Geroepen in het dal, bemoedigd op de berg!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Geroepen in het dal, bemoedigd op de berg!
Loading
/
Schriftlezing: Mattheus 17:1-21
Datum: 20 maart 2022
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Geroepen in het dal, bemoedigd op de berg!



Loading





/

1. Op de berg en in het dal

Er zijn dagen, dat alles lukt. Op je werk gaat het vlot. De klus waar je anders zoveel tijd mee bezig bent, is in korte tijd geklaard. Je bent al een tijdje aan het broeden, hoe je een bepaald probleem moet aanpakken, en ineens zie je het of lost het zich vanzelf op. Je bent aan een project bezig voor school, een werkstuk misschien, of een schilderij, en je zit helemaal in de flow. Het gaat super. Je kunt in korte tijd heel veel doen. Sporters spreken dan over een dag, een wedstrijd, waarin alles klopt. Dat alles precies gaat zoals ze gepland hadden.

Zo kunnen er momenten zijn in je leven dat je intens blij bent, dat je je geluk niet op kunt, omdat je jarig bent, een jubileum meemaakt, een fijne kring had of een mooie clubavond. Je beleefde een kerkdienst heel intens. Daar kun je wel even op teren.

Maar dan is daar dat App’je, die email, dat nare bericht, die vervelende opmerking, ineens is er gedoe en zijn er zorgen. Dat fijne gevoel is ineens helemaal weg. Misschien herken je dat wel. En je realiseert je weer ‘ja, er is altijd wel wat’.

Vreugde en verdriet. Blijdschap en je zorgen maken. Het ligt allemaal dicht bij elkaar. Zo ben je op de berg, vol vreugde, zo zit je in het dal, en maak je je zorgen.

2. Herkenbaar, ook voor de discipelen

Dat overkwam ook de discipelen. Jakobus, Petrus en Johannes bevonden zich met Jezus op de berg. Op de berg van de verheerlijking. Ze zijn erbij als Jezus ineens helemaal begint te stralen. Ze zien iets van Zijn hemelse heerlijkheid. Het licht. De wolk. De stem van God. Wat een bijzonder moment moet dat voor hen geweest zijn. Ze zijn ooggetuigen van Jezus’ majesteit.

Het heeft op hen diepe indruk gemaakt. Want weet u, als Petrus jaren later een brief schrijft, dan heeft hij het nog steedsover dat ene moment, dat gebeuren op de berg. In zijn tweede brief schrijft hij: ‘wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren’ (2 Petrus 1:16-18).

Dat moment zijn ze nooit meer vergeten. Samen met Jezus op de berg. Daar zagen ze iets van de hemel. Daar klonk de stem van de Vader: deze is mijn geliefde Zoon. Een innig moment. Op de berg, in de gloria van God.

Maar dan dalen ze af. Beneden in het dal is daar een vader met een doodzieke zoon. Ineens worden ze geconfronteerd met hartverscheurend lijden van een vader met zijn zoon. En ze kunnen deze man niet helpen. Wat ze ook proberen, het lukt ze niet. Jezus zelf moet er aan te pas komen. ‘Zonder Mij kunt gij niets doen.’

Wat een overgang. Op de berg waanden ze zich even in de hemel. Leek hun geloof sterk. In het dal staan ze met lege handen. En dat binnen enkele minuten, binnen een half uur misschien. Wat een contrast tussen wat op de berg gezien wordt en in het dal gebeurt. Maar beide hebben wel met elkaar te maken. In het dal ligt hun roeping. Daar waar nood is. Daar zijn ze groepen om de Heere te dienen. Om de liefde van God in woord en daad door te geven. Maar ze houden dat alleen vol, door wat ze op de berg hebben gezien en gehoord.

Een paar weken terug was ik bezoek bij de tienercatechese. Men had allerlei vragen voor mij als dominee. Leuke vragen: Heb u wel eens gehuild? ‘Als u nu de preek in een of twee zinnen kunt samenvatten, waarom doet u er zondag dan zo lang over?’ Ja, voor hen duurt de preek soms best lang. Dat snap ik wel. Maar ik heb ook uitgelegd, dat het belangrijk is om de Bijbel goed uit te leggen. En in elke preek horen we ook wat de Heere Jezus voor ons heeft gedaan. Dat is ook belangrijk. Zo leren we Hem steeds beter kennen.

Dominee, hoe maakt u nu een preek, vroeg iemand. Toen heb ik geantwoord, dat in elke preek twee vragen belangrijk zijn: (1) wat lezen we hier over de Heere Jezus of over de Heere God? En (2) wat betekent dit voor ons? Nou, die beide punten komen nu aan de orde.

3. Jezus’ bemoediging op de berg

Wat betekent het gebeuren op de berg voor de Heere Jezus? We lezen dat Hij van gedaante veranderd. Zijn gezicht begint te stralen als de zon. Zijn kleren worden wit als het licht. Mozes en Elia verschijnen aan Hem. Er is een wolk en uit de wolk klinkt de stem van God. Wat betekent dit? De Heere Jezus wordt op de berg door God bemoedigd.

Wat bemoediging is, dat weten we wel. Als de weg die je gaat niet eenvoudig is, als de dingen in je leven moeilijk verlopen, als je aan het begin van een spannende periode staat (operatie, sollicitatie, spreekbeurt), dan heb je bemoediging nodig. Een schouderklopje. Een opbeurend woord. Bijbeltekst. Iemand die voor je bidt.

Toen Jozua, de opvolger van Mozes, voor de moeilijke taak stond om Israël het beloofde binnen te leiden, kreeg Hij ook een bemoediging van God. God zei toen tegen hem: ‘wees sterk en moedig, want Ik ben met je; Ik zal je niet begeven en je niet verlaten’. Nou, die woorden zal hij niet gauw vergeten zijn.

Jezus wordt door God bemoedigd. Jezus is immers mens geworden. Net als wij. Dat is het wonder van de incarnatie, zijn menswording. Hij daalde neer van Zijn troon om mens te zijn. Van de stal naar het kruis droeg Hij onze pijn, onze schuld. Jezus is mens geworden om ons mensen te redden. Hij heeft al Zijn heerlijkheid afgelegd, Zijn hemelse leven, om hier beneden, bij ons mensen, in het dal te zijn. In deze aardse en zondige wereld. Hij is ons mensen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. En als mens had Jezus ook bemoediging nodig.

Zo’n bijzondere bemoediging heeft Jezus twee keer ontvangen. Twee keer klonk er een stem uit de hemel: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik Mijn welbehagen heb!’. Met die woorden versterkte de Vader Zijn Zoon.

De eerste keer was bij de doop van Jezus. We lezen dat in Mattheus 3. Johannes roept de mensen op hun zondige leven achter zich te laten en zich te laten dopen. Als teken van een nieuw begin. Jezus gaat ook in de rij staan. Hij heeft geen zonde gedaan, maar laat zich net als alle mensen ook dopen. Hij maakt zich een met zondige mensen. Zo begint Hij aan zijn openbare optreden. Dat was niet gemakkelijk voor Hem. Hij wees mensen op hun zonde. Op het virus waar wij allemaal last van hebben: dat we zelf uitmaken wat goed is; en dat we onze eigen gang gaan. Jezus heeft daaraan geleden. Hij heeft veel kritiek ontvangen. Daarom bemoedigde God Hem bij het begin. Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind Ik vreugde. Ga maar op pad om mensen te redden. Dat was bij de doop.

Nu op de berg gebeurt dat voor de tweede keer. We zijn bijna 3 jaar verder. Jezus staat op het punt om naar Jeruzalem te gaan. Daar zal Hij sterven aan het kruis. Om verzoening te doen voor onze zonden. Daar zal Jezus de strijd aan gaan met de macht van de zonde, dood en duivel. Voor de moeilijke tijd die aanbreekt, ontvangt Jezus op de berg een dubbele bemoediging.

Eerst heeft Hij een ontmoeting met Mozes en Elia. Het is met recht een topontmoeting. Een topoverleg. Aan Mozes hebben wij de Wet te danken. Mozes was de wetgever namens God. Elia is de wetshersteller. Als profeet moest hij het volk weer terugbrengen tot God. Met beide heeft Jezus een gesprek.

[Opvallend trouwens dat Mozes en Elia aan Jezus verschijnen. Ze waren al lang geleden gestorven. Toch leven ze bij God in de hemel. Ze zijn te herkennen. Dat is mooi. Het laat iets zien van de rijkdom van het geloof. Dat wie in Christus gelooft en sterft, niet dood is, maar leeft. Wij mogen weten dat onze geliefden bij God zijn, in de gloria. Dat is zo troostvol!]

Mozes en Elia in gesprek met Jezus. Mattheus vertelt niet waarover zij spreken. Maar ik denk dat zij Hem hebben aangespoord om de weg naar het kruis te gaan. Want daar zal Jezus miljoenen mensen verlossen van hun zonden. Mozes zal gesproken hebben over de ongehoorzaamheid van Israël aan de Wet. Elia zal verteld hebben dat de de mensen zo vaak niet hebben geluisterd naar de profeten. Ze waren roepende in de woestijn. Beide zullen Jezus gewezen hebben op het belang van het offer, en dat de weg naar het kruis, de weg ten leven is. Dat zijn dood de redding zal zijn van velen.

En de Vader voegt ook Zijn stem daarbij. Hij bemoedigt Zijn Zoon. Want als Jezus niet de weg gaat naar het kruis, is alles verloren. Dan is er geen vergeving voor onze zonden. Dan is komt er geen overwinning over de dood. Dan blijft alles bij het oude. Daarom klinkt nog een keer de stem; ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in wie Ik Mijn welbehagen heb’. Met die bekrachtiging kan Jezus verder. Jezus zal het offer van zijn leven gaan brengen. Hij is de overste Leidsman en voleinder van het geloof. Hem zij de lof en eer.

Een bemoediging voor Jezus. En nu de tweede vraag: wat betekent het gebeuren op de berg voor de discipelen? Dat is het laatste punt.

4. Bemoediging en aansporing voor de discipelen

Nou voor de discipelen betekent het ook heel veel. Twee dingen zal ik noemen.

Het eerste is dit: ook voor de discipelen is wat ze zien op de berg en wat ze horen een grote bemoediging. Dat is het eerste. Het visoen dat ze zien van Jezus in gesprek met Mozes en Elia. De wolk. De stem van God die ze horen. Het is allemaal bedoeld om ze te versterken in het geloof. Want hun dagelijkse leven speelt zich af in het dal. Te midden van mensen die ziek zijn, mensen die God niet kennen. In het dal zijn er de zorgen en de problemen. In het dal kun je zomaar door twijfel of aanvechting overvallen worden. Zijn er stemmen in je hoofd, die je doen twijfelen of je wel de juiste keus maakt om belijdenis te doen, om in de Heere Jezus te geloven. Om het in het dal vol te houden, heb je zulke momenten op de berg nodig. Dat God tegen je zegt: het is waar, je vergist je niet. Jezus is Mijn geliefde Zoon.

Ik hoop en bid dat de kerkdienst voor u of jou ook zo’n moment is, dat je samen op de berg bent. Of als je avondmaal viert, of de doop van kinderen ziet, of samen uit bijbel leest; of als je op kring of club of catechisatie met de Bijbel bezig bent. Of als je samen zingt, dat je dan boven de omstandigheden wordt uitgetild. En dat Gods Geest je bemoedigt: Jezus is het! Je vergist je niet. Gods nieuwe wereld gaat zeker komen. De wereld waarin geen ziekte en zonde en dood meer is. Geen virussen. De nieuwe wereld die door het offer van de Heere Jezus zeker gaat komen.

Op de berg ontvangt je bemoediging. Net als de discipelen. Ze zien Mozes en Elia. Alles wat ze gehoord hebben over hen blijkt waar te zijn. Er is een hemel. Wat God zegt en doet is dus betrouwbaar. In de hemel is God. Hij zit op de troon. Hij regeert. Wat er ook allemaal beneden in het dal gebeurt. Op de berg worden ze versterkt, dat Gods nieuwe wereld zeker zal komen.

Er er is nog iets. Dat is het tweede. De discipelen ontvangen ook een opdracht. God voegt aan de woorden die Hij bij de doop ook sprak, één zinnetje toe: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon in wie Ik Mijn welbehagen heb’, en dan zegt Hij ‘luister naar Hem’. Luister naar Hem.

Daar is wat God vraagt van de discipelen en dat is ook wat Hij vraagt van ons: ‘Luister naar Hem’. Dat is de opdracht van God voor in het dal, voor in het dagelijkse leven. Naar Jezus luisteren. Elke dag weer opnieuw. En als God dat gezegd heeft, gaat het hemelse licht uit en zien de discipelen niemand anders dan Jezus alleen. Ze zien alleen Jezus nog, maar de stem van God klinkt nog na in hun oren: ‘Luister naar Hem! Luister naar Hem’.

Petrus wil nog wel 3 tenten maken. Hij wil op de berg blijven, maar dat is niet de bedoeling. Discipel ben je in het dal. Daar is de nood. Daar ligt onze roeping. Om te luisteren naar de Heere Jezus en Hem zo te volgen. Hij roept ons om te dienen, in het dal, onder de mensen, in je buurt, op school, op je werk. Juist nu de angst voor oorlog en de gevolgen daarvan alle zekerheden doet wankelen.

Maar wij hoeven niet bang te zijn. God de Vader zegt: ‘Luister naar Hem!’. Wat is het eerste dat Jezus tegen zijn discipelen zegt? Dit: ‘sta op wees niet bevreesd.’ Sta op. Ze moeten van de berg weer naar het dal. Daar ligt hun roeping. Maar ze hoeven niet bang te zijn. Jezus is erbij! En: ze mogen weten, dat al wankelen bergen en wijken heuvels, God trouw blijft. Hij wankelt niet. Want op die andere berg, de heuvel van Golgotha, heeft Jezus zijn leven gegeven. Geloof je dat? Daar is het fundament van ons heil gelegd. Niets zal ons van de liefde van Christus kunnen scheiden. Ook dit virus niet.

God roept ons op om naar Jezus te luisteren. Hij heeft voor ons alles volbracht. Jezus nodigt ons uit om achter Hem aan te gaan en de liefde die we ontvangen uit te delen. Laten we dat doen! Naar mensen die kwetsbaar zijn, ziek, eenzaam (uit je klas of in de straat). Laten we de extra tijd gebruiken voor gebed. Op dat ook in deze stad de liefde van Christus zijn weg vindt.

We hoeven niet bang te zijn. Er is een lied dat zegt: Op U alleen, mijn licht, mijn kracht, stel ik mijn hoop, U zorgt voor mij. Door golven heen, door storm en nacht, leidt mij Uw hand, U blijft nabij. Uw vrede diep, Uw liefde groot, verjaagt mijn angst, verdrijft de dood. Mijn vaste rots, mijn fundament, U bent de grond waarop ik sta.

Sta op, neemt je roeping ter hand, in het dal, en wees niet bang! Amen.