Waarom, mijn God, waarom?

Schriftlezing: Psalm 22
Datum: 18 maart 2018
Download PDF


Waarom, mijn God, waarom?
Themaplusdienst 18 maart 2018
Psalm 22

1. Verlaten en alleen

Gemeente van Christus, de vraag naar het ‘waarom?’ is een vraag van alle tijden. Een vraag die heel veel mensen hebben gesteld, toen de dingen in hun leven moeilijk werden; toen ziekte hen trof, toen het op een scheiding uitliep, bij het overlijden van iemand van wie je zielsveel houdt, bij diepe eenzaamheid die je kunt ervaren, als je gepest wordt en het pispaaltje van de klas bent. Waarom dit? Waarom ik? Het is een vraag die verbonden is met al die dingen in je leven die anders of niet goed gaan. Voor al die momenten in je leven dat je er alleen voor staat of lijkt te staan. Wie kent deze vraag niet. Gewone mensen, maar ook mensen die in de picture staan.

Ik moet denken aan Olcay, die recent meedeed aan het programma ‘Wie is de mol’. In de laatste aflevering, was Ruben en niet zij de winnaar. Enige tijd voor de finale stond er een interview met Olcay in de krant. Een aangrijpend verhaal, over de rot-jeugd die ze heeft gehad. Haar vader die schizofreen was en verslaafd aan drugs en heel erg gewelddadig. Ze vertelt hoe ze nooit vriendjes in huis kon uitnodigen, omdat ze zich voor thuis schaamde. Hoe ze in de klas diep eenzaam en ongelukkig was. Hoe ze daarna keihard ging werken om alles te boven te komen. Ik citeer: ‘Twee jaar lang heb ik mezelf voor iedereen afgesloten. Ik werkte wel gewoon door – ik ben een kei in doen alsof het goed met me gaat – maar zodra ik thuiskwam, kon ik eigenlijk alleen nog maar janken. Ik schrok van mezelf: ik had minstens tien jaar niet gehuild. Als iemand emotioneel werd, had ik de neiging weg te lopen. En nu zat ik daar, intens verdrietig, alleen, non-stop te huilen. Het was echt de hel.’

Of neem nu Roos Schlikker. Zij is journalist en columnist, maar vooral bekend van Wie is de Mol, vorig jaar. Ze schreef in het Parool een column over verlatingsangst. Eens in de maand droomt ze dat haar man haar inruilt voor een ander. Ze schrijft: ‘Het geroffel van mijn hart en mijn eigen huilkreet hadden me doen wakker schrikken. Het duurde een paar minuten voor ik wist dat ik hem weer had gehad: de grote ‘Hij gaat bij me weg’-nachtmerrie. Vaak lijkt de droom zo echt dat ik de dag erna moeite heb aardig tegen mijn echtgenoot te doen. Hij weet het zelf niet, maar hij heeft me iets verschrikkelijks aangedaan. Natuurlijk is het verlatingsangst. Ik heb er altijd last van gehad. Op het oog sta ik best stevig op mijn poten, maar dat kan alleen als ik me ingebed voel in een ondergrond van zekerheid. Zekerheid dat mijn man me leuk vindt, dat mijn vriendinnen altijd bij me zullen horen, dat mijn ouders nooit doodgaan en dat mijn kinderen aan me verklonken blijven.’

Verlatingsangst. Eenzaamheid. Je denkt dat die mensen die het gemaakt hebben in het leven of die in de picture staan, daar geen last van hebben en dat het ze voor de wind gaat, maar niets is minder waar. Net als wij worstelen ze met de moeilijke dingen in hun leven. Misschien herken jij of u er wel wat van in je eigen leven. Momenten dat je je afvraagt af: waarom? Waarom dit? Waarom ik?

Weet je, als christen, als iemand die Jezus wil volgen, kan het soms nog spannender zijn. Want wij hebben niet alleen te maken met de omstandigheden van ons leven, maar ook met God. Als je gelooft in God, kunnen die vragen naar het ‘waarom?’ alleen nog maar toenemen. Want als je gelooft, dat God machtig is om dingen ten goede te keren, maar je dat niet ziet of ervaart, is het probleem nog groter. Je hebt niet alleen met de dingen van je leven te maken maar ook met God. Waarom, mijn God, waarom? Waarom dit? Waarom ik?

2. God is stil en grijpt niet in

De psalm die vanavond aan de orde is, gaat over deze vraag. De dichter van dit lied stoot nog dieper door dan de omstandigheden van zijn leven, hij vraagt door tot op God. Met minder neemt hij geen genoegen. Wat is zijn klacht? Dat God hem niet helpt. Dat hoe hard hij ook roept, God niet in beweging lijkt te komen. Zo roept hij: Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? In de moeilijke omstandigheden van zijn leven ervaart de dichter dat God juist op afstand is. Dat Hij ver weg is. En juist dat, maakt het lijden dat hij meemaakt des te erger. Want juist nu heeft hij Hem meer nodig dan ooit.

Soms heb je dat, dat je mensen spreekt, en dat in hun leven de ene tegenslag na de andere volgt. Golven die over hun leven slaan. En je denkt bij jezelf, hoe is dat mogelijk? Waarom zij? Hoe houd je je staande in dat alles?

Zo komt Psalm 22 ook op me af. Want Het is niet niks waar de dichter mee worstelt.

Mensen. Er zijn mensen die hem bespotten en met woorden treiteren: over wat hij meemaakt. Over hoe hij eruit ziet. Ze spotten: kijk hem nou met zijn geloof. Wat heb je daaraan? God laat je mooi zitten. Als je het naar nu zou willen trekken, denk dan aan pesten. Die venijnige woorden die tegen je gezegd zijn. Je uiterlijk. Hoe je reageert. Je thuissituatie. Je cijfers. Ik hoor met regelmaat van mensen, dat ze in hun kinderjaren gepest zijn op school en daardoor erg eenzaam waren. Je wilt het allemaal niet aan de grote klok hangen. Soms weten je ouders het niet, maar toch, innerlijk vreet het aan je. Dat gaat zo diep soms. Soms ben je er helemaal klaar mee en zou je ze allemaal wel in elkaar willen slaan.

Dieren. Of wat dacht je van de dieren. Stieren hebben mij omringd. Ze hebben hun bek wijd open. Ik zie leeuwen om mij heen die brullen. Er zijn straathonden die mij omringen en willen verscheuren, zegt de dichter. Heftige beelden. Gaat dat over mensen? Dat zou kunnen, maar in het oude Oosten worden deze beelden ook voor kwade machten gebruikt. Voor de duivel en demonen. De dichter ervaart tegenwerking. Er gebeuren dingen in zijn leven, dat hij denkt: het is alsof de duivel ermee speelt. Herken je dat? Dingen die gebeuren, stemmen die je hoort, somberheid die je zomaar overvalt. Dat je steeds meer in de put raakt. Moeilijk is dat.

Burn-out. Dan nog een beeld: ik ben als water uitgestort, mijn hart is helemaal gesmolten, ik heb geen enkele kracht meer. Dat doet ons nog het meeste denken aan een burn-out. Dat de dingen je te veel zijn geworden. Dat je energie helemaal op is. Dat je zomaar van het ene op het andere moment zit te huilen. Dat je niet jezelf bent. Ook dat is heftig.

Al deze dingen komen samen in het leven van deze dichter. Het is of hij in een lied heel zijn leven samenvat.

3. David? Of Jezus!

Als je het op je laat inwerken, dan heb je zoiets: dit kan toch niet normaal zijn? Is dit echt allemaal gebeurt in een leven aan één mens? Hoe onwaarschijnlijk ook, toch kan dit. Alleen, dit lied is wel speciaal. Want de uitleggers zijn er steeds meer van overtuigd, dat dit lied niet over David gaat. Ze zeggen: we herkennen het niet als we kijken naar wat we van zijn leven weten. Bepaalde moeilijkheden wel, maar zo extreem? Nee, dat niet. De Amerikaanse predikant Tim Keller trekt uit dit gegeven de conclusie: deze psalm is een profetie over Jezus. Zoals Petrus in Handelingen 2:31 zegt: ‘aangezien hij een profeet was, David voorzag het en sprak over Christus’.

Want als we met deze ogen de psalm gaan bekijken, vallen heel veel dingen op zijn plek.

Natuurlijk het begin van de psalm. Als Jezus hangt aan het kruis, in diepe duisternis, roept Hij het uit: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Hij ervaart op dat moment een diepe eenzaamheid. God is voor Hem ver weg. Dan de mensen die Hem bespotten en het hoofd over Hem schudden. En de opmerking: ‘Hij heeft op de Heere vertrouwd, laat die Hem redden’. Woorden die voorbijgangers spreken. En niet te vergeten, dat ze zijn kleren verdelen en het lot erover werpen.

Je ziet in dit lied een foto van de Heere Jezus in zijn lijden. En dat is best bijzonder. Weet je waarom? Omdat de Persoon in wie wij geloven, tenminste dat hoop ik, niet Iemand is die ver van ons afstaat, maar iemand die ons leven heeft gedeeld. Iemand die spot en pesten heeft meegemaakt. Iemand die geweldige tegenwerking kreeg van de duivel. Iemand die zich helemaal gegeven heeft, zo dat Hij op zijn drieëndertigste leeftijd helemaal op was. We vergeten wel eens, dat met de intensiteit waarmee Jezus leefde, geen mens oud kon worden. Wij hebben in onze Heiland iemand, die de pijn en het lijden van binnenuit kent. Je hoeft nooit te denken, dat Hij niet snapt wat je meemaakt. Hij heeft aan één woord, één zucht genoeg.

Het lijden van Jezus gaat trouwens wel verder. Zijn lijden was uniek, in de zin dat Hij leed vanwege de zonde van anderen. Zijn lijden overkwam Hem niet, omdat Hij verkeerde keuzes maakte of zondigde, zoals dat bij ons het geval is, nee, Hij was gehoorzaam en zondigde niet. Jezus gaat de weg naar het kruis als het lam dat de zonde van de wereld wegdraagt. Hij gaat deze weg om verzoening te doen voor ons. Dat maakt Zijn lijden uniek en onnavolgbaar.

Tegelijk is deze weg ook zo bijzonder. Want ze laat ons Jezus zien als Iemand die ons in alles gelijk wilde worden. Dat moet je wel steeds voor ogen houden.

4. Een diepe boodschap

Maar nu de vraag: wat rijkt deze psalm ons aan? Wat is de boodschap van deze psalm voor mensen die worstelen met God, die Hem in hun leven niet kunnen ervaren?

De dichter roept en klaagt en worstelt met God. Maar de grote ommekeer vindt plaats in vers 22. Tot aan dat vers is de psalm een en al klacht. Vanaf de verzen is er op eens een loflied. Ik zal u loven zegt de dichter. Ik zal aan iedereen vertellen wat u hebt gedaan. Iedereen moet weten dat u goed bent. Opeens is de toon in het lied heel anders. Hoe kan dat? Aan het slot van vers 22 staat één woord dat alles anders maakt. In het Hebreeuws is het maar één woord: ‘anitani’. In onze tekst staat ‘ja, U hebt mij verhoord’. De grote verandering is dat God zijn klacht heeft gehoord. Dat is het keerpunt in de psalm. Het is het scharnierpunt waarop de klacht verandert in lof.

Ja, denk je bij jezelf, dat is mooi. Dat snap ik wel, als God ingrijpt en de omstandigheden verandert, dan kan ik me voorstellen, dat je ineens heel blij bent. Als Hij al die mensen die je pesten, uit je klas gooit. Of als Hij in één keer die depressie of die aanvechtingen van je wegneemt. Of als Hij je zo helpt, dat ineens alles lukt en je niet meer verdrietig bent. Ja dan kan ik me dat voorstellen. Als Hij dat bij mij zou doen, ja logisch, dan zou ik ook gaan zingen.

Nee, dat is niet wat de psalm zegt. De dichter zegt niet dat de omstandigheden zijn veranderd en dat er geen aanvechtingen meer zijn en dat hij ineens weer volop energie heeft. Nee. God kan dat wel. Hij kan in één keer verandering brengen in jouw situatie, in je leven. God is een God van wonderen. Laten we dat niet vergeten! Daar mogen we Hem altijd om bidden. Hij kan oneindig veel meer doen dan wij bidden of beseffen. Maar dat is niet wat hier gebeurt. Er is maar één ding dat God heeft gedaan. Vers 25: Hij heeft Zijn aangezicht aan de dichter laten zien. God heeft laten merken dat Hij erbij was. Om iemand’s gezicht te kunnen zien, moet je dichtbij elkaar zijn. God opende de ogen van de dichter en liet merken dat Hij erbij was. Erbij in het lijden en in de aanvechting en in de burn-out en in het pesten. God was erbij.

Weet je, dat is nog zoveel krachtiger, dan dat God al onze problemen oplost, hoe zeer we daarom mogen bidden en hoe zeer God dat ook kan doen. Maar als Hij erbij is, ben je niet eenzaam. Hoef je geen verlatingsangst te hebben. Met God ben je altijd in de meerderheid. Met God kun je de toekomst aan.

Weet je, ik moest denken aan Psalm 139. Daar zegt de dichter dat hij verwonderd is dat God hem kent en zelfs de gedachten weet, voordat hij ze uitgesproken heeft. Maar dan gebeurt het: zomaar ineens legt God Zijn hand op zijn schouder. Toen legde Hij Zijn hand op mij.

Dat is het geheim van deze psalm. We krijgen op het lijden geen antwoord, maar een hand-woord: Ik ben erbij.

Denk over dat hand-woord niet gering. Want het is wel de hand van Hem die alle macht heeft. Het is de hand van Hem die zijn leven voor ons opofferde. Het is de hand van Hem die voor ons verzoening deed. Het is de hand van Hem die leeft en de dood heeft overwonnen. Laat je door deze hand meenemen op de weg die je gaat, laat je door deze hand troosten in al je verdriet.

Geen antwoord, maar een hand-woord: Ik ben er bij. Dankzij Jezus. Amen.