No langer slaves – Jezus is machtiger!

Schriftlezing: Marcus 1:14-28
Datum: 21 januari 2018
Download PDF


1. Het wonder van Kapernaum

De titel van de preek ‘No longer slaves’ zou zomaar het lijflied kunnen zijn van die man in Kapernaum. De man die door Jezus van een onreine geest wordt bevrijd. I’m no longer a slave to fear, I am a Child of God’. Ik ben niet langer een slaaf van angst, maar ik ben een kind van God. Het lied gaat over bevrijding van angst, vrees en schaamte; over de vijand die je gebonden houdt. Maar vooral over God die je redt, je in de vrijheid zet, zodat je weer kunt zingen: ‘Ik ben een kind van God’.

Gemeente, wat daar in Kapernaum gebeurt, is best heftig. Jezus die midden in zijn preek wordt gestoord, door een man die begint te schreeuwen. Alle aandacht is in een keer weg. De rust van de eredienst wordt ruw verstoord. Volgens Marcus was het de eerste keer dat Jezus in Kapernaum voorgaat. Niet zo’n goede binnenkomer.

Wat te denken trouwens van de discipelen? Ze waren net door Jezus geroepen. Ze hadden hun netten verlaten en waren achter Jezus aangegaan. Gelijk de eerste sabbat is het raak. Ze zijn daar met Jezus in de synagoge en dan is daar ineens die schreeuwende man die alles verstoort en in de war gooit.

Stel je voor. Je bent aan een stage begonnen, een beetje aan het rondkijken, wat er van je verwacht wordt, en dan is er ineens een calamiteit, ineens gaan er dingen mis. Op de afdeling waar je bent, of tussen de mensen die je begeleiden, opeens barst de bom en iemand begint de ander allerlei verwijten naar het hoofd te slingeren. En je denkt: wat doe ik hier? Je weet eigenlijk niet hoe snel je hier weg moet komen. Dat is geen fijn begin van je stage of nieuwe werkplek.

Toch is het niet de bedoeling van Jezus dat zijn discipelen gelijk weglopen. Het gebeuren in de synagoge van Kapernaum vormt onderdeel van hun stage. Ze zien met eigen ogen dat overal waar Jezus is er dingen in beweging komen. Mensen vallen Hem te voet, of er komt tegenstand en confrontatie. Hier dus het laatste. Het is namelijk oorlogstijd. Jezus is gekomen om de werken van de duivel te verbreken. Overal waar Hij komt gaat Hij de strijd aan met satan, die deze wereld in zijn greep houdt. Overal waar Jezus preekt gebeurt er iets. Zo ook hier in Kapernaum. Een gebonden man wordt door Jezus in de vrijheid gezet. Hij wordt overgezet van het rijk van de duisternis in het koninkrijk van God.

2. Jezus preekt met gezag

Wat maakt Jezus optreden zo bijzonder? De mensen van Kapernaum geven dat aan. Vers 22: ‘Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de Schriftgeleerden’. Het onderwijs van Jezus is anders. Binnen de synagoge gaven de schriftgeleerden onderwijs over de wet, over wat goed en fout was. Maar dat deden ze op een speciale manier. Ze zeiden niet: ‘dit is wat God wil, zo moet je leven’, maar ‘volgens deze geleerde uit vroeger tijd is dit juist’. Ze citeerden wat een grote rabbijn uit het verleden gezegd had. Ze citeerden altijd iemand anders. Zo gebeurt dat soms in de preek ook wel, dat een van de Reformatoren aangehaald wordt. Calvijn zei dit. Luther zei dat.

In de Joodse Talmoed is een citaat te vinden: ‘Wie een woord zegt in naam van hem die het gezegd heeft, brengt de wereld verlossing’ (Aboth VI 6). De schriftgeleerden beroepen zich op het gezag van anderen. Maar Jezus spreekt niet op gezag van anderen, maar leert in eigen naam. ‘U weet dat gezegd is …’, maar Ik zeg u’. Jezus spreekt met goddelijk gezag. Als de Zoon van God heeft Hij geen steun van rabbi’s nodig. Zijn gezag ligt in de rechtstreekse omgang met God. Hij komt namens Zijn Vader. Jezus verkondigt het evangelie van het Koninkrijk van God met het gezag van God. Het gebeurt niet met veel lawaai. Het is geen demagogie. Het gaat niet om wijsheid van woorden, waarmee Hij mensen inpakt. Nee, hij spreekt met betoon van Geest en kracht. Dat wil zeggen: in zijn woorden komt de Geest van God mee. De Heilige Geest verleent aan Zijn woorden hemelse kracht. Hij brengt de woorden tot in het hart van mensen, zodat ze er niet meer onderuit kunnen. Het onderwijs van de schriftgeleerden was spitsvondig, geleerd. Mensen werden intellectueel aangesproken. Maar verder ging er van dat onderwijs niet veel uit. Daarom verlieten ze de dienst zoals ze gekomen waren. Maar Jezus stelt mensen voor het aangezicht van de levende God. Kies heden wie je dienen zult. Hoor wat de Geest tot de gemeente zegt. Het komt dichtbij. Stelt mensen voor de keuze. Schudt mensen wakker.

In 1992 schreef de toenmalig secretaris van de GB ingenieur Jan van der Graaf, een boekje met de titel ‘Gebeurt er nog iets?’ Dat boekje gaat over de prediking en over de hoorders. Vindt er nog iets plaats onder de verkondiging van het Woord? Is het merkbaar dat God spreekt? Of is het allemaal erg voorspelbaar en gaan de mensen weer naar huis zoals ze kwamen. Van der Graaf breekt een lans voor prediking met betoon van Geest en kracht. Dat betekent dat de voorganger zijn uiterste best moet doen, om zijn oor bij God te luisteren te leggen en zich diep afhankelijk moet weten van Gods Geest. Dat betekent dat de hoorder, de gemeente die samenkomt, ook bidt of dat krachtige werk van Gods Geest. Dat zij de voorganger vol bidt, maar ook dat ze zich biddend voorbereiden op de eredienst, met het gebed: Heer, spreekt ook vandaag tot ons. Werk krachtig met uw Geest in onze harten en levens. Bekeer ons van onze dwaalwegen. Vergeef onze schuld en bevrijd ons van onze gebondenheid. Laat mensen tot geloof komen. Van der Graaf merkt op: ‘de geestelijke volmacht van de prediking wordt geschonken, door de heilige Geest, in een wederkerigheid tussen prediker en gemeente.’ Omdat Jezus Christus dezelfde is, gisteren, vandaag en morgen, mogen wij verwachting hebben, dat God ook nu wonderen wil werken en dat Zijn Geest zich een weg banen kan dwars door alle obstakels heen.

Waar dat gebeurt, komen dingen in beweging. Waar Gods Geest krachtig werkt, komen ook tegenkrachten openbaar. Dat zien we ook hier.

3. Satan grijpt in

Als Jezus met betoon van Geest en kracht onderwijs geeft, grijpt satan in. Hij merkt dat de woorden van Jezus hun uitwerking hebben. In de synagoge opent Jezus de aanval op rijk van de satan. Mensen zijn onder de indruk. Ze komen onder het beslag van het Woord. De duivel merkt dat. Hij ziet het gevaar dat hij onderdanen kwijt raakt. Midden onder de preek van Jezus grijpt hij in.

Vers 23-24: ‘Nu was er in hun synagoge een man met een onreine geest, en die schreeuwde: Ga weg! Wat hebben wij met U te maken, Jezus de Nazarener? Bent U gekomen om ons te gronde te richten? Ik weet Wie U bent, namelijk de Heilige van God’.

Via deze man verstoort satan de preek van Jezus. In een keer is alle concentratie weg. Waarom op dit moment? Een preek is niet zomaar preek. Preken is oorlog. Er vindt strijd plaats. Elke keer als iemand in zijn of haar hart geraakt wordt, verliest satan zijn invloed, raakt hij onderdanen kwijt. Waar het Woord opengaat, zit de duivel klaar om verzet te leveren.

Misschien herken je dat wel. Je zit te luisteren. De preek doet wat met je. Het Woord raakt je. Je hangt aan de lippen van de dominee. Vol aandacht. Dan wordt je op je schouder getikt. Wil je een snoepje? En je bent afgeleid. Of opeens denk je aan de visite die straks komt, of je wel wat in huis hebt. Of aan die spannende meeting op je werk, waar zoveel van afhangt. Telkens als het Woord dichtbij je hart komt, probeert satan je gedachten af te leiden. Want als het Woord je hart raakt, is hij je kwijt. Het kan er vredig uitzien in de kerk. Maar in de kerk is het geestlijk gezien altijd oorlog. Elke keer als het Woord opengaat, wordt die strijd gevoerd. God doet aanval op ons hart. Hij voert een strijd om ons hart helemaal voor de Here Jezus te winnen.

Satan grijpt in en verstoort de preek van Jezus. De woorden die hij de man laat uitspreken zijn veelzeggend. Daarin zien we iets van zijn strategie. Wat zegt de onreine geest namelijk?

‘Ga weg! Wat hebben wij met U te maken, Jezus de Nazarener? Bent U gekomen om ons te gronde te richten?’.

De geest spreekt in meervoud. Hij heeft het over ‘wij’. Satan heeft zijn handlangers, de onreine geesten, gelegerd in Kapernaum, in en rond de synagoge. Daar houden ze verblijf. En wat zeggen ze? Je hebt hier niets te zoeken. Deze plek, deze synagoge, dit dorp is van ons. Ga weg, Jezus van Nazareth. Ze proberen een wig te drijven, tussen de mensen en Jezus. Jezus, jij komt toch van Nazareth. Ga daar dan naar terug, dit is onze plek, dit is ons land. Jij en je discipelen hebben hier niets te zoeken.

Satan gebruikt het argument van het populisme. Hier in oude gedaante. Wij versus zij. Wij met onze manieren en gewoontes. Er is geen plaats voor nieuwkomers. Ga terug waar je vandaan komt! Er komt alleen maar gedoe van. Zo zaait de duivel verdeeldheid. Als het hem lukt Jezus in een kwaad daglicht te stellen, dan is het met Zijn gezag gedaan. Dan kan Hij praten als brugman, maar dan zullen mensen Hem niet geloven en gehoorzamen.

Dat kan trouwens nog steeds gebeuren. Soms komen predikanten in opspraak, doordat ze een scheve schaats rijden en geen heilige levenswandel hebben. Dat schaadt het evangelie. Soms probeert satan het in de kerk. Door een wig te drijven tussen de gemeente en de voorganger. Nou dat is wel zijn stokpaardje. Als hij voorgaat, blijf ik thuis. Nee, dat zegt hij nu wel, maar zo’n vaart zal dat niet lopen. Via gedachten en stemmetjes in je hoofd. Als een soort stoorzender. Je wordt afgeleid. Je voelt weerstand tegen wat verkondigd wordt. Je denkt bij jezelf: dat bepaal ik zelf wel. Ach doe toch niet zo moeilijk, zo erg is het toch niet. Onreine gedachten. Je denkt aan … ja waar denk je aan … nu je hier zit. Aan die mooie man of vrouw? Aan je werk of carrière? Verlangens naar geborgenheid, genegenheid, begrip? Afleiding genoeg. Zo is satan bezig. Hij zoekt ingangspoorten.

4. Via een onreine geest

Hier lukt hem dat via een man met een onreine geest. Bij deze man vindt hij een oogje om zijn haak in te steken. In het leven van deze man staat een deurtje open. Dat het hier om een onreine geest gaat, doet vermoeden dat onreinheid een ingangspoort was.

Galilea was een heidens gebied. Belangrijke handelsroutes liepen door dit gebied. Vanaf de kust liep de via maris helemaal door tot Damascus. En de route van Mesopotamië via Damascus door Israël naar Egypte en vandaar naar Africa. Veel handel. Veel religies. Misschien was de man betrokken geraakt bij occulte zaken, misschien worstelde hij met een seksuele verslaving of een bepaalde zonde in zijn leven. Een dubbel leven. Gewoon in de synagoge op sabbat. Door de week ruimte geven aan onreine zaken.

Wat hier gebeurt heeft niet met een psychische ziekte te maken. De Bijbel maakt onderscheid tussen ziekte en demonie. Hier zien we echt de werken van de boze. Hij houdt geen halt bij de deur van de kerk of de synagoge. Midden in de synagoge vindt de confrontatie plaats tussen Jezus en het rijk van de duisternis. In de kerk, tijdens de kerkdienst, is het oorlog. Toen en nu. Dat zal altijd zo blijven. Maar wat is het evangelie? Jezus is overwinnaar. Tegenover Hem heeft de boze geen schijn van kans!

5. Jezus is machtiger!

Jezus overwint de duivel door het Woord!

Zwijg stil. Ga uit. Jezus bestraft de onreine geest en deze moet het veld ruimen. Het is over en uit met deze plaaggeest. De demon gooit de man op de grond. Als een laatste wanhopige poging. Maar hij kan de man geen kwaad meer aan doen. Wel schreeuwt hij luid. Hij probeert maximale onrust te maken. Hij weet precies wie Jezus is. De Heilige van God. Er bevinden zich onder demonen geen atheïsten. Ze weten haarfijn dat God bestaat en wie Jezus is. Ze zijn bang voor hem. Want Jezus is inderdaad gekomen om het rijk van de satan te verbreken. Jezus doet hem het zwijgen ertoe. Hij hoeft geen demonische reclame.

Voor het machtswoord van Jezus moet deze kwelgeest wijken. In het spreken met gezag wordt duidelijk dat Hij Immanuël is. God met ons. Jezus zet deze man in de vrijheid. Hij mag worden zoals hij is bedoeld. Niet langer een slaaf van de zonde en van deze kwelgeest. Niet langer slaaf van angst en al die misleidende gedachten van schuldgevoelens, aanklacht van de boze. No longer a slave, maar Jezus maakt de man tot een kind van God. Hij herstelt het beeld van God in hem. Zodat de man kan zeggen: I am a child of God.

Weet u wat ik zo mooi vind? De mensen in de synagoge horen alleen de man schreeuwen, maar Jezus scheidt de onreine geest van de man. Hij valt er niet mee samen. De zondaar valt niet samen met de zonde. Jezus scheidt het zaad van de vrouw en het zaad van de slang. Zo Jezus maakt waar wat Hij in Nazareth al verkondigde. Dat de Geest van de Heere op Hem was om gevangenen en gebondenen vrijheid te schenken. Hier zien we dat heel duidelijk. De duivel moet zijn prooi loslaten. Jezus is overwinnaar! Deze overwinning wijst vooruit naar wat komen gaat. Naar het kruis, waar de overwinning op de zonde en de duivel definitief beklonken wordt.

6. Wat nemen we mee?

a. Laten we van dit gedeelte leren, dat oorlog is en dat de satan er alles doet om het werk van God in onze levens en dat van onze kinderen te verstoren. Hij breng onrust, berokken het getuigenis van de gemeente naar buiten schade, hij zaait verdeeldheid, hij probeert een wig te drijven tussen mensen, tussen de gemeente en haar voorganger, tussen partners i een relatie. Hoe kunnen we hiertegen strijden: door middel van het gebed onze kracht en bescherming bij God zoeken.

b. Als er in ons leven ingangspoorten zijn, van zondige karaktertrekken, onverschilligheid, trost en hoogmoed, onreinheid van alcohol en pornografie, occulte betrokkenheid, volharden in zonde, laten we ermee breken, het belijden en opengooien naar God toe. De Here Jezus wil ons in de vrijheid zetten. Zodat we niet lang slaven maar kinderen zijn. No longer slaves, but children of God.

c. Laten nog meer dan anders er om bidden dat het Woord van God kracht heeft en levens verandert. Bid voor de voorgangers en voor uzelf om een open hart en om de vervulling met de Heilige Geest. Zodat er in de samenkomsten van de gemeente wonderen gebeuren. Van vergeving en verzoening, genezing en bevrijding. Zodat God en de Here Jezus nog meer geëerd worden.

Want waar Jezus het Woord neemt, gebeuren wonderen. Dat is nog steeds zo. Als aan u gevraagd zou worden: ‘Hoe is het tot een verandering gekomen in je leven’. Dan mogen we toch zeggen: ‘Door het Woord van God’. Daar gaat zoveel kracht vanuit, dat het levens verandert. Zo krachtig dat zelfs boze geesten het veld moeten ruimen.

Door het gebeuren in de synagoge gaat er een gerucht uit in heel de omgeving van Galilea. In het Grieks staat daar het woord echo. Dat duidt op een geluid dat ver draagt. Zo zal het zijn! Het echoot rond van de grote daden van Jezus. Tot in de brede omtrek van Gouda. Amen.