De Geest als de andere Parakleet!

Schriftlezing: Johannes 14:15-26 - Johannes 16:5-15
Datum: 14 januari 2018
Download PDF


1. In het teken van Jezus’ afscheid

Er is een gezegde in het Frans, dat we allemaal wel kennen ‘Partir c’est morir un peu’ (regel uit een gedicht van de Franse dichter Haraucourt, 1891). Afscheid nemen, weggaan is een beetje sterven. Het drukt iets uit van het gevoel dat afscheid nemen van iemand pijnlijk kan zijn. Onlangs namen wij afscheid op Schiphol van onze oudste dochter die voor 3 maanden naar Zuid-Amerika is gegaan. Nu is dat nog te overzien. Als ouder moet je immers je kinderen loslaten. Het wordt al iets moeilijker als ze gaan emigreren. Dan wordt de afstand groter, en hoewel je vaak kunt bellen en mailen, whatsappen, je ziet elkaar minder en dat doet soms pijn. Helemaal moeilijk is afscheid nemen als iemand sterven gaat. Dan moet je iemand definitief loslaten. En dat is niet eenvoudig, als je al zo lang samen bent geweest. Hoe definitiever het afscheid, hoe meer pijn het doet. Er sterft iets van jezelf. Er is iets dat je kwijt raakt. Afscheid nemen is een beetje sterven.

Iets van dat gevoel moeten de discipelen ook gehad hebben, toen Jezus met hen sprak over zijn naderende afscheid. Hij zou naar de hemel gaan, terugkeren naar Zijn Vader. Ze zouden Hem niet langer meer zien. Fysiek zou Hij dan niet meer bij ze kunnen zijn. Jezus, met wie ze zoveel hadden opgetrokken, van wie ze zoveel hadden geleerd. Hij had ze persoonlijk geroepen om Zijn discipelen te zijn. Ze hadden Hem door en door leren kennen en Hem intens lief gekregen. Dat maakt het gesprek dat Jezus met hen voert tot een bijzonder gesprek. Een geladen sfeer hangt er. Jezus gaat weg. Hij spreekt over het vaderhuis met zijn vele kamers. Hij gaat daarheen om een plaats voor hen gereed te maken. Ze kunnen nauwelijks bevatten wat dat betekent. Voor Jezus en voor hen. Er is weemoed. Vragen komen op? Hoe moet het nu verder? Verder met het onderwijs en de prediking van het Koninkrijk? Wat moeten wij gaan doen? Hoe ziet de toekomst eruit? En dan begint Jezus te spreken over de Heilige Geest.

Als we meer over de Heilige Geest willen weten, is het goed bij dit onderwijs van Jezus te beginnen. Want voordat de Geest met Pinksteren uitgestort wordt, geeft Jezus eerst nader onderwijs aan Zijn discipelen. Het antwoord op al hun vragen is de Heilige Geest. Hij komt hen helpen en zal laten zien hoe het verder moet.

2. Een andere Trooster

Jezus belooft aan Zijn leerlingen de Trooster.

Vers 14:16: Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven.
Vers 14:26: de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in Mijn naam.

Degene die de discipelen komt helpen is niemand minder dan de Heilige Geest. De Geest die zij vanuit het OT natuurlijk wel kenden. Gods krachtige aanwezigheid in de Schepping. De Geest die over het water van de oervloed zweefde en leven bracht. De Geest die op speciale mensen kwam die God daarvoor uitgekozen had: koningen, priesters en profeten. De Geest waarover de profeten spraken. Die Geest wordt door Jezus beloofd.

Trooster. Jezus noemt Hem de Trooster. Dat woord zet ons wat op het verkeerde been. Troosten doe je als iemand huilt of verdrietig is. Als je gevallen bent en je knie geschaafd hebt, dan ga je naar je moeder. Dan legt ze haar arm om je heen en troost ze je. Dan spreekt ze bemoedigende woorden. Zo gaat dat.

Troosten, dat doet de Heilige Geest ook wel, maar dat is niet wat Jezus hier bedoelt. Hij gebruikt het Griekse woord ‘parakletos’. Dat is afgeleid van het werkwoord para-kaleo, dat ‘iemand erbij roepen’ betekent. Iemand die opgeroepen wordt om een ander, die hulp nodig heeft, te helpen, met raad en daad terzijde te staan. Zo zal de Geest komen om de discipelen te helpen en te leiden, als Jezus er niet meer is.

Andere Trooster. Het is trouwens wel opvallend dat Jezus spreekt over de andere Trooster. Iemand anders. In het Grieks zijn daar twee woorden voor: hetero (iemand die anders, verschillend is) en allos (iemand die net zo is als de ander). Dat laatste woord gebruikt Jezus hier. De Geest die komt is dus niet totaal Iemand anders, maar iemand die net zoals Jezus is.

Jezus is dus ook zelf een Parakleet. Zo wordt Hij door Johannes in zijn brieven genoemd. In die bekende tekst: ‘als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak (een Parakleet) bij de Vader, Jezus de Rechtvaardige. Hij is een verzoening voor onze zonden’ (1 Joh. 2:1-2). Jezus ziet Zichzelf dus ook als Iemand die van God uit naar de mensen is toegekomen, om hen ter zijde te staan. Hij kwam om de gebroken relatie met God te herstellen, om de zonde te verzoenen. Hij is de goddelijke Helper, gekomen om de mens uit het moeras van de zonde te trekken en ze tot kinderen van de Vader te maken. Jezus is de hemelse Parakleet.

En nu wordt de Geest ook Parakleet genoemd. Jezus gaat weg, en Geest die komt als Zijn opvolger, is net als Hij. Zoals de Zoon lijkt op de Vader, zo lijkt de Geest op Jezus. ‘Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen’. Er is tussen Jezus en de heilige Geest een hele diepe synchronie, een bijzondere eenheid. Overal waar de Geest werkt, in de vrucht en de gaven, daar licht de persoon van Jezus op. Zodanig dat Paulus zelfs kan zeggen: ‘niet meer ik, maar Christus leeft in mij’ (Gal. 2:20). Het is de heilige Geest die in hem woont, maar die lijkt zo op Jezus, dat Hij evengoed kan zeggen dat Christus in Hem woont.

Jongens en meisjes, dat is voor ons moeilijk voor te stellen he. Als Jezus weggaat, komt er een ander. Die ander is toch iemand anders. Tenminste, zo is dat bij ons. Je hebt een juf op school die zwanger is, en met verlof gaat. De directeur vertelt op een morgen dat er een vervanger komt. Een andere juf. Dat is fijn, denk je, maar ze is toch echt iemand anders. Kan ik net zo’n band met haar krijgen als met mijn vorige juf? Dat is een goede vraag. Kun je met de Geest net zo’n band krijgen als met de Here Jezus? Ja dat kan! Want de Heilige Geest lijkt heel erg op de Here Jezus. Het is de Geest van de Here Jezus zelf.

3. De Geest is een persoon!

Nou nog een laatste opmerking. Er wordt vaak over de Geest als een kracht gesproken, maar uit Jezus woorden over de parakleet valt af te leiden dat Jezus de Geest als een persoon ziet. Iemand die na Hem komt. Dat is belangrijk. Want alleen personen kunnen je troosten, je verdedigen, je bijstaan en helpen en de weg wijzen. Een kracht kan dat niet.

Waarin verschilt de Heilige Geest van Jezus? Inhoudelijk is de Geest nauw met God de Vader en met Christus verbonden, maar het verschil zit hierin dat de Geest in de gelovigen woont. Elke persoon die Christus toebehoort, is een tempel van de Geest. In hem of haar woont de heilige Geest. God de Vader is in de hemel. De Here Jezus is sinds de hemelvaart ook in de hemel. Maar de Geest is hier op aarde. Hij woont in de gemeente en in de harten van de gelovigen, van al Gods kinderen.

Dat de Geest een persoon is, betekent wel heel veel. Een persoon kun je kwetsen, verdriet doen. Een persoon kun je tegenwerken. Een persoon kun je het zwijgen opleggen. Dat kan allemaal met de heilige Geest gebeuren. Paulus spreekt daarover, dat je de Geest kunt bedroeven, uitdoven en weerstaan.

Het zou met de Geest net zo moeten gaan in ons leven, als met belangrijk bezoek dat je kreeg. Ik herinner me dat nog wel van vroeger. Dan werd de kamer helemaal opgeruimd. Je trok je zondagse kleren aan. Alles was netjes. Je zette je beste beentje voor. Je was een en al oor voor wat de persoon te vertellen had. Als mijn zendingsoom op verlof was, en bij ons langs kwam, dan hingen we aan zijn lippen. We wilden alles weten over het leven en de mensen daar.

Zo wil de Geest ook welkom zijn in ons levenshuis. Hij vertegenwoordigt de Here Jezus. Alles in het huis staat nu in het teken van Hem. Hoe is dat bij ons? Hangen we aan Zijn lippen? Is Jezus ook de persoon waarop we ons leven bouwen, die meer dan welkom is in ons leven?

4. De komst van de Geest is nuttiger

Jezus gaat dus weg en de Geest volgt hem op. In hoofdstuk 16 vers 7 zegt Jezus zelfs dat het ‘nuttiger’ is voor de discipelen dat Hij weggaat, anders kan de Trooster niet komen. Dat woordje ‘nuttiger’ of ‘beter’, dat heb ik altijd maar een raar woordje gevonden. Hoe kan Jezus nauw zeggen dat het beter is dat Hij weggaat? Zijn discipelen hebben Hem juist zo nodig. Maar al gaandeweg begreep ik het. Juist doordat Jezus weggaat, wordt het werk van de Trooster versterkt. Jezus zal weggaan om te sterven aan het kruis. Hij zal verzoening doen voor de zonde. Maar aan het kruis wordt ook de macht van de boze gebroken. Aan het kruis wordt de dood aan zijn kracht ontroofd. Als de Geest komt, heeft Jezus dus de overwinning behaald over zonde, dood en duivel. Dat betekent dat de Geest met verslagen vijanden te maken heeft.

En wat daar nog bij komt is dit. Als Jezus weggaat, keert Hij terug naar de hemel. In de hemel is Hij niet werkeloos. De verhoogde Christus is de Parakleet die in de hemel werkt. De Geest de Parakleet op aarde. Nu werken ze samen. Jezus werkt vanuit de hemel en de Geest op aarde. Nu worden de discipelen bijgestaan door twee goddelijke hulpverleners. Sinds Pasen en Pinksteren is het werk van God op aarde alleen nog maar krachtiger geworden. De leerlingen krijgen extra ondersteuning.

5. Hemelse ondersteuning

Hoe ziet die ondersteuning er dan uit? Wat doet de Geest? Jezus zegt er een paar belangrijke dingen over. Het eerste is

a. Hij zal u de weg wijzen (in heel de waarheid)

Dat is een belangrijk belofte. De weg was voor de discipelen onbekend. Ze waren steeds bij Jezus geweest. Waar Hij was, waren ook zij te vinden. Maar straks, dan is Jezus er niet meer. Dan zullen ze leiding van Boven nodig hebben. Nou dat doet dus de Geest: Hij wijst ze de weg, zo lezen we dat in 16:13. De Geest zal ze helpen. Hoe? Dat doet Hij op twee manieren.

Jezus herinneren. De Geest zal de discipelen de woorden en het onderwijs van Jezus in herinnering brengen. Zo zegt Jezus het zelf in:

14:26 ‘Hij zal in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heeft’.
En: 16:15: ‘Hij zal het uit het Mijne nemen en u verkondigen’

De Geest stelt het onderwijs van Jezus centraal. Hij brengt dat in herinnering. Weet u, dat heeft op heel veel dingen betrekking. Op veel meer zaken dan wij misschien zouden denken. Want waar ging dat onderwijs allemaal over? We kunnen denken aan de bergrede. Het onderwijs over het Koninkrijk van God. De gelijkenissen van Jezus. We kunnen denken aan het gebed. Toen de discipelen Jezus hoorden bidden, vroegen ze Hem: Heer, leer ons bidden. Bij het onderwijs van Jezus hoort ook wat Hij hen leerde over de geestelijke strijd. Zijn onderwijs over ziekte en genezing. Hij zond zijn discipelen uit om zieke mensen te zalven met olie en voor hen te bidden. Soms moesten ze mensen van demonen bevrijden. Dat hoort er ook allemaal bij. De voorbeelden die Hij gaf met zijn eigen leven, als Hij de voeten waste van zijn leerlingen. Zo leerde Hij ze de minste te zijn en de ander te dienen. En ook hoe Hij in alles op God de Vader gericht was en Hem op de eerste plaats stelde.

Dus: alles wat de evangeliën ons vertellen over Jezus. Over wat Hij aan zijn discipelen onderwees en wat Hij van hen vroeg. Dat alles brengt de Geest in herinnering. Dat is dus belangrijk. Wil je Jezus kunnen volgen in het dagelijkse leven, dan moet je als het ware geïmpregneerd zijn met Hem. Een spons die alles van Hem opgezogen heeft. Zo zie je de discipelen ook in het boek Handelingen. Ze gaan de werken doen die Jezus deed. Niet de verzoening, dat is onmogelijk. Maar op basis van de verzoening die Jezus volbracht gaan ze op pad en worden ze door de Geest geleid. Overal waar ze zijn, horen we ze spreken over Jezus. De Geest stelt Jezus centraal. Dat blijft altijd belangrijk. Ook voor ons. Waaraan herken je iemand die vol is van de Geest? Dat Hij of zij vol is van Jezus. Dat Jezus de liefde van hun hart is. Maar er is nog iets.

Toekomstige dingen. De Geest neemt niet alleen uit Christus, maar Hij verkondigt ook de toekomstige dingen, zo lezen we in 16:13. De dingen van de toekomst. Dat gaat over profetie. De Geest onthult ook dingen die op het punt staan te gebeuren. Tot vier keer toe lezen we in Johannes (13:1,3; 18:4; 19:28) dat Jezus wist wat er met Hem zou gaan gebeuren. Joh. 18:4 ‘Jezus, die alles wist wat er over Hem zou komen, trad naar voren’. Jezus was in de Geest op de hoogte van de dingen die er met Hem zouden gebeuren. Deze werking van de Heilige Geest, de gave van profetie, zien we ook in de christelijke gemeente na Pinksteren. Bijvoorbeeld in Hand. 11:27-28: ‘En in die dagen kwamen enkele profeten vanuit Jeruzalem naar Antiochië. En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius.’ En in Hand 21 vertelt diezelfde Agabus door de heilige Geest dat Paulus geboden zal worden in Jeruzalem en uitgeleverd zal worden in handen van heidenen. Zo heeft de Geest de gelovigen geleid door tipjes van de toekomst te onthullen. Ook in de tijd na de apostelen kennen we daar voorbeelden van. Zo werd Polycarpus, die in het midden van de tweede eeuw de marteldood stierf, van te voren door de Geest in een visioen verteld, dat hij niet voor de dieren geworpen zou worden, maar levend verbrand zou worden.

Ook op die manier leidt de Geest de christelijke gemeente. Hij wijst de weg. De weg die Jezus gegaan zou hebben. De weg die helemaal past bij het onderwijs van Jezus. En wanneer het nodig is, onthult Hij de toekomst, door middel van profetie.

Wij zijn daar minder mee vertrouwd. Met dat laatste. Toch zijn er in de kring van de Sint Jan mannen en vrouwen die profetische gaven hebben gekregen van God. Het kan zijn dat die gaven liggen te sluimeren, omdat je er niet mee bezig bent. Maar het gebeurt, af en toe komt er iemand naar me toe, met profetische woorden die God op zijn of haar hart gelegd heeft. Woorden waarmee de Geest ons leidt. Dat zal altijd in overeenstemming zijn met de Schrift. Altijd tot opbouw van de gemeente of persoonlijk geloof. Maar was is het kostbaar dat die belofte van de Heere Jezus nog steeds geldt. Zoals Psalm 85 zegt: Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft.

b. Hij zal altijd bij ze zijn.

De Trooster zal tot in eeuwigheid bij u blijven (14:16). Dat is een mooie belofte. De Geest komt om te blijven. Als Hij ons levenshuis binnenkomt, dan komt Hij om te blijven.

In het OT was er alleen sprake van inwerking. De Geest werkte van boven op mensen in. Bepaalde mensen. Speciale momenten. Sinds Pinksteren spreken we van inwoning. De komst van de Geest waar Jezus over spreekt, staat helemaal in het teken van het komen van God. God kennen we als onze Schepper. In de Here Jezus komt God nog dichterbij: we kennen Hem als onze Verlosser. In de Geest komt Hij ons het dichtstbij. Dat was de vreugdevolle ontdekking van de Reformatie. Er is een blijvende gemeenschap met de heilige Geest. Sinds Pinksteren kunnen wij God nog intiemer kennen. Als de Trooster niet was gekomen, dan zouden wij God nooit op die manier hebben leren kennen.

Weet u, dat mag ons bemoedigen. Soms vragen we aan God of Hij bij ons wil zijn. Maar dat is geen Bijbels gebed als de Geest al in ons woont. We mogen bidden vanuit de wetenschap dat God bij ons is! Here, leer me vertrouwen dat U erbij bent. Open mijn ogen dat ik U zie. Het bekende lied van Sela, ‘Ik zal er zijn’ zegt dat ook zo mooi: ‘waar ik ben, bent U, wat een kostbaar geheim’. Dat is zo ontroerend mooi. Dat Gods Geest in mij woont. In mij, die Hem ook zo gemakkelijk verdriet doe, ik die mijn eigen gang ga. Hij zal tot in eeuwigheid bij u zijn, zegt Jezus. Dat is een geweldige bemoediging, voor iedereen die in Jezus gelooft. Je bent nooit alleen!

6. Belangrijke lessen

Wat nemen we mee? Ik vat het samen.

a. De heilige Geest is een persoon, die spreekt, ons de weg wijst en ons kracht en moed geeft.

b. De Heilige Geest help ons in de Here Jezus te geloven. Hij stelt steeds weer de Here Jezus centraal. Hoe voller wij zijn van de Geest, hoe meer Jezus zichtbaarder wordt in ons leven.

Dichter Gerrit Achterberg: ‘wij zijn een duister fenomeen, zolang niet in ons leven rijst het licht van de Heilige Geest.’

c. De Geest leidt ons door het Woord (waarvan de Here Jezus het hart is) en door de gave van profetie.

d. Wij kunnen de Heilige Geest ontvangen, voor het eerst of opnieuw, door de Here daarom te vragen. Zoals Psalm 81 zegt: ‘open uw mond, eist van mij vrijmoedig, op mijn trouwverbond, schenk ik al wat gij smeekt, mild en overvloedig.’

e. Als de Heilige Geest ons leven binnenkomt, zijn we nooit meer alleen.

Dank u wel Here Jezus, voor de Heilige Geest die u voor ons verworven hebt. Amen.