Bloementuin of vuilnishoop?

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Bloementuin of vuilnishoop?
Loading
/
Schriftlezing: Galaten 5:13-26
Datum: 17 juli 2022
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Bloementuin of vuilnishoop?



Loading





/

1. Twee uitersten

Dat er tussen een bloementuin en een vuilnishoop een wereld van verschil zit, weten we allemaal.

De een is een plek waar je graag bent. De schoonheid van de natuur, de schitterende kleuren, heerlijke geuren, de vlinders en de bijen. Je kijkt je ogen uit.

De ander een plek waar je snel aan voorbij loopt. Het is er smerig, het ruikt niet lekker. Soms kom je het tegen, dat mensen zomaar ergens hun afval hebben gedumpt. Slecht voor het milieu.

Twee plekken die totaal andere associaties oproepen. De een positief, de ander bijzonder negatief. Een groter contrast is er niet denkbaar.

2. Vlees of Geest?

In het bijbelgedeelte dat we lazen zit eenzelfde contrast als bij een bloementuin en een vuilnishoop. Paulus beschrijft twee werelden die radicaal verschillend zijn. Die lijnrecht tegenover elkaar staan, maar die soms dichter bij elkaar zijn dan we zouden willen.

Galaten 5 gaat over het contrast tussen de ‘werken van het vlees’ (vers 19) aan de ene kant en de ‘de vrucht van de Geest’ (vers 22) aan de andere kant. En het verschil tussen die twee is even groot als het verschil tussen een bloementuin of een vuilnishoop. De werken van het vlees zou je met een vuilnishoop kunnen vergelijken, de vrucht van de Geest met een bloementuin. De werken van het vlees zijn te vergelijken met afval dat stinkt en ziek maakt, de vrucht van de Geest met een bloem die lekker ruikt of een vrucht die lekker smaakt.

De vrucht van de Geest gaat over wat de Geest in het leven van mensen uitwerkt. De negen eigenschappen van vers 22 groeien niet vanzelf in ons. Nee, daar is een hard en taai werk van de Geest voor nodig. Bij de werken van het vlees is dat heel anders. Die groeien en bloeien, net als onkruid in de tuin. Dat komt als vanzelf op, daar hoef je helemaal niets voor te doen. Maar dat is nu juist precies het probleem.

De werken van het vlees zijn veelzijdig, de term staat ook in meervoud, het is wat onze oude natuur, onze oude mens voorbrengt. Je zou kunnen zeggen, het beste wat wij vanuit onszelf kunnen voortbrengen zijn de werken van het vlees. Dat is onze prestatie.

Maar niet om trots op te zijn. De vrucht van de Geest is een prestatie van de Geest en die ziet er heel anders uit. Niet aards, maar hemels. Niet stinkend, maar welriekend.

3. De werken van het vlees

Paulus doet in dit Bijbelgedeelte een appel op de mensen niet mee te gaan in de begeerte van het vlees. Om de oude mens niet alle ruimte te geven. Want dat is niet goed voor onszelf, voor de mensen om ons heen en het is niet tot eer van God. Wat zijn die werken van het vlees? Paulus beschrijft ze in de verzen 19-21. Je wordt er niet vrolijk van als je deze verzen doorleest.

Seks. Als eerste laat Paulus zien wat er misgaat als seks en seksualiteit, niet langer in de veilige bedding van een verbond, van een relatie in liefde en trouw hun plek hebben. Dan gaat kapot wat God zo mooi geschapen heeft. Overspel, hoererij, onreinheid en losbandigheid. Ze zijn het resultaat als het oude ik het enige is dat telt. Als je verlangens de norm zijn. Vers 24: als je je hartstocht en begeerte volgt. Dan worden grenzen doorbroken en gaan relaties kapot.

Afgoderij. De apostel noemt vervolgens afgoderij. Elders denkt hij aan hebzucht, het verlangen naar meer, wat je zo kan beheersen. Het woord toverij in het Grieks is pharmakeia, waar ons woord farmaceutisch vandaan komt. In de oudheid gingen mensen trippen via drugs om met de onzichtbare wereld van geesten en overleden mensen in contact te komen. Misschien denkt Paulus wel aan middelen die verdoven. Aan de kick om los te komen van alles en onbegrensd te kunnen doen wat je verlangt. Verslavingen hebben zoveel gevolgen. Op de Zuidas wordt cocaïne gebruikt wordt om langer te kunnen presteren. Door drugs en alcohol gaan de remmen los.

Karakter. Dan noemt Paulus ook een heleboel dingen, die met ons karakter te maken hebben: afgunst, woede, egoïsme, jaloezie, en als gevolg daarvan ruzie, onenigheid, en als de gemoederen zo verhit zijn gaan mensen los, in het publieke domein of op sociale media. We zien het in de polarisatie in de samenleving hoe hard er soms aan toegaat.

Afwijkingen in de leer. Niet langer accepteren mensen dingen die vanouds vast stonden; men vermijdt de kritische tegenstem, het tegenover van het Woord.

Grenzeloosheid. De apostel ziet mensen die helemaal los gaan en geen enkele remming meer ervaren: dronkenschap en zwelgpartijen.

Met andere woorden, de werken van het vlees, wat ons oude ik produceert is uitermate destructief, maakt relaties kapot. Het verziekt de sfeer. Het stinkt, net als een hoop vuilnis.

Paulus gebruikt de taal van dieren, in vers 15. Jullie bijten en verslinden elkaar. Soms zeggen ze wel eens van mensen dat ze als kat en hond samenleven. Dat gebeurt er. Als je je laat regeren door je eigen ik, is het resultaat dat je de ander gaat bijten, kapot maakt.

Zonder al het goede te kort te doen dat er vandaag ook is, zien we in de beschrijving van Paulus een soort foto van de oude mens. Dit is waar wij mensen tot in staat zijn. En we kijken om ons heen en we moeten constateren dat het wel een heel actuele foto is. Dit wat we om ons heen zien, en horen, en waar we soms zelf ook bij betrokken zijn. De verruwing van de samenleving. De boosheid, het ongenoegen, het gebrek aan geduld, de kaalslag in relaties, de grenzen die steeds weer worden opgezocht.

Paulus doet ook een stevige waarschuwing. Wie zulke dingen doet, zal het koninkrijk van God niet beërven. De apostel is heel radicaal: doe het niet. Stop ermee. Het heeft geen toekomst. Je gaat eraan ten onder. Paulus spreekt hier nota bene tot christenen. Het zijn waarschuwende woorden. Als je blijft investeren in je vlees, en deze dingen voorbrengt, ga je verloren en verspeel je je toekomst in Christus. Oppassen dus.

4. Vrucht van de Geest

Maar nu het mooie. Vers 22 is als een wandeling van een vuilnishoop naar een bloementuin. De vrucht van de Geest is een boeket met maar liefst negen bloemen. Of zo je wilt een vrucht met negen smaken. De vrucht van de Geest wordt wel met een mandarijn vergeleken. Het schijnt dat deze vrucht precies negen partjes heeft.

De vrucht van de Geest kunnen we verdelen in drie groepen. De eerste drie ‘liefde, blijdschap en vrede’ hebben te maken met onze relatie met God. Het zijn eigenschappen die helemaal bij God horen, en die door de Geest ook in het leven van de gelovige worden binnengebracht. De Geest laat ze groeien. Hoe meer je je in God verheugt, hoe meer je hart vol raakt van liefde, blijdschap en vrede.

De volgende drie ‘geduld, vriendelijkheid en goedheid’ houden verband met mijn relatie met anderen. Geduld is dat de Geest je leert moeilijke en irritante mensen te verdragen. Vriendelijkheid is dat je moeite doet voor mensen die niet aardig zijn. Het betreft ook het betonen van liefde aan mensen in nood. Dat kost tijd en inspanning. Zelfopoffering ook. Goedheid heeft te maken met ruimhartig zijn, vrijgevig naar de ander toe.

De laatste drie ‘geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing’ hebben te maken met de relatie tot jezelf. Geloof heeft hier de betekenis van standvastig zijn, trouw. Dat je op je post blijft in de kerk. Dat je trouw blijft in de omgang met God. Zachtmoedigheid is dat je jezelf niet op de voorgrond plaatst en mild bent. En ook dat je jezelf in de hand weet te houden, als mensen iets tegen je zeggen wat niet leuk is of wat je pijn doet. Mensen die nee kunnen zeggen tegen zichzelf.

5. Een foto van Jezus

Gemeente, als je dit nu op je laat inwerken, die vrucht van de Geest, wat roept dat bij u en jou dan op? Je ontkomt er toch niet aan om met Paulus in te stemmen: ja, dit is waar wij voor bedoeld zijn. Zo zou mijn leven er moeten uitzien. Wat zullen de mensen om mij heen blij zijn, als ze dit in mijn leven zien. Wat zal de samenleving opknappen, als deze vrucht meer en meer zichtbaar wordt.

Ook met deze woorden laat Paulus ons een foto zien. Een foto van hoe het leven door God is bedoeld. En als we goed kijken, zien we in deze negenvoudige vrucht, allereerst een foto van de Heere Jezus. Als geen ander was hij vol van liefde, blijdschap en vrede. In relatie naar anderen was hij geduldig, vriendelijk en goed. Zijn leven was vol geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Vers 22 is in feite een afbeelding van de Heere Jezus. En Paulus zegt als het ware, weet je wat je moet doen? Zet die foto op je bureau. In je kamer. Kijk er elke dag naar. Aan het begin van de dag en bid dat God deze vrucht in je leven laat groeien. God wil dat wij op Jezus lijken. Dat Hij naar ons leven kijkt en zeggen kan: ik zie daarin de contouren van mijn eigen Zoon terug. Dat geeft Mij vreugde.

6. De vrucht van de Geest is missionair

De vrucht van de Geest is dus heel anders dan de werken van het vlees. Een wereld van verschil. Net zo groot als het verschil tussen een bloementuin en een vuilnishoop.

Waarom zou Paulus nu zo sterk ageren tegen de werken van het vlees en pleiten voor de vrucht van de Geest? Waarom doet hij zo’n dringend appel op ons als hoorders?

Bij Paulus zit er een sterk missionair motief bij. Paulus is geroepen tot apostel voor de heidenen. Hij heeft een grote passie om mensen tot geloof te brengen. Naast de verkondiging van het evangelie, hebben mensen ook voorbeelden nodig. Levende voorbeelden. Plaatjes bij het verhaal. Paulus verlangt er naar – en dat verlangen is natuurlijk allereerst ook het verlangen van de Heere God en van de Heilige Geest – dat de gelovigen op Jezus lijken. Dan in hun leven iets zichtbaar wordt van wie Jezus is. Zodat de niet-gelovigen het niet alleen horen, maar ook kunnen zien. Kunnen zien hoe het werkt. Hoe een leven met Jezus eruit ziet.

Kijk, de werken van het vlees, kent iedereen. Toen en nu. Je hoeft maar om heen te kijken en je oor te luisteren te leggen, en ziet het, je ruikt het. Maar dat nieuwe van het Koninkrijk, dat leven door de Geest, dat is voor velen onbekend. Daarom is het zo belangrijk dat we als gelovigen en als christelijke gemeente, deze vrucht van de Geest laten zien. Dan kunnen mensen iets van Jezus zien in ons. In de liefde die we hebben, de blijdschap die we uitstralen, in het geduld, in de vriendelijkheid, in de zelfbeheersing. Dan proeven ze de vrucht en ruiken ze de geur.

Dat is de drive die Paulus heeft. Hij ziet het belang van de vrucht van de Geest voor het getuigenis van de gelovigen naar buiten. Hij hoopt dat mensen gewonnen worden door het Woord en door het getuigenis van het leven van ons als gelovigen. Daarom dus ook het appel. Wandel door de Geest. Geef de Geest de ruimte om deze vrucht te laten groeien.

Hoe doe je dat? Twee dingen zijn belangrijk. God laat de vrucht groeien. Het is het werk van de Geest. Tegelijk wordt er ook iets van ons gevraagd. Over die beide dingen wil ik tenslotte nog wat zeggen.

7. Wat mag ik doen?

Er zit een praktische kant aan de vrucht van de Geest. Paulus spoort ons aan om door de Geest te leven, om door de Geest te wandelen. Dat appel is concreet. Maar hoe doe je dat?

Nou door bij beslissingen die ik neem, me af te vragen: is dit in het belang van God en Zijn koninkrijk of dient dit vooral mijzelf. Elke dag staan we als christen voor een keuze. Wie volg ik? Mijn eigen hart of oude ik, of vraag ik heel bewust aan God: Heere, wat wil u dat ik doe? Het begint al ‘s ochtends als je uit bed stapt. Er liggen twee matjes naast je bed, die van mijn eigen ik en die van de Geest. Op welke daarvan ga ik die morgen staan? Of later op de dag bij een belangrijke beslissing: is dit een verlangen van mijn vlees of van de Geest. Als je het niet zeker weet, is het mistig, dan kun je beter maar niet uitvaren. Of als je op iemand reageert: is dit nu mijn vlees die spreekt, of laat ik mij door Gods Geest leiden?

Als christen leef je dus in een voortdurende spanning. Ik kan niet zomaar doen wat ik wil, maar God wil dat Ik hem raadpleeg. Dat ik kijk naar hoe de foto van de Here Jezus eruit ziet en mij afvraag, als ik dit nu doe of zeg of wil, past dit dan bij de Heere Jezus of niet?

Op de troon van ons hart is geen plaats voor twee personen. Er kan er maar een de regie hebben in ons leven. Ikzelf of de Geest?

Nu kun je dat belachelijk maken. Moet ik dan voor elke keuze aan God toestemming vragen: de kleding die ik aan doe, wat ik eet, of ik op de fiets naar de kerk, lopend of met de auto? Voor elk wissewasje bij God aankloppen? Nee, er is vrijheid. Er zijn dingen die voor God niet uitmaken. Maar hier gaat het om belangrijke beslissingen, morele beslissingen. Dat die beslissingen beheerst worden door één vraag: Heer, past dit bij U.

Wandelen door de Geest, is dus leven met die vraag in je hart: ‘is wat ik wil of wat ik doe een verlangen van het vlees of een verlangen van de Geest’. Natuurlijk is dat niet altijd makkelijk. Soms zitten we op het verkeerde spoor. Niet altijd is het zo zuiver. Maar het gaat om de intentie, de bereidheid om te zoeken naar wat God behaagt.

Dat gaat natuurlijk wel in tegen wat vaak gezegd wordt. Veel populaire liederen en tijdschriften zeggen ons dat je je hart moet na volgen, dat je pas echt vrij bent als je doet wat je verlangt, als je je droom najaagt. Je leeft tenslotte maar een keer.

Maar toch, als je ogen open zijn gegaan voor Jezus, dan zal die vraag als verlangen met je meegaan: Here, wat wilt u dat ik doe? Dat is wandelen door de Geest.

8. Gods belofte voor ons

Nou het tweede. Wie zo leeft, met vallen en opstaan, mag zich door de belofte van God gedragen weten. Ik bedoel dit. Paulus zegt in vers 16: ‘wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.’ U zult zeker niet, zegt de apostel. Dat is een belofte. God draagt er zorg voor dat we vrucht dragen. Het is de Geest zelf die er voor zorgt dat ons karakter wordt vernieuwd, dat ons leven iets meer op dat van onze Heiland gaat lijken. U zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.

Het is zo eenvoudig. Het enige dat ik hoef te doen is mijn leven in Gods hand leggen, mijzelf steeds weer de vraag: stellen Heer, wat wilt u dat ik doe? En als ik mij naar God uitstrek, komt Hij met de heilige Geest en geeft mij wijsheid en kracht. Dan zorgt Hij ervoor dat ik een mens, een man of vrouw, jongen of meisje, wordt die op de Here Jezus lijkt, dat die negenvoudige vrucht in mijn leven gaat groeien.

Het is de Geest die ervoor zorgt dat mijn leven op een bloementuin lijkt en niet op een vuilnishoop. Zodat anderen iets kunnen zien van de foto van de Heere Jezus, als ze naar mij en u kijken. God zal daarvoor zorgen. Halleluja. Amen.