet in omstandigheden waarin ik gemakkelijk verleid kan worden; in situaties die zo moeilijk zijn, dat ik gemakkelijk zou kunnen vallen en waar de duivel vat op mij krijgt. Daarom vervolgt dit gebed

6. Maar verlos ons van de boze (3)

God wil dat we leesbare brieven zijn. Dat mensen in onze woorden en daden iets van Jezus herkennen, in plaats van onze oude mens. Daarom bidden we om verlossing van de boze. Wat betekent dat? Allereerst dat God de dag spoedig laat komen, dat de duivel definitief van deze wereld verwijderd wordt. Het is het gebed om de komst van de Heere Jezus. Laat die dag spoedig komen. Dan zullen we van de duivel nooit geen last meer hebben.

Maar ook: ‘verlos ons van de boze’, dat is: Heere sluit de deuren in ons leven die we hebben opengezet. Open deuren doordat we occulte dingen bezig te zijn. Verkeerde films. Gewelddadige spelletjes. Open deuren door zondige gewoontes en verkeerde leefpatronen. De duivel heeft altijd een oogje in ons leven nodig om zijn haak in te slaan. Verlos ons: sta niet toe dat de boze ons hindert, dat hij stookt.

Daarom bidden we: Heer, verlos ons van de boze. Sta niet toe dat de tegenstander ons geloof ondermijnt en we verslappen, maar geef dat we sterker uit de test komen, en dat in al die moeilijke situaties iets van de hemel zal oplichten in ons en door ons heen!

7. Ja maar.

Maar wat als we niet door de test heenkomen, als we struikelen, als we falen? Als je denkt aan bepaalde momenten: ‘dat had beter gekund’; momenten dat je jezelf zwaar vond tegenvallen. Weet u wat mij helpt? Ik noem drie dingen tot slot:

a. Jezus is wel staande gebleven.

Dat troost mij. Vlak voor dit onderwijs over het gebed, wordt Jezus zelf door de duivel op de proef gesteld. Tot drie keer toe. In de verzoeking wist Hij staande te blijven. Dit troost mij enorm. Jezus streed namelijk voor mijn eeuwig heil. Heel die weg van lijden en beproeving is Hij trouw gebleven aan God. Zo heeft Hij voor mij en voor ons de zaligheid, het eeuwig heil verworven. Door het geloof mag ik dat geschenk ontvangen. Dat kan niemand mij meer afpakken. Ik raak het ook niet kwijt als ik weer een keer struikel. Dan hoef ik maar naar Hem te kijken. Mijn lot ligt in Zijn hand. Mijn eeuwige bestemming is zeker, hoe vaak ik ook struikel. Dat troost mij enorm. Mag ieder van ons troosten.

b. Gebruik de middelen die God geeft

We kunnen niet strijden zonder de wapenrusting. Geloven is ook altijd vechten tegen de duivel en zijn verleidingen, tegen de wereld en zijn verleidingen, tegen mijn eigen zonde. Maar dan moeten we de wapens wel ter hand nemen. Neem nu het zwaard van de Geest, dat is het Woord van God. Als we dat Woord niet horen, er niet uit lezen, als de Bijbel een boek op de boekenplan is met stof erop, dan gaan we het niet redden. We kunnen niet strijden met blote handen of met een hoofd dat onbeschermd is of met een plastic speelgoedzwaardje of op gemakkelijk zittende televisiesloffen. We hebben elke onderdeel van de wapenrusting nodig. Anders delven we het onderspit. Dan zijn we verliezers.

c. Zonder hulp van de Heilige Geest gaat het niet.

Als wij het Onze Vader bidden, in het bijzonder de zesde bede, worden we herinnerd aan onze zwakheid. HC 127 verwoordt dit zo: ‘wij zijn uit onszelf zwak, wil ons daarom door de kracht van de Heilige Geest staande houden en sterken, zodat we niet de nederlaag lijden, maar krachtig weerstand bieden, net zolang tot wij volledig de overwinning behalen’. Het gebed om verlossing van de boze is tegelijk ook een gebed om de hulp van de Heilige Geest. Laat uw Geest mij sterken en helpen. Elke dag weer opnieuw. Zodat ik geen nederlaag leid, maar overwinnen zal.

Zo mogen we elke dag bidden: Onze Vader, leid ons niet in beproeving die te zwaar is, maar sterk ons door uw Geest, en bescherm ons tegen de boze, zodat wij U elke dag kunnen dienen en liefhebben en vertrouwen, met opgeheven hoofd. Amen.