Wachten op de Geest …

Schriftlezing: Lucas 24:36-49 - Handelingen 1:1-8
Datum: 29 april 2018
Download PDF


1. Wachten is moeilijk

Vindt u het ook zo moeilijk om te moeten wachten? In de supermarkt, als jeeven snel een paar boodschappen wilt doen, maar bij elke kassa een rij mensen staat. Wachten tot je aan de beurt bent bij de dokter of de tandarts.Je had om negen uur al een afspraak, maar inmiddels is het bijna al half tien. Wachten op de trein die weer een keer vertraging heeft. Je wilt op tijd thuis zijnvoor het eten, maarjezit in de file en het schiet maar niet op. Wachten.

Je hebt iets besteld via internet, het zou snel komen, maar het is er nog steeds niet. Elke dag kijk je vol spanning naar de post. Je bent over een paar dagen jarig, je telt de dagen af, maar wat gaat de tijd toch langzaam.

Wachten, we doen het veel, voor de kassa, in de file, op het perron, wachten op een uitslag. Maar leuk vinden we het meestal niet. Zeker als je wat ongeduldig van aard bent.Waarom zou je wachten als het ook sneller kan?

2. God laat mensen soms wachten

Vanmorgen lezen we in het evangelie dat de discipelen van Jezus in Jeruzalemvijftig dagen moeten wachten, wachtenop de komst van de heilige Geest. Zoveel dagen zaten er tussen de opstanding van Jezus op de eerste Paasdag en de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren. Vijftig dagen moesten ze wachten en dat is een hele lang tijd. Stel je maar voor: Iemand komt op je verjaardag, en is vergeten een cadeautje mee te nemen. En dat je er dan nog vijftig dagen op moet wachten, dat is niet leuk. Dat duurt veel te lang. Toch? Als je aan iemand iets belooft te geven, moet je er niet zo lang mee wachten. Zeker als je het vergeten bent.

De Here Jezus belooft aan zijn discipelen de Heilige Geest te geven, maar ze moeten er maar liefs vijftig dagen opwachten. Je ziet trouwens in de Bijbel wel vaker, dat God mensen laat wachten. Alleen al in het NT als we kijken naar hoe Jezus reageert op mensen die naar hem toekomen. Hoe vaak is hun geduld niet op de proef gesteld. Dat Jezus tegen zijn discipelen zei: ‘mijn tijd is nog niet gekomen.’ Of wat dacht u van al die mensen die Jezus om hulp kwamenvragen. Situaties waarin echt niet meer gewacht konworden. Denk aan het dochtertje van Jairus, de knecht van de hoofdman van Kapernaum, Lazarus de broer van Martha en Maria. Mensen die hals over kop naar Jezus toekomen, maar Jezus lijkt voor iedereen tijd te hebben en haast zich niet. Zij die geloven haasten zich niet. Het lijkt wel of wachten in het koninkrijk van God een deugd is.

3. Vijftig dagen wachten

Vijftig dagen moesten de discipelen duswachten op de komst van de Heilige Geest (40 dagen totde hemelvaart en 10 dagen tot Pinksteren). Maar deze 50 dagen zijn geen verloren dagen. God heeft hen belangrijke geestelijke lessen geleerd. Het was voor de discipelen(1) een tijd van onderwijs, (2) een tijd van correctie en (3) een tijd van gebed. Laten we bij alle drie even stil staan en kijken wat wij ervan kunnen leren.

3a. Tijd van onderwijs

Veertig dagen duurde het voordat de Here Jezus terugkeerde naar de hemel. Wat heeft de Here Jezus al die veertig dagen gedaan? In Hand. 1:3 lezen we dat Jezus met zijn leerlingen sprak over de dingen van het Koninkrijk van God. Veertig dagen lang heeft Jezus zijn onderwijs toegespitst op het Koninkrijk van God. Daar had hij natuurlijk al veel vaker over gesproken. Drie jaar lang had Hij met de discipelen opgetrokken en heel veel dingen met hen gedeeld. In de synagoge, rond de tempel of gewoon onderweg. Hij had gepreekt, onderwijs gegeven gelijkenissen verteld, mensen genezen en bevrijd. Heel vaak had Hij met hen over het koninkrijk van God gesproken. Het vormde de inhoud van zijn prediking. De gelijkenissen die Hij vertelde gingen erover. De tekenen die Hij deed waren daarop gericht. Maar in deze veertig dagen krijgt het onderwijs een enorme toespitsing. Je zou kunnen zeggen: Jezus vat heel zijn onderwijs samen.

Examenstof.Misschien kun je het wel vergelijken met die boekjes die sommigen van jullie hebben gebruikt voor je examen. Van die examenbundels waarin per vak alles wordt samengevat, zodat je alles nog even kunt doorkijken. O ja, dit was wat ik heb geleerd. Dit zijn de hoofdlijnen. Hier gaat het om.

Zo vat Jezus zijn onderwijs samen. Één ding is voor Mij echt belangrijk en dat is het Koninkrijk van God. Dat is de kern van mijn onderwijs. Als ik er straks niet meer ben, dan moet voor jullie dit het hoofdthema zijn.

Wat bedoelt Jezus met het Koninkrijk van God? Je zou dat met één zinnetje kunnen samenvatten: Jezus is Heer. Dat vormde de alleroudste belijdenis van de eerste christenen. Jezus is Heer.

Jezusbetekent God redt. God is mijn Redder. Dat verwijst naar hetkruis en de opstanding. Lucas vertelt aan het slot van zijn evangelie, dat Jezus opnieuw aan zijn discipelen uitlegt wat de Schriften zeggen over zijn lijden en sterven. Aan het kruis heeft de Here Jezus verzoening gedaan voor onze zonden, de kloof tussen God en mens is door Hem overbrugd. Dankzij Jezus kan het weer goed komen tussen God en mens. Daarom is er hoopvoor een wereld in nood, waar mensen gevangen zijn in het web van zonde, schuld en dood.Jezus stuurt zijn leerlingen de wereld in om dat goed nieuws overal bekend te maken. Zij mogen mensen oproepen met hun oude leven te breken en in de Here Jezus te geloven.

Wie gelooft in Jezusontvangt vergeving van zonden en krijgt een nieuwe identiteit. Je mag een kind van God zijn, een kind van de koning. Dat is het werk van Jezus als Redder.

Jezus is ook Heer. Hij redt je om vervolgens Koning te zijn in je leven. Nu gaat het erom om niet jezelf te dienen maar Hem. Niet je eigen wil en verlangens na te jagen, maar te vragen: Here wat wilt u dat ik doe? Dat gaat vaak tegen jezelf in. Als je de Here Jezus gaat volgen, krijg je te maken metstrijd.Je wordt geplaatst in het koninkrijk van God, maar de duivel vindt het niet leuk dat hij zijn grip op je kwijtraakt. Hij zal zijn best doen om Gods rijk tegen te werken en je bij de Here Jezus vandaan te trekken. Daar moet je niet vreemd vanop kijken. Strijd hoort bij het geloof. Waar het vuur van het geloof is, is ook altijd derook van tegenstand en aanvechting. Je wordt dus een onderdaan van Koning Jezus, en je krijgt een royal mission, een koninklijke opdracht, om hier op aarde een instrument in Gods hand te zijn, van vrede en liefde, een getuige van de Here Jezus te zijn.

Al deze dingen die zo wezenlijk zijn voor het koninkrijk van God, vat Jezus samen in die 40dagen. Voordat de Geest komt, moeten zijn discipelen dit helder hebben. Een tijd dus van onderwijs.

3b.Tijd van correctie

De vijftig dagen vormen ook een tijd van correctie. God gebruikt die tijd om hun gedachten te corrigeren. De ideeën die ze hebben over de toekomst zijn in de ogen van God veel te beperkt. Wat God gaat doen zal hun stoutste verwachtingen overtreffen. De discipelen stellen de vraag aan de Here Jezus of Hij in deze tijd voor Israël het koninkrijk zal herstellen. Veel uitleggers doen nogal negatief over de vraag van de discipelen. Ze bekritiseren de discipelen dat ze het nog niet goed begrepen hebben en dromen van een aards koninkrijk. Maar die kritiekis niet terecht! De vraag van de discipelen komt op uit het onderwijs van Jezus zelf! Israël heeft voor de Here God niet afgedaan! Jezus is aan eenkruis gestorven en Hij is opgestaan in Jeruzalem. De discipelen mogen de stad Jeruzalem niet verlaten voordat de Geest komt. Jeruzalem is de plek waar straks ook de Geest zal worden uitgestort. God is al zijn oude beloften niet vergeten! In Amos 9 staat: ‘op die dag zal Ik de vervallen hut van David weer herstellen.’ David was de koning van Israël. Nu is de Messias gekomen, de zoon van David. Boven zijn hoofd stond aan het kruis geschreven in drie talen: ‘dit is de koning der Joden.’ De dood en opstanding van Jezus in Jeruzalem is de bevestiging dat God trouwt blijft aan Zijn beloften.

Het onderwijs van Jezus had verwachtingen geschapen. Daarom vragen de discipelen zich met spanning af: ‘Here, zal het nu gebeuren. U bent toch de koning der Joden, die alle macht heeft in hemel en op aarde. Zal nu de zonde verzoend is,eindelijk de beloofde verlossing aanbreken?

In zijn antwoord bevestigt Jezus de vraag van de leerlingen. God zal inderdaad zijn koninkrijk op deze aarde herstellen. Alleen het tijdspad waaropdat zal gebeuren, dat is niet aan hen. Daar gaat alleen de Vader over. God zal al zijn beloften vervullen. Maar het nieuwe is, dat God hen daarbij gaat inschakelen. Jullie zullen mijn getuigen zijn, zegt Jezus! En dat niet alleen in Jeruzalem. Dat ook. God laat Israël niet los. Het heil van God begint daar, maar – en dat is ook nieuw – het gaat van daaruit verder de wereld in. Veel verder en breder dan de discipelen hadden kunnen bevroeden. Het Evangelie gaat de wereld over. Van Jeruzalem de hoofdstad van het tweestammenrijk, naar Samaria, de heidense hoofdstad van het tienstammenrijk, Klein Azië, Griekenland, Italië, Spanje en zo verder. Steeds verder gaat het evangelie. Nieuwe werelden, Nieuwe culturen. Mensen uit heel verschillende kringen. De Heilige Geest stuwt het evangelie de grote mensenwereld in. Het is als met een heel groot veld met bloemen, waarop de zon schijnt. De ene bloem na de andere gaat open. In die beweging schakelt God zijn leerlingen in. Gewone mensen net als wij die getuigen mogen zijn van de Here Jezus, op de plek waar ze wonen, werken en leven.

Dus gemeente, in deze vijftig dagen corrigeert Jezus de verwachtingen van zijn leerlingen. Inderdaad God zal het Koninkrijk herstellen, Israël zal delen in het heil. Op Gods tijd. Eerst mag de wereld het goede nieuws horen. Dat had God namelijkbeloofd. Psalmen en profeten spraken van die dag, dat heel de aarde vol zou zijn van de heerlijkheid des Heeren. Dus als de Geest komt, komt Hij niet met iets nieuws, maar begint Hij de oude beloften van God te vervullen. Geen woord van God en geen belofte zal onvervuld blijven. Geen jota noch titel van de Wet zullen onvervuld blijven.

3c.Tijd van gebed.

De vijftig dagen zijn ook een tijd van gebed. We lezen in Hand. 1:14 dat de discipelen elkaar opzoeken en eensgezind volhardend zijn in het gebed. De komst van de heilige Geest wordt vooraf gegaan door een periode van gebed. God had de Geest beloofd, maar over een belofte kun je niet zelf beschikken. Die moet je ontvangen. Het gebed is de weg waarlangs de Geest van God komt. De heilige Geest komt altijd als antwoord op het gebed. In Joh. 14:16 lezen we dat Jezus de Vader zal bidden om de Geest te zenden. In Lucas 11 zegt Jezus: als u die slecht bent, uw kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? In die vijftig dagen leren de discipelen afhankelijk te zijn van God in het gebed. Een tijd van biddend wachten en verwachtend bidden.

4. En wij? Enkele leerpunten

Wat kunnen wij hiervan leren? Twee dingen denk ik.

a.Woord en Geest.

De komst van de heilige Geest wordt bij de discipelen vooraf gegaan door een tijd van onderwijs. Daar kunnen we uit leren dat het Woord en de Geest alles met elkaar te maken hebben. Ze zijn op elkaar betrokken. Ze veronderstellen elkaar. Als de Heilige Geest komt, dan vervult Hij de beloften die God aan zijn volk gegeven had.

De heilige Geest is als een vogeldie de nectar diep uit de bloemen van Gods beloften opzuigt. Oude en nieuwe schatten zullen boven komen. De Geest laat ons ongekende diepten zien uit die beloften die geschreven staan.

De Geest is de Vriend van het Woord. Ze trekken samen op. Als wij met het Woord bezig zijn, het lezen en bestuderen, dan zorgt de Geest ervoor dat wij de juiste visie krijgen op God en op zijn plan en op zijn volk. Dan helpt de Geest ons het Woord te verstaan. De Geest laat ons zien hoe belangrijk het Woord van God is. Daarom maken we als kerk ook zoveel werk vangeloofsonderricht: op catechisatie, in de prediking, op kringen, clubs en de JV. Kennis van het Woord is onmisbaar voor een gezond geestelijk leven. Als het Woord in onze levens niet of nauwelijks opengaat, vindt de Geest geen goede voedingsbodem. Als de aarde schraal is en er geen voedsel is voor het plantje, dan kan het niet groeien en kunnen de levenssappen de plant niet sterker maken.

We moeten het belang van het Woord echt niet onderschatten. Het is belangrijk dat we er dagelijks mee bezig zijn, persoonlijk en in de gezinnen. Want weet u, als de Geest de Vriend is van het Woord, dan is Hij ook de Vriend van degene die het Woord leest en bestudeert.

Woord en Geest. Zo wil God ons bemoedigen en sterk maken. Weerbaar en met enthousiasme voor de Here Jezus.

b.Volharden in gebed.

Als het gaat om het gebed is volharding erg belangrijk. Soms moeten we wachten op God, wachten op het moment dat Hij ons gebed verhoord. En wachten is vaak niet eenvoudig. Als je de Here deelgenoot maakt van je zorgen, als je hem bidt om hulp, om inzicht en wijsheid, om verandering van je situatie, om inkeer bij een van je kinderen, en je moet wachten, is dat moeilijk.Als je lang moet wachten, kun je er zelfs moedeloosvan worden. Zo is het ook met bidden om de komst van Godskoninkrijk. Ondertussen gaat hetlijden door, het onrecht ook en het lijkt alleen maar slechter te gaan. Wachten op God is ingewikkeld. Soms vraag je je af of Hij je wel hoort. Dan komt het aan op volharding.

God is een hoorder van het gebed. Maar Hij geeft de dingen op Zijn tijd. Dan moet je nietverslappen. Maar dat is als je alleen bent best lastig. Dat houd je misschien wel een tijdje vol, maar niet voor lang. Daarom geeft God ons broeders en zusters. Daarom is er een gebedskring om de nood te delen. Samen sta je sterk. Als gemeente zijn er aan elkaar gegeven om te helpen in de volharding, om elkaar te oefenen in de verwachting, in het gebed om de definitieve komst van het Koninkrijk.

Als het beloofde nog uitblijft, heb je kracht nodig om vol te houden. Dat is wat Jezus aan zijn leerlingen belooft. Je zult met kracht uit de hoogte bekleed worden. Kracht om te blijven geloven. Tegen alles wat we zien en ervaren. Tegen alle stemmen in van binnenuit en buitenaf. Zelfs als er vervolging komt. Hoe zal je het dan volhouden? Dan heb je kracht nodig. Kracht om tegen de stroom in te gaan. Kracht om staande te blijven. Kracht om de goede keuze toch te maken. Kracht om de stemmen in je hoofd het zwijgen op te leggen: wat God belooft, doet Hij wel. Kracht om te blijven zingen, ook als er veel is wat je naar beneden trekt: zorgen, ziekte en zonden. Kracht om te hopen. Die kracht belooft Jezus. Gij zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt.

De Geest komt als antwoord op het gebed. Wachten op de Geest loont de moeite, want God belooft Zijn Geest te geven aan wie Hem daarom bidden. Amen.