Geen veroordeling!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Geen veroordeling!
Loading
/
Schriftlezing: Johannes 8:1-11
Datum: 24 juli 2022
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Geen veroordeling!



Loading





/


1. Een bijzonder glas

Het glas dat vanmiddag centraal staat gaat over een aangrijpend gebeuren. Een vrouw die betrapt is op overspel en door mannen bij Jezus wordt gebracht. Alle vingers van veroordeling wijzen naar de vrouw. De man die ook zijn aandeel heeft, is buiten beeld. Daar zit gelijk ook het schrijnende. Zoals vaak in het middenoosten gebeurt: de vrouw krijgt alle schuld en mannen gaan meestal vrijuit. De vrouw wordt gebruikt als een kapstok om Jezus aan op te hangen, om hem te verleiden de wet te overtreden. Volgens de Joodse wet moest zij worden gestenigd. U dan, wat zegt U hierover? Ze proberen Jezus tot een uitspraak te verleiden, hem een oordeel te laten uitspreken. Maar dat doet Hij niet. Jezus speelt niet mee in het spelletje dat ze willen spelen.

Het natuurlijk wel bijzonder dat juist deze geschiedenis op het glas staat dat door de stad Rotterdam aan Gouda geschonken is. Waarom juist dit bijbelverhaal? Zou men het gekozen hebben als een statement, omdat Jezus de vrouw niet veroordeelt, ook wij elkaar niet moeten veroordelen. Een pleidooi voor verdraagzaamheid. Als je goed kijkt naar de mensen rondom Jezus, dan zie je juist veel veroordeling. Een indirecte hint van Rotterdam aan de stad Gouda?

Of wilde men juist een lans breken voor het feit dat Jezus een zondaar ruimhartig vergeeft? Wie je ook bent, wat je afkomst, je verleden ook is geweest, bij Jezus ben je welkom. Hij veroordeelt je niet; Hij spreekt je juist vrij!

Duidelijk uit het glas is dat de makers deze geschiedenis naar het heden hebben getrokken. Het gebouw heeft het karakter van de Renaissance. De woorden op het glas staan niet meer in het Latijn maar in het Nederlands. ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen op’. Daarmee is de boodschap ineens binnen het bereik gekomen van de gewone burger.

Wat maakt deze geschiedenis uit Johannes 8 zo bijzonder? Laten we even inzoomen op wat Johannes vertelt.

2. Een duivels dilemma

Als Jezus onderwijs geeft in de tempel, komen schriftgeleerden en farizeeën naar Hem toe. Ze brengen een vrouw bij hemdie betrapt is bij het plegen van overspel. Het gaat het om een getrouwde vrouw. De vrouw wordt gebracht. Of beter gezegd: meegesleurd, want ze zal niet vrijwillig meegegaan zijn. Ze wordt pontificaal voor Jezus geplaatst. Midden in de kring van mensen die naar Jezus’ onderwijs zitten te luisteren. Hoe discreet wil je het hebben.

Het is de tijd van het Loofhuttenfeest. Buiten op de straten, op de balkons of op de daken staan overal loofhutten. Mensen slapen onder de open hemel. Jeruzalem is vol vreemdelingen en de mensen verkeren dag en nacht in een feestroes. En in het feestgedruis is de vrouw betrapt toen ze met een ander in bed lag.

Dat is tenminste wat de Joodse wet voorschrijft. Iemand kan alleen aangeklaagd worden als er tenminste twee getuigen zijn. Niet het feit dat twee mensen uit eenzelfde kamer naar buiten komen of dat ze in elkaar armen liggen. Volgens de wet moesten mensen in de daad zelf gezien zijn. De regels waren streng om misbruik van te voorkomen. Al te gemakkelijk konden jaloezie of ruzie gebruikt worden om iemand te straffen.

De vrouw is dus op heterdaad betrapt en ze wordt door de schriftgeleerden en farizeeën meegesleept naar Jezus. Ze is betrapt, zeggen ze, en volgens Mozes moet ze gestenigd worden. Wat zegt u hiervan?

Zo plaatsen ze Jezus in een vreselijk dilemma. Nu hebben ze Hem te pakken. Want daar zijn ze op uit. Kiest Hij voor deze vrouw, dan is het duidelijk, dat Hij de wet van Mozes niet serieus neemt. Hij die zegt dat Hij van God afkomstig is. Als hij zelf de wet van Mozes niet serieus neemt, moet Hij wel een bedrieger zijn. En als Hij opkomt voor de wet van Mozes, dan zal deze vrouw gestenigd worden; dan zullen alle woorden die Hij eerder gesproken heeft ter aarde vallen. Kom tot mij allen die vermoeid en belast zijt, ik zal u rust geven. Maar als je dan komt, dan loopt het toch niet goed met je af.

Je proeft bij de aanklagers geen enkele liefde. Godsdienstige mensen kunnen soms zo hard oordelen; zo liefdeloos zijn. Ze hebben misschien het recht aan hun kant, maar waar is de bewogenheid met de zondaar? Gaan ze trouwens zelf wel vrijuit. Het oordelen en veroordelen kan een mens breken. Misschien herken je er iets van. Hoeveel pijn blikken of woorden van anderen je deden. De vrouw zwijgt.

Het is een duivels dilemma waarin zij Jezus plaatsen. Als Hij echt barmhartig is, dan kan Hij het recht van de wet niet laten gelden; Als Hij het recht van God wil laten gelden, dan is Hij niet langer barmhartig. De mensen die naar Jezus luisteren, houden hun adem in. Er staat heel wat op het spel, ook voor hen.

Het tafereel op het glas laat heel duidelijk de afkeuring zien van de mensen die de vrouw hebben gebracht. De wapens staan klaar om Jezus te pakken. De kring van de discipelen die luisteren is minder in beeld. Maar die is er wel!

Wat doet Jezus? Twee dingen: (1) Hij heeft een verontrustende boodschap voor de hardvochtige aanklagers en (2) Hij is mild naar de vrouw.

3. Een boodschap die verontrust

Wat doet Jezus met degenen die de vrouw aanklagen? Hij zegt niets, Hij bukt. Hij knielt en schrijft met zijn vinger in het zand. Wat Hij geschreven heeft, weten we niet. Waren het woorden, tekende Hij iets?

De dichter Gerrit Achterberg schreef over deze geschiedenis het gedicht ‘En Jezus schreef in ’t zand’. Hij schrijft:

Jezus schreef met Zijn vinger in het zand.

Hij bukte Zich en schreef in ’t zand, wij weten niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten, verzonken in de woorden van Zijn hand.

Wat Jezus schreef weten we niet. Maar het feit dat Hij in het zand schrijft, is niet onbelangrijk. Het zal de kenners van de Schrift zeker niet ontgaan zijn. Het is een stille hint naar de profeet Jeremia. In Jeremia 17, vers 13 staat namelijk te lezen: ‘Wie zich van mij afkeren, zullen in de aarde (in het zand) geschreven worden, want zij hebben de Heere, de bron van het levende water, verlaten.

In feite is dat wat er gebeurt. Er is geen enkele bewogenheid met de vrouw. Het enige wat hen drijft is dat ze Jezus willen veroordelen. Door hun houding, en de geest van veroordeling, laten ze zien dat ze niet langer met de Bron van levend water verbonden zijn.

In dat profetische woord komen allerlei lijnen samen. In vers 9 staan de woorden ‘Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?’ Jezus ziet harten die arglistig zijn, die een dubbele moraal hanteren, en zelf vrijuit denken te gaan.

Zonder wat te zeggen, waarschuwt Jezus de schriftgeleerden en farizeeën. Wie een mens misbruikt voor kwade plannen, diens naam zal in het zand geschreven worden. Niet in het boek des levens; maar in het zand. Een beetje wind of water is genoeg om het uit te wissen.

Als je op het strand bent, je schrijft je naam, je bouwt iets, dan komt de zee op, het waait hard, en een dag later vind je er niets meer van terug. Zo zal hun naam uitgewist worden. Waarom? Ze gebruiken de vrouw voor hun kwade plannen tegen Jezus. Ze zijn niet geïnteresseerd in de redding van de vrouw, in haar herstel. Ze hanteren een dubbele moraal. Want waar is de man gebleven? Die hebben ze laten gaan.

Op de afbeelding sluipt hij stilletjes weg. Hij ontvangt geen vrijspraak zoals deze vrouw. Hij blijft zitten met zijn verleden. Je kunt maar beter bij Jezus zijn dan aan jezelf overgeleverd zijn.

Jezus ontmaskert hier de hypocrisie van deze mannen. Hij richt zich op. ‘Laat wie zonder zonde is, als eerste de steen werpen.’ Daar staan de aanklagers. Met hun beschuldigende vingers naar de vrouw, maar ze vergeten, dat er evenzovele vingers zijn die naar henzelf terugwijzen. Het woord van Jezus legt in een keer hun kwade bedoelingen bloot, hun schijnheiligheid, hun arrogantie. En niemand heeft de moed een steen aan te raken. En ze keren zich om, de een na de ander.

Eerst de ouderen, misschien wel omdat ze met de jaren geleerd hebben hun fouten eerder toe te geven of gewoon om eerder hun gezicht te redden. Maar ze gaan er allemaal vandoor. Ze voeren zelf het vonnis uit over hun leven. Omdat ze bij Jezus weggaan, verlaten ze de Bron van het leven. Hun namen zullen worden geschreven in de aarde. En als ze volharden in hun houding, worden hun namen uitgewist. Aangrijpend gebeuren.

Als wij in de spiegel kijken die Jezus de schriftgeleerden en Farizeeën voorhoudt, dan worden ook wij geconfronteerd met iets dat ons zo gemakkelijk aankleeft: een geest van veroordeling. Hoe gemakkelijk hebben wij het oordeel klaar over een ander. Een commentaar, een opmerking, iets negatiefs, is zo gezegd.

Je hebt iets gehoord, een bepaalde zwakte of zonde, je laat duidelijk je afkeuring merken, je praat erover met anderen in plaats van dat je naar de ander toegaat. Jacobus zegt: ‘weet dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood.’

Wie met de vinger wijst naar een ander, heeft altijd nog 3 vingers die naar hemzelf wijzen. Wij denken vrijuit te gaan. Maar weten we ook wat er bij die ander speelt? Hoezeer hij of zij er zelf mee worstelt? Wat er allemaal gepasseerd is, in de relatie, in het huwelijk of met de seksualiteit. Een gemeenschap gaat kapot aan een geest van veroordeling. Iemand zei eens: de kerk zit vol met oudste zonen. Als je iets hoort, bid voor die ander en wees mild in je oordeel. Want met de maat waarmee je anderen oordeelt, zul je ook zelf geoordeeld worden, zegt Jezus.

In het misbruik van de vrouw, zit ook verzet tegen Jezus. Dat kan ook. Het kan zijn dat je worstelt met wie Hij is en wat Hij heeft gedaan. Maar wees dan zo eerlijk, om dat direct tegen Hem te zeggen. Gebruik geen excuses of anderen wanneer jezelf ergens moeite mee hebt.

Deze geschiedenis is geschreven om iets van Jezus te laten zien, dat tot op de dag van vandaag vele harten heeft geraakt.

4. Een boodschap die vertroost

De vrouw staat nog steeds in het midden. Ze blijft alleen over met Jezus. Als iedereen van de aanklagers weg is, staat Jezus op en spreekt haar aan. Heeft niemand u veroordeeld? Nee, Heer, antwoordt ze, niemand! Dan veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer.

Nee, Jezus keurt niet goed wat ze gedaan heeft. Ze heeft overspel gepleegd. Ze moet breken met wat niet goed is in haar leven. Dat blijft staan. Zonde is zonde, en daar moet je mee breken.

Maar Jezus veroordeelt haar niet. Hij schrijft haar niet af als een hopeloos geval. Hij opent juist voor haar een deur. Ze mag opnieuw beginnen. Ze krijg de gelegenheid om op pad te gaan en een nieuwe start te maken.

In de woorden ‘Ik veroordeel u niet’ proef je de liefde van Jezus. In die woorden zit de vrijspraak die Hij haar geeft.

In zijn woorden proeven we de kern van het christelijke geloof. De paradox en de schoonheid. Jezus zegt: je bent schuldig, maar ik veroordeel je niet. Jezus had een steen kunnen werpen, maar doet dat niet. Hij is niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om haar te behouden. Jezus springt voor deze vrouw in de bres. Hij zoekt haar behoud. Hij heeft haar welzijn op het oog.

Later in het hoofdstuk komen de stenen nog een keer terug. In vers 59. Daar lezen we: ‘Zij namen dan stenen op om ze op Hem te werpen.’ Jezus staat niet toe dat mensen stenen gaan gooien ter veroordeling van een ander. Hij is degene die zelf alle stenen incasseert. Hij die geen zonde kende is voor ons tot zonde gemaakt, zal Paulus later zeggen.

Jezus komt op voor mensen die schuldig zijn. Die in de gang van hun leven verkeerde keuzes hebben gemaakt. Hij neemt dat verleden voor zijn rekening. Ons verleden ook. Wie we zijn en wat we hebben gedaan. Ja, Hij zal misschien tegen ons ook wel zeggen: ‘zondig niet meer’. Dat woord is nodig, om steeds weer te horen. Maar als Jezus het zegt, is vol van genade. Zijn vergeving opent een nieuwe toekomst. Daar gaat het Hem op. Dat we met Hem leven en zo tot onze bestemming komen.

5. Hoopvol slot

Wat zullen de woorden van Jezus voor de vrouw betekend hebben?

Gerrit Achterberg verwoordt het zo:

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet. Ga heen en luister, luister naar het lied. En Hij stond recht. De woorden lieten los van hun figuur en brandden in de blos waarmee zij heenging, als een kind zo licht.

Kijk dat is Jezus ten voeten uit. Bij Hem overheerst de genade en niet het oordeel. Wie tot hem komt, zal dat ervaren. Steeds weer opnieuw.

En Jezus schreef in ’t zand. Wat schrijft Hij? Het is moeilijk te zien, maar opeens zie je het. Hij schrijft namen. Jouw naam staat daar in het zand. En onder jouw naam heeft Hij zijn eigen naam geschreven, met grote een cirkel eromheen. Twee namen, ze horen bij elkaar. Wat een wonder!

Jezus kwam niet in de wereld om ons te veroordelen, maar om ons te redden.

Halleluja. Amen.