Verkondiging die nieuwsgierig maakt!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Verkondiging die nieuwsgierig maakt!
Loading
/
Schriftlezing: 1 Petrus 1:3-12
Datum: 5 september 2021
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Verkondiging die nieuwsgierig maakt!



Loading





/

1. Nieuwsgierige engelen op een schilderij

Je komt ze op veel middeleeuwse schilderijen tegen. Vaak bij de geboorte van Jezus zie je ze staan: engelen. In het midden is daar Maria met het kind, bijgestaan door Jozef, die erop toekijkt, maar aan de rand van het schilderij zijn vaak engelen te vinden. Nieuwsgierige engelen. Ze kijken vol verbazing naar wat zich op aarde afspeelt: het Kind, dat is God die mens werd. Het begin van de verlossing van deze wereld. Een groot geheim, dat ze nauwelijks kunnen bevatten. Nieuwsgierig zijn ze naar wat God gaat doen.

2. Nieuwsgierigheid van profeten en engelen

Het zou zomaar kunnen, dat de makers van zo’n schilderij, zich door de apostel Petrus hebben laten inspireren. Want dat is wat de apostel schrijft in vers 12: ‘engelen die begerig zijn om zich te erin te verdiepen’. Je ziet ze als het ware staan. Verlangend om meer te weten over het geheim van de komst van Christus.

Engelen spelen een belangrijk rol in het heilsplan van God. Dat weten we uit de Bijbel. Zeker rond de geboorte van Jezus en ook tijdens zijn leven. Op beslissende momenten zijn ze daar. We komen engelen tegen na de verzoeking in de woestijn, ze zijn daar om Jezus te dienen. En bij de gebedsworsteling in Gethsemané versterken ze Hem. Ze zijn er bij de opstanding van Jezus uit het graf. Om het goede nieuws bekend te maken. Engelen zijn dienende geesten. Maar hun kennis is beperkt. Zij begeren een blik te slaan in wat God bezig is te doen. Petrus gebruikt hier een woord dat ‘vooroverbuigen’ betekent. Net zoals mensen in een stadion doen om goed te kunnen zien wat er gebeurt. Wat je doet als je nieuwsgierig bent, dan buig je voorover, en kijk je extra goed. Vandaag misschien u als gemeente wel: wie zijn die nieuwe ambtsdragers? Welke taak gaan ze op zich nemen. In een grote gemeente ken je lang niet altijd iedereen. We beginnen aan een nieuwe seizoen. Wat zal het ons gaan brengen? Daar kun je nieuwsgierig naar zijn.

Zo ook hier. Engelen zijn nieuwsgierig. Zij willen meer horen over de persoon van Jezus en over het heilsplan van God.Engelen kennen Jezus niet als hun Verlosser. Zij hebben niet zoals wij mensen gezondigd. Ze kennen Jezus niet als hun Redder. Daarom kijken ze toe, met verwachting, elke keer als we als gemeente samenkomen: wat wordt er over Jezus verteld? Zo nieuwsgierig zijn ze.

Naast de engelen noemt Petrus trouwens ook nog de profeten, in vers 10 en 11. Zij hebben in de tijd van het OT geprofeteerd over de Verlosser die zou komen. Ze keken vooruit. Ze hebben een glimp gezien van de beloofde Verlosser, maar het moment van zijn komst hebben ze zelf niet mee kunnen maken. De profeten hebben een stukje ervan gezien.

Jongens en meisjes, je zou het met een puzzel kunnen vergelijken. Een puzzel met heel veel stukjes. Elke profeet had een stukje, en daarover hebben ze enthousiast geprofeteerd, maar het hele plaatje zagen ze niet. God gaf aan Abraham, Mozes en Elia, aan Jesaja, Jeremia, Joël, Amos, en anderen, een stukje van het geheel. Ze profeteerden over Zijn geboorte uit een maagd, zijn vlucht naar Egypte, zijn zalving door de Geest, dat hij verlaten zou worden door vrienden, dat zijn handen doorboord zouden worden, zijn mantel zou worden verdeeld, dat hij zure wijn zou drinken, dat hij bij de rijke in het graf zou zijn, dat hij zou opstaan op de derde dag. Maar het waren stukjes. Het totale plaatje zagen ze niet.

Maar wat is nou zo bijzonder? Dat waar de profeten reikhalzend naar uitzagen en waar engelen met grote nieuwsgierigheid naar keken, dat hebben wij – zegt Petrus – met eigen ogen gezien. De schrijver van de Hebreeën-brief zegt: ‘God sprak op velerlei wijzen tot ons door de profeten, maar in het laatste der dagen sprak Hij tot ons door de Zoon.’ Wij zijn zo bevoorrecht dat we de vervulling van al die puzzelstukjes wel mogen zien. Namelijk in de komst en de persoon van Jezus. Hij vormt het hart van de verkondiging, waar profeten naar hebben uitgezien en engelen zo nieuwsgierig naar zijn.

God heeft dat heilsplan niet geopenbaard aan engelen, maar Hij koos ervoor om dat geheim aan mensen bekend te maken. Het zijn mensen die de boodschap van de gekruisigde en opgestane Heere Jezus ontvangen. Het geheim van het evangelie is nu aan ons toevertrouwd. Het goede nieuws wordt door de Geest aan mensen verkondigd, die het op hun beurt ook verder vertellen. Wij zijn als gemeente dus enorm bevoorrecht dat wij deze boodschap hebben ontvangen. En wij als predikanten zijn enorm bevoorrecht dat wij over dit geheim van het evangelie mogen spreken.

In vers 12 gaat het over voorgangers: ‘hen die u het evangelie verkondigd hebben’. In het werkwoord verkondigen (an-angellō) zit het woord ‘angelos’ (bode, boodschapper), dat is iemand die een boodschap overbrengt. Als predikanten mogen wij van die boodschappers zijn. Wij voegen ons in de rij van hen die voor ons hier het evangelie gebracht hebben. Daarin zien we de trouwe zorg van God. Dat ook in coronatijd de verkondiging van het evangelie en het onderwijs vanuit de Schrift doorgaat.

3. Nieuwsgierig naar Jezus

Wat zal het nieuwe seizoen ons brengen? Dat weten we niet. Ik ben er wel benieuwd naar. Nieuwsgierig naar wat God in ons midden gaat doen. Weet u, vanmorgen kijken er engelen mee. Ook zij zijn uitermate nieuwsgierig. Zij begeren zich te verdiepen. Waar zijn ze nieuwsgierig naar? Naar wat er in de verkondiging over Jezus gezegd wordt! Daar legt Petrus namelijk de vinger bij. Kijk maar naar het begin. Hij prijst God voor de opstanding van Jezus uit de doden. Dat het Pasen is geweest. Dat Jezus de dood heeft overwonnen. Dat Hij leeft. Niet alleen hier. Als je de verkondiging van de apostelen in het boek Handelingen erop na slaat, dan gaat het steeds weer over de opstanding van Jezus. Dat vormt het hart van de verkondiging van de apostelen.

We spreken vaak met twee woorden: kruis en opstanding. Maar in de prediking van de apostelen ligt het accent op de opstanding. Paulus zegt in Romeinen 8 zelfs: ‘Christus is het die gestorven is, ja, wat meer is, die ook opgewekt is’. Het kruis is natuurlijk belangrijk. Aan het kruis heeft Jezus verzoening gedaan voor onze zonden. Als we geloven in de Heere Jezus, ontvangen vergeving van onze zonden, en rekent God af met onze schuld. Hoe bevrijdend is dat! Dankzij het kruis hoeven wij niet langer met de rugzak van ons verleden rond te lopen. Ook Petrus niet. De verloochening van Jezus zit hem nog vers in het bloed. Maar God heeft ook daarmee afgerekend aan het kruis. Dat is het evangelie van het kruis. Daar mogen we de Heere Jezus intens dankbaar voor zijn. Dat Hij de weg wilde gaan die ons redding bracht en leven.

En toch zegt Paulus dat de opstanding meer is. Toch staat in de prediking van de apostelen vooral de opstanding centraal? Waarom is dat? Het antwoord is: omdat Jezus de dood heeft overwonnen en Hij leeft! Wij hebben een levende Heer! Daarom kunnen dingen in ons leven anders worden. Omdat Hij als de Levende betrokken is op ons leven. Omdat Hij in de hemel voor ons pleit. Omdat Hij de heilige Geest zendt om ons leven te vernieuwen. Petrus zegt: door die opstanding ben ik opnieuw geboren. God heeft met mijn oude leven afgerekend. Jezus is naar mij toegekomen en heeft mij een nieuw begin gegeven. Hij gaf mij een levende hoop. Straks mag ik delen in de erfenis. De erfenis die God voor mij in de hemel bewaart: een nieuw lichaam, leven zonder zonde, voor altijd bij Jezus zijn, en nog veel meer. Allemaal, dankzij en door de opstanding van Jezus. Dat is het scharnierpunt waardoor alles anders is geworden, waardoor alles anders kan worden. In de wereld, maar ook in mijn eigen leven.

En dat vormt het hart van de verkondiging. Dat is de boodschap waar engelen zo nieuwsgierig naar zijn. Want in de prediking gaat het over een levende Heer. Jezus leeft en je kunt Hem vandaag ontmoeten. Zoals hij de twee Emmaüsgangers weer moed en nieuwe hoop gaf. Was ons hart niet brandende in ons, zo doet Hij dat nog steeds. Elke keer als in de preek de naam van Jezus genoemd wordt, spitsen de engelen hun oren. Wat gaan we horen? Wat zullen we zien?

4. Als de Levende verandert Jezus levens

Nou, overal waar de boodschap klinkt over Jezus, over wat Hij voor ons aan het kruis gedaan heeft, en dat Hij als de Levende ons opzoekt, zal niet zonder gevolg blijven. Zo was het steeds gegaan. Mensen werden van dood levend werden gemaakt. Overgeplant van het rijk van de duisternis naar het koninkrijk van Gods geliefde Zoon. Ze zagen het voor hunogen gebeuren. Waar de apostelen deze boodschap brachten, begonnen levens te veranderen. Die verwachting mogen wij nog steeds hebben! Ook voor dit nieuwe seizoen!

Je ziet God aan het werk, als iemand besluit te breken met zijn of haar verslaving, als iemand loskomt van de stemmen, de demonen van het verleden en ontdekt dat we in Christus geliefd zijn, als rond een avondmaalstafel we een diepe indruk krijgen van de genade van God, als er geestelijke doorbraken komen in het leven van iemand en de zekerheid van het geloof bij een oudere doorbreekt, we zien God aan het werk als een stelletje zich voorbereid op een trouwdienst, als een jongere of oudere zich aanmeldt voor belijdeniscatechisatie, als in een dienst de lofprijzing ons hart diep raakt, als het Woord ons leven binnenkomt, als in periode van ziekte of rouw de troost en nabijheid van God ervaren wordt, als op een vergadering van de kerkenraad, er mooie geloofsgesprekken zijn, en er moed omstaat om keuzes te maken.

Kortom: als Gods Geest de ruimte krijgt om de naam van Jezus te verhogen.

Daarom staat er ook in vers 12: ‘hen die u het Evangelie verkondigd hebben – door de Heilige Geest’. Gods Geest moet het doen. Maar Hij doet het ook als wij Hem erom vragen. God geeft het in de weg van het gebed.

5. Een biddende gemeente

Gemeente, laat er daarom ook veel gebed zijn in de gemeente, gebed voor ons als predikanten, voor degenen die geroepen zijn tot het ambt, de broeders die vandaan aan een nieuwe taak beginnen. Zij die betrokken zijn op de jeugd, in club en catechese. Laat er voortdurend gebed zijn voor wat er in een gemeente allemaal gebeurt. Dat God het in dienst neemt. Dat we met de juiste dingen bezig zijn. Dat jongeren en ouderen tot geloof komen. Dat Gods genade mensen opricht, datzonden worden vergeven, mensen genezen en bevrijd worden. Kortom: dat Christus in ons midden alle ruimte krijgt. Dat Hij in alles de eerste is. Ik zou zeggen: bid daar vrijmoedig om. Bid maar om een krachtig werk van de Geest. Dan zullen we met veel vrijmoedigheid ons werk in de gemeente kunnen doen.

Dat gebed is zo nodig. Want er is in de kerk helaas ook veel gedoe. Veel dingen die onze agenda beheersen maar ons zo vaak afhouden van de kern. Bovendien, de tijd waarin we leven is lastig. Door corona zijn er nog steeds zoveel beperkingen. En zijn we in ons werk nog zo belemmerd. En daarnaast hebben we ook te maken, wat Herman Paul de secularisatie van het verlangen noemt. Dat het verlangen naar God gedoofd wordt. Dat we vol zijn met van alles en nog wat, maar dat er soms zo weinig ruimte voor God en voor de Geest overblijven. Dat we in de keuzes die we maken zo meegenomen worden door de dingen van beneden. Petrus benoemt dat ook in de verzen 6-7: verzoekingen, beproevingen, die het verlangen onder druk zetten.

Het is geen gemakkelijke tijd waarin wij leven. Je ziet hoe er aan ons en onze kinderen getrokken wordt. Je houd je hart soms vast. Hoe zal de kerk er over 10 jaar uit zien? We weten het niet. Er zijn geen kant en klare oplossingen, maar één ding is er wel, en daar geloof ik met heel mijn hart in. Dat Jezus het verschil maakt! En dat we als kerk maar één roeping hebben, om op Hem gericht te zijn en dat te blijven. Want waar Jezus als de levende Heer centraal staat, daar gebeuren wonderen. Daar komt nieuw leven. Daar komen mensen in het reine met God. Daar ontstaat een levende hoop. Van Jezus en Zijn Woord mogen wij grote verwachting hebben!

Daarom gemeente, wees in alles een biddende gemeente. God doet wonderen als antwoord op het gebed.

6. Wat engelen zien

Engelen kijken toe. Elke keer als de gemeente samenkomt. Staat Jezus centraal. Wat wordt er over Hem gezegd. En als Jezus in het middelpunt staat, is de heilige Geest bezig in onze harten. Wat zien engelen dan?

Dit: ‘hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde’.

Ze zien de liefde van Jezus voor ons, en hopelijk ook onze liefde voor Hem! Er is vreugde in de hemel als een zondaar zich bekeerd. Hoeveel te meer als Jezus meer en meer de liefde van ons hart wordt? Dan is er vreugde in de hemel en dansen de engelen.

Een verkondiging die nieuwsgierig maakt. Jezus centraal! Mag het zo zijn in dit nieuwe seizoen! Amen.