‘Save the date’ en de eindstrijd

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
'Save the date' en de eindstrijd
Loading
/
Schriftlezing: Openbaring 19
Datum: 19 juni 2022
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
'Save the date' en de eindstrijd



Loading





/

1. Save the date

Het is altijd leuk om een trouwkaart in je brievenbus te vinden, de aankondiging van een huwelijk. Je herkent zulke kaarten vaak al aan de envelop of aan de speciale postzegel. Hé, wie gaan er trouwen? Snel scheur je de envelop open en je bekijkt de kaart en wat er op staat.

Zo’n trouwkaart is een aankondiging, maar ook een uitnodiging om er bij te zijn. Bij het stadhuis, bij de kerkdienst of bij de receptie. Je kijkt in je agenda of je die dag of avond vrij bent. Soms zit er een kaartje bij en ben je speciaal uitgenodigd, als daggast. Dan mag je er de hele dag bij zijn, en ook mee-eten bij het diner. Als er dan iets anders in je agenda staat, schrap je het maar snel. Want ja, zo’n uitnodiging is natuurlijk wel speciaal. Daar wil je bij zijn.

Steeds vaker sturen mensen bij een jubileum of een huwelijk een ‘save the date’ kaartje. Een aankondiging van de speciale dag, om die alvast te blokken in je agenda. Zodat je er niet op het laatste moment mee geconfronteerd wordt en er niet bij zou kunnen zijn.

Wat Johannes schrijft over de bruiloft van het Lam, in de verzen 6-10, is in feite zo’n ‘save the date’ kaartje. Er komt een bruiloft aan en zorg dat je erbij kunt zijn. Vers 9: ‘Zalig (gelukkig) zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam’. De bruiloft en het avondmaal. Je bent dus ook voor de maaltijd uitgenodigd. Je mag op deze bruiloft een daggast zijn.

Het is een ‘save the date’ kaartje, want de echte bruiloft moet nog komen. Daarover lezen we in hoofdstuk 21 en verder. Johannes ziet de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en de heilige stad uit de hemel neerdalen, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man versierd is. De hemelse bruiloft die hier beschreven wordt, gaat over het samenkomen van de hemel met de aarde. Als God en Jezus neerdalen op de aarde en definitief wonen bij de mensen. Dat is de bruiloft die aanstaande is.

In Johannes 19 is het nog niet zover. Daar vinden we de aankondiging. De bruiloft zelf moet dan nog komen. Want, voordat de nieuwe hemel en aarde zullen komen, zal er hier op aarde nog heel wat moeten gebeuren. De strijd zal in alle hevigheid toenemen. Voordat de hemel op aarde komt, zullen satan en zijn handlangers nog verslagen moeten worden. Over die strijd, gaat het in de hoofdstukken 19 en 20.

Ik moet mij beperken vanavond, maar 19 en 20 horen bij elkaar. Steeds weer is daar het refrein ‘ik zag’, ‘ik zag’ en ‘ik zag’. Zeven keer om precies te zijn. Christus onthult aan Johannes het verloop van de eindtijd. De komst van Christus, de binding van satan, het duizendjarige rijk, de strijd van Gog en Magog en het laatste oordeel horen bij elkaar. Het zijn allemaal schakels in de ketting van de laatste dagen.

2. Een korte terugblik

Voordat we verder gaan even een korte terug blik. In de vorige dienst stonden we stil bij Openbaring 17 en 18. Over de vrouw op het beest en de val van Babylon. Beide hadden te maken met de grote stad Rome in het toenmalige Romeinse rijk en de levensstijl die door de keizers gestimuleerd werd. De beide hoofdstukken gaan over ‘the way of life’, een manier van leven die met God en zijn geboden geen rekening houdt. En die levenswijze wordt aan de mensen opgedrongen door macht, door verplichting om aan de godsdienst van de staat mee te doen. Babylon staat voor een leven waarin de mens zelf de regie heeft, zijn eigen god is, waarin geld en goed, losbandigheid en het uitleven van je seksuele verlangens alle ruimte krijgen. Geld, seks en macht. De drie goden van Babel. Wie niet meedoet, ligt er buiten. Voor mensen die Jezus wilden volgen, hem als Heer beleden, was het moeilijk. Ze moesten het met de dood vaak bekopen. Johannes vertelt over het bloed van de martelaren.

Babylon is de van erotiek doortrokken reclame, de films waarin alles kan. Babylon staat voor de pornoindustrie, de grootschalige vrouwenhandel en de moderne slavernij. Het is de manier van leven van een ongeremde zucht naar weelde, materialisme, de graaicultuur. Overvloed aan luxe, te midden van schrijnende armoede. Het gaat aan ons niet voorbij. Ook wij zijn vatbaar voor deze ‘way of life’.

Het kan dan ook niet anders, dan dat een leven dat ten koste gaat van de naaste, waarin de liefde niet centraal staat, maar het eigen belang voor God geen toekomst heeft. Gods nieuwe wereld is van een totaal andere orde. Daar zijn mensen geliefd en gekend om wie ze zijn. Daar is het leven goed, omdat de liefde van God de toon zet.

Johannes verkondigt de ondergang van Babylon. Het beeld van de stad die in puin valt, is niets anders dan een heldere boodschap: een manier van leven waarin ikzelf op de troon zit, ten koste van mijn naaste, zonder God, heeft geen toekomst. In het koninkrijk van God draait alles om dienen, de ander, om wat Jezus voor ons heeft gedaan, zijn offer en Gods genade zijn het fundament.

Daarom moeten we ons niet laten verleiden en mogen we geen compromissen sluiten met het kwaad. Als het gaat om het geloof, het samenleven met anderen, de economie, moeten we ons niet door de vrouw op het beest laten leiden, maar door de bruid, door Christus. Ons hart moet op Hem gericht zijn. Op het Lam die op de troon zit.

3. Een luid halleluja!

In de profetie van hoofdstuk 17 en 18 rekent God af met deze manier van leven. Omdat lichamen en zielen van mensen er het dupe van werden (18:14). Mensen die naar Gods beeld zijn geschapen. Gemangeld door het systeem. Uitgebuit. Misbruikt. En het oordeel over wie daaraan bijdroeg wordt voltrokken, als een duidelijke boodschap van het ‘nee’ van God!

En als dat gebeurt, zo vertelt Johannes in het begin van hoofdstuk 19, klinkt er in de hemel een luid ‘halleluja’. Een drievoudig halleluja horen we in de verzen 1-5. Eerst de grote menigte. Engelen. Gelovigen. Dan de 24 oudsten en de vier dieren. Eenparig verheffen zij hun stem, met een luid ‘halleluja’ prijzen ze God.

[vier keer komt het woord Halleluja in het NT terug, alleen hier! Opvallend. Wel in de Psalmen 104-149 vaak. Wanneer God het onrecht straft, roepen de dichters het uit: ‘Halleluja!’ God doet recht!]

Waarom zo uitbundig God prijzen?

Omdat God het kwaad niet onbeperkt heeft laten voortwoekeren en omdat het recht uiteindelijk heeft gezegevierd. De roep van de zielen onder het altaar om hun bloed te wreken aan de vervolgers (Op. 6:10) is daarmee beantwoord. God is hun gebed niet vergeten. De slachtoffers. De gemartelden. De mensen die zo hebben geleden. God is hun lijden niet vergeten. Hij zal het kwaad straffen en Hij zal alles gaan herstellen.

De rook stijgt op. Dat kan de rookpluim zijn van de verwoesting van Babylon. Het kan een verwijzing naar de rook van de gebeden die voor Gods aangezicht opstijgt. Iedereen in de hemel stemt in en prijst God. In vers 5 worden alle ‘dienstknechten’, dat wil zeggen alle gelovigen opgeroepen om God te prijzen. Met woorden van Psalm 115 die we hebben gezongen. ‘De groten en de kleinen’, dat wil zeggen: mensen van alle rangen en standen. De oproep is aan ons op aarde, universeel is: iederéén – héél de gemeente van Christus – moet Hem prijzen. Omdat God trouw is en omdat Zijn plannen niet falen en omdat Hij recht doet.

Ik weet niet of u dat weet, maar het ‘halleluja’ van Openbaring 19, is door Händel op genomen in zijn ‘Messiah’. Zo kennen wij deze woorden. Het tweede deel van het oratorium gaat over het lijden van Christus en eindigt met het halleluja, dat bekend is. Alleen, wat we vaak niet beseffen, is dat dit halleluja in Openbaring 19 gezongen worden als het oordeel van God voltrokken wordt. Als het economische systeem, de wereldeconomie, handel en commercie ineenstorten. Het is geen vrolijke oproep, maar diepe ernst. Want hoewel de gelovigen en de engelen en de dienaren God prijzen, betekent het wel dat het leven op aarde naar zijn einde gaat. De samenleving desintegreert. Als een paracetamol oplost in een glas water, zo zullen zekerheden wankelen, en alles wat stabiel is op aarde, gaan wijken. Dat is echt niet iets om naar uit te kijken.

Soms zien we er nu ook al iets van. De oorlog van Rusland heeft al zoveel op aarde in beweging gebracht. De prijzen die stijgen. De oogst van het graan kan niet binnen gehaald worden en noord-Afrika zit nu in de problemen. De gaskraan wordt dichtgedraaid. De handel die stokt. Bedrijven die niet langer zaken kunnen doen met Rusland. Banken die weggaan. Allerlei dingen die in Openbaring 18 worden verteld over Babylon, zien we voor onze ogen gebeuren. Babylon typeert een levensstijl die op meerdere plekken op de aarde te zien is vandaag. Zonder precies te kunnen zeggen hoe laat het is op de klok van de wereld, weten we een ding zeker: we leven in de laatste dagen; de eindtijd is bezig te gebeuren.

4. De strijd van Christus met de machten

Openbaring 19 vertelt nog iets belangrijk. Voordat het laatste oordeel plaatsvindt, is er ook een strijd te voeren. Christus gaat het gevecht aan met de geestelijke machten van het kwaad. De machten die achter de economische en religieuze systemen zitten. De machten van het kwaad: het beest, de valse profeet en de koningen die zich door hen hebben laten inspireren. Deze strijd wordt ons in 11 /m 21 uit de doeken gedaan.

Het is een indrukwekkend gebeuren. Een ruiter op een wit paard komt uit de hemel en legers op witte paarden volgen hem. Hij komt naar de aarde om oorlog te voeren met de antichrist en zijn legers. Deze laatste krachtmeting tussen Christus en de antichrist vindt plaats in Harmagedon (Op. 16:16). We hebben hier dus te maken met de wederkomst van Christus. Dat het Christus zelf is blijkt uit de namen die Hij draagt: ‘getrouw’ en ‘waarachtig’ (vs. 11); ogen als vuur en op zijn hoofd een kroon, doen denken aan het visioen van Openbaring 1: de opgestane Heer; Zijn Naam is voor mensen onbekend, dat wil zeggen: dat we geen macht over hem hebben. Zijn diepste wezen is voor ons verborgen, dat weet alleen God de Vader; zijn kleed in bloed, kan symbolisch verwijzen naar de tegenstanders of naar Zijn verlossingswerk; ‘Woord van God’ (vs. 13), doet denken aan Johannes 1 dat Hij het Woord is. Uit Zijn mond komt een tweesnijdend zwaard. Dat wil zeggen: de woorden die Hij spreekt zullen hun doel niet missen; ze werken wat uit (denk aan Heb.4:12). Op zijn dij staat ‘Koning der koningen’ en ‘Heere der Heeren’.

Jezus komt met het gezag en de autoriteit van God zelf. Sinds Zijn kruis en hemelvaart heeft Hij veel moeten incasseren. Hij is bespot en beschimpt. Hij is weggeduwd uit het openbaren leven van mensen en van culturen. Hij heeft alle verwijten van de wereld gekregen. Hem is groot onrecht aangedaan. Het kwaad heeft alle ruimte gekregen. Maar nu is het moment dat Hij gaat spreken en alles aan het licht gaat komen. Nu zal blijken dat Hij wel degelijk terugkomt op wat er over Hem gezegd is. Hij komt om te oordelen en om recht te spreken.

En met een luguber beeld worden de gevolgen van de strijd getekend. Vogels van de hemel worden uitgenodigd om het vlees te eten van de koningen, machthebbers en van mensen die kwaad hebben gedaan. Niemand van hen zal aan het oordeel van God kunnen ontkomen. Er komt een grote confrontatie tussen Christus en de machten van het kwaad; en één ding is zeker: ze zullen ten onder gaan! Het beest en de valse profeet, die achter de schermen velen met hun kwade plannen inspireerden, zullen ontmaskerd worden. Hun spel is voorbij. Hun toekomst is de poel van vuur en zwavel. De overigen worden gedood en gaan naar het dodenrijk in afwachting van het laatste oordeel.

Het zijn heftige beelden. Kijk, toen Jezus voor de eerste keer kwam, kwam hij op een ezel Jeruzalem binnen. Toen was Hij op een vredesmissie. De mensen dachten dat Hij als bevrijder kwam om de Romeinen het land uit te gooien, maar Hij kwam als Redder. Hij kwam om verzoening te doen en redding te brengen. Eerst kwam Hij als Redder, maar nu komt Hij als Rechter. God de Vader heeft het oordeel in Zijn handen gelegd. Hij voltrekt het oordeel over het kwaad, over alle kwade machten en over hen die zich in dienst van het kwaad hebben gesteld.

De zielen onder het altaar riepen: hoe lang duur het nog voordat u het kwaad vergeldt en recht spreekt. Velen dachten dat dit nooit zou gebeuren; maar het moment zal zeker komen.

De komst van Jezus als Rechter betekent dat zijn komst voor iedereen zichtbaar zal zijn. En ook dat het kwaad in de wereld samengebundeld wordt. Dat er een confrontatie komt. Wanneer dat precies zal zijn, weten we niet. Dat weet God alleen. Het is allemaal geschreven in symbolische taal, maar een ding is zeker: God zal recht doen!

5. Waar staan wij? We zijn uitgenodigd voor de bruiloft!

Gemeente, als je dit zo op je laat inwerken, we weten de tijd niet van dit alles, maar een ding is wel duidelijk, voordat Christus komt, moet de keus in ons leven gevallen zijn. Als we bij zijn komst met de verkeerde dingen bezig zijn, dan kan Zijn komst ons overvallen.

Nu is het bijzonder dat net voor dit stuk over de strijd van Christus met de machten en mensen van het kwaad, in vers 6-10 het gaat over de bruiloft en over de uitnodiging.

Zalig zijn degenen die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. Geroepen, dat zijn wij allemaal. We zijn allemaal uitgenodigd voor de bruiloft. We mogen daggasten zijn. Zullen we komen? Zijn we gereed voor deze dag?

Het is de vraag van de gelijkenis: als de bruidegom komt, hebben wij dan olie in onze lamp? Zijn we persoonlijk wedergeboren? Want de olie, de Heilige Geest, wordt ons geschonken als we tot persoonlijk geloof, tot persoonlijke overgave aan de Heere Jezus komen. Het is niet voldoende om lid te zijn van een kerk, of christelijk opgevoed te zijn, of een gelovige moeder of vader, oma of opa gehad te hebben. Genade is kun je niet erven. Het gaat om persoonlijk geloof. Dat we verbonden zijn met de Heere Jezus. Dat Jezus ook mijn Verlosser is. Ik hoop en bid dat we dat kunnen beamen. Dat we kunnen zeggen: Hij is mij te sterk geworden. Dan ben je wedergeboren. Dan ben je van Christus. De overgave aan de Heere Jezus is niets anders dan gehoor geven aan de uitnodiging voor de bruiloft van het Lam.

Het bijzondere van deze dag is, dat God een bruiloftskleed voor ons heeft klaar liggen. We hoeven niets mee te nemen dan het geloof dat Gods Geest gewerkt heeft. De bruid, zij ontvangt een smetteloos fijn linnen gewaad, bekleed met de gerechtigheden van de heiligen. Dat wil zeggen: de bruid is vrijgesproken van haar zonden. Ze is gerechtvaardigd door God. Ze mag binnengaan in bruiloftszaal. De oordelen van God over het kwaad en over de zonde, zullen de gelovigen niet treffen. Ze schuilen achter het bloed van Jezus.

Vers 7 spoort ons aan: Laten we blij zijn en ons verheugen en het Lam de heerlijkheid geven. Want het is dankzij Hem dat wij in de toekomst van God mogen delen.

Dat maakt ons tegelijk ook verantwoordelijk. We zijn ook geroepen om het evangelie te delen. Om mensen van gebed te zijn. God geve ons moed om te getuigen. En mensen te stimuleren en uit te nodigen voor een leven met Jezus. Hij is de parel van grote waarde. Met Hem zijn we rijk. Hij draagt ons door alles heen en brengt ons veilig thuis. Dat gunnen we iedereen, van onze kinderen, tot aan onze vrienden en collega’s.

Amen.