U zult Hem de naam Jozua geven!

Schriftlezing: Lucas 1:26-33 - Lucas 2:15-21
Datum: 27 december 2015
Download PDF


1. Naam geven

Elke keer als ik een geboortekaartje onder ogen krijg, ben altijd nieuwsgierig naar de naam die het kind heeft gekregen. Welke namen hebben zij aan hun zoon of dochter gegeven? Zou het misschien vernoemd zijn? Wat staat er verder op de kaart? Er zijn ouders die het leuk vinden om een Bijbels naam te geven. Anderen kiezen voor een naam die leuk klinkt, die ze ergens gehoord hebben, of die ze al googelend op internet hebben gevonden. Als ik op geboortebezoek kom, vraag ik er meestal wel naar: waarom heb je deze naam gegeven? Je komt soms voor verrassingen te staan als je hoort welke motieven soms een rol speelden.

Eigenlijk is dat iets van alle tijden. Ook in de tijd van de Bijbel ging dat zo. De motieven die ouders hadden om hun kind een bepaalde naam te geven, zijn soms heel verschillend. Lea, de vrouw van Jakob, was zo blij dat haar eerste kind een zoon was, dat ze uitriep: Zie een zoon! In het Hebreeuws: Ruben. Als Zilpa later zonen krijgt, voelt ze zich erg gelukkig, en ze noemt haar zoon Gad (gelukkig) en Aser (ik gelukkige). Blijdschap speelde een rol. Maar ook droefheid kan een motief zijn, zo noemt de echtgenote van Pinehas, als hij sneuvelt in de strijd en de ark van God is buitgemaakt door de Filistijnen, haar zoon: Ikabod (de eer is weg). Of Naomi die door droefheid en rouw overvallen is, en haar naam verandert in Mara (droefheid of bitterheid).

Soms gaven ouders hun kind een naam op basis van de eigenschappen van de baby: Esau (harig) en Korah (kaal). Soms kregen baby’s de naam van een alledaags object, zoals Tamar (palmboom) en Tabita (gazelle).

Heel vaak echter ontvingen baby’s een naam gebaseerd op iets wat rond de geboorte gebeurt of op een hoop of gebed van de ouder, zoals in het geval van Zacharia (God heeft onthouden), Samuel (God hoort); Soms zeggen de namen iets over God Elimelek (God is koning); Elia (De Here is mijn God); Obadja (knecht van de Here), Uzzia (de Here is mijn sterkte). Zo’n naam drukt iets uit van het geloof dat de ouders hebben in God en dat zij belangrijk vinden voor hun kind. In een enkel geval krijgen mensen van God een nieuwe naam: Jakob (bedrieger) ontvangt de naam Israël (strijder met God).

Een naam ontvang je en daar moet je het mee doen. Een naam veranderen, dat doe je eigenlijk niet. Als je dat wilt is het heel omslachtig. Ik hebt meegemaakt in mijn familie, dat iemand zijn naam veranderde. Ze had van haar ouders een mooie bijbelse naam meegekregen, maar toen ze het geloof vaarwel zegde, had ze behoefte om haar naam te veranderen. We kregen een kaartje, mijn ouders noemden mij zus en zo, om die en die reden, maar ik heb daar niets mee, en daarom heet ik nu zo en zo. Aangrijpend was dat.

2. God zelf geeft Zijn zoon een naam!

Vanmiddag gaat het over de naam die de Here Jezus krijgt. En dan valt gelijk al een verschil op. De naam die Jezus krijgt, is niet een naam die door zijn ouders bedacht is, maar door God zelf. De engel had namelijk aan Maria deze boodschap gegeven: U zult zwanger worden en een zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. En in 2:21 lezen we dat Jozef en Maria hieraan gehoor geven. Als Jezus besneden wordt op dag 8 krijgt Hij zijn naam. Niet van zijn ouders, maar van God.

Waarom doet God dat? Jezus had toch ook gewoon een naam van Zijn ouders kunnen ontvangen? Want namen zeggen op zich niet zoveel. Het gaat erom hoe die naam in de praktijk ingevuld wordt. Hoe de drager van die naam leeft, en handelt. Wanneer u de naam hoort van iemand die u kent, dan heeft u gelijk daar gedachten bij. U heeft die persoon misschien wel ontmoet of gesproken. U weet bepaalde dingen van iemand. Dat allemaal komt mee wanneer wij de naam van iemand horen. En als iemand ons vraagt, ken je die en die, en we kennen de persoon niet, dan zeggen we vaak: nee, die naam zegt me helemaal niets. Dan bedoelen we te zeggen: ik heb er geen beeld bij, geen ervaringen, geen herinneringen.

Maar bij Jezus ligt dat toch anders. Hij krijgt een naam van God mee, omdat die naam iets zegt over zijn roeping. In de naam die Jezus meekrijgt, wordt iets duidelijk van de plannen die God met zijn leven heeft.

Alleen dat is voor ons niet meer duidelijk. Wij noemen de Zoon van God Jezus. Maar dat was niet zijn oorspronkelijke naam. Jezus dat is de Griekse vertaling van zijn naam. Jésous in het Grieks. En dat is zo letterlijk in het Nederlands vertaald. Maar Jésous in het Grieks dat staat voor een Hebreeuwse naam. U weet dat het Oude Testament in de laatste paar eeuwen voor Christus in het Grieks is vertaald. Die vertaling noemen we de Septuaginta. Het Grieks was de voertaal in de tijd voor de komst van Jezus en daarna. Alle namen van het Oude Testament zijn in het Grieks weergegeven. Mirjam is zo Maria geworden. En de Griekse naam Jésous stond voor de Hebreeuwse naam Jozua. Of om precies te zijn: Jésous staat in het Oude Testament voor twee namen: Jehoshua (Jozua) en in de tijd van Ezra en Nehemia, gaf het ook de naam Jeshua weer. Maar deze naam is van later tijd (Jeshua is de naam die vandaag de dag door de Messiasbelijdende Joden wordt gebruikt). De oorspronkelijke naam die Jezus dus krijgt van God is Jozua. Je ziet dat ook duidelijk in het NT, als Stefanus zijn rede houdt in Hand. 7 en de geschiedenis van Israël vertelt, dan noemt hij in vers 45 Jozua, in het Grieks staat daar dan Jésous, de naam die Jezus ook draagt.

3. Jezus is Jozua

God geeft aan Zijn eigen Zoon de naam Jozua. Waarom deze naam? Nou wat deed Jozua? Nadat het volk 40 jaar lang had gezworven in de woestijn, vanwege hun ongeloof en de hardheid van hun hart, gaat het onder leiding van Jozua het beloofde land binnengaan. Het land dat vloeit van melk en honing. Het land dat God aan zijn volk onder ede had beloofd. Jozua leidt het volk het beloofde land binnen.

En als nu Jezus geboren wordt, en God hem de naam Jozua geeft, dan wil Hij daarmee zeggen: Ik ben mijn belofte nog niet vergeten! Ik stuur mijn Zoon om mijn volk het beloofde land te doen binnengaan. Want dat is wat er gebeurt, als mensen in Jezus gaan geloven. Wie in Jezus gelooft, en Hem gaat volgen, gaat het beloofde land binnen. Net als Jozua toen, mag ook deze Jozua, de meerdere Jozua, Gods kinderen het beloofde land binnen brengen. Wat de wet van Mozes zelf niet kon waarmaken, dat wordt nu door Jezus realiteit. Hij brengt mensen het beloofde land binnen.

En waar moeten we aan denken bij dat beloofde land? Nou, je zou dat beloofde land kunnen vertalen met het Koninkrijk van God. U weet daar heeft de Here Jezus het heel zijn leven over gehad. Heel zijn bediening stond in het teken van het Koninkrijk van Zijn Vader. Wie in Hem gelooft, zegt de Schrift, gaat het Koninkrijk van God binnen. Die wordt lid van het rijk waar God Koning is.

4. Jezus is God redt

De naam die Jezus krijgt, Jozua, geeft daar verdere invulling aan. Want weet u wat die naam betekent? Jehoshua betekent: de Here redt. Dat is de naam die God aan Zijn Zoon geeft. Het Kind dat geboren is in Bethlehem heet: Jozua, de Here redt. Daarmee zijn we dus gelijk bij de kern van de zaak. Jezus is gekomen naar deze aarde om Israël en de wereld te redden. Wat betekent redden?

Dat wordt helaas uit de naam die ons vertrouwd is geworden niet duidelijk. Het woord redden in het Grieks (soizoo) en het woord Redder (sooter) wordt in de HSV weergegeven met zalig maken en Zaligmaker. Zo lezen we in Lucas 2: U is heden de Zaligmaker geboren. En daar staat dan in het Grieks het woord sooter, Redder. In het Nederlands heeft zalig een andere associatie, betekenis. Bij zalig denken we vooral aan de hemel. De hemel dat is de plaats van eeuwige gelukzaligheid. Als je zalig bent, dan ben je in de hemel. In de RKK wordt een Paus, die overleden is, na verloop van tijd, zalig verklaard. Maar dan zitten we ver van de Bijbelse betekenis van het woord Redden. Redden veronderstelt namelijk nood. Je redt iemand die op punt van verdrinken staat, iemand die bevrijd moet worden uit een auto na een ongeluk, of iemand die gevonden wordt nadat hij verdwaald is, wordt gered. Redden heeft een hele diepe lading. Redden is zaak van leven of dood.

Als Jezus aan het begin van zijn leven de naam Jozua meekrijgt, de Here redt, dan laat dat dus zien, dat God daar op uit is: Hij wordt mens om mensen te redden, uit de duisternis tot zijn licht. Waarvan moeten wij dan gered worden? Hoe krijgt die redding van Jezus dan vorm? Hoe ziet die redding er dan uit? Dat kan heel verschillend zijn; dat wisselt per mens, per situatie soms. Dan zien we zo mooi in het Lucas-evangelie. De evangelist Lucas gebruikt het woord ‘redden’ een aantal keren in zijn evangelie. Elke keer weer beschrijft hij situaties waarin Jezus binnenkomt om mensen te redden en vertelt hij wat er dan verandert.

4a. Eerste voorbeeld: de zondares die Jezus zalft (Luc. 7:36-50).

Jezus is op bezoek bij de Farizeeër Simon. Als Hij aan tafel ligt, komt er een zondares die Hem zalft. Wie die vrouw is en wat ze precies heeft gedaan weten we niet. Veel uitleggers denken aan een prostituee of iemand die overspel heeft gepleegd. Dat is niet duidelijk, maar laten we er even vanuit gaat dat het iemand is die in seksuele zonde leeft. Zij zoekt Jezus op omdat ze diep ongelukkig is en met haar nood niet verder wil leven. Met de olie waarmee ze Jezus zalft, bewijst ze Hem haar liefde. Haar tranen zijn een belijdenis. Heer, veel heb ik u niet te bieden, hier ben ik, dit is mijn leven. Wat doet Jezus? Vers 48: Hij vergeeft haar zonden en herstelt de relatie met God. Ze mag opnieuw beginnen. En dan zegt Jezus aan het slot: uw geloof heeft u behouden. Hier is het woord redden gebruikt. Uw geloof heeft u gered. Haar geloof. Want ze heeft zich met respect en vertrouwen aan Jezus vastgeklampt. Heer, laat me niet los, tenzij u mij zegent.

Wat betekent dat? Hoe groot de nood in ons leven is, door zonde, welke schuld wij met ons meedragen: gebroken relaties, overspel, seksuele zonden, wat dan ook, als je ermee naar Jezus gaat, en het Hem belijdt, dan vergeeft Hij het ruimhartig. De zonden van de vrouw waren vele, maar tegenover al haar zonden, staat de overvloedige genade die Jezus schenkt. Dat mogen wij dus weten, als de Here Jezus ons leven binnenkomt. Als Hij onze zonden vergeeft, dan worden we gered. Gered van onze schuld en mogen we opnieuw beginnen.

4b. De bezetene van Gardara (8:26-39).

Demonen hebben hem in zijn greep. Leeft op begraafplaats. Zonder kleren. Gewelddadige buien. Doet zichzelf en anderen kwaad. Maar man ontmoet Jezus. Jezus spreekt met gezag en werpt de demon uit. Vers 35: radicale verandering. Man zit, met kleren aan, met helder verstand, aan de voeten van Jezus. Dat laatste betekent: dat hij luister naar het onderwijs van Jezus. Vers 36: de mensen berichten hoe de bezetene verlost was. Zelfde woord: gered. Redding van Jezus betekent bevrijding uit de greep van de boze.

Wat betekent dat? Hoe ver je zit in de greep van de boze, als je je opengesteld hebt voor geesten, als je bezig bent geweest met occulte spelletjes, warcraft of andere games, een verbond met de duivel gesloten. Als je naar Jezus toegaat met die nood, dan zal Hij je redden. Dan zal Hij je bevrijden uit de macht van de boze. Want het Kind dat geboren is, is de machtige Zoon van God. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Niets maar dan ook niets is voor Hem te moeilijk of onmogelijk. Vergeet dat niet. Als dit speelt in uw leven, ga naar Jezus. God redt is Zijn naam.

4c. Derde voorbeeld: de bloedvloeiende vrouw (Luc. 8:43-48).

Een vrouw die al 12 jaar last heeft van bloedingen. Ze is door de artsen opgegeven. Ze kan door niemand meer worden genezen. Zij ontmoet Jezus, raakt de zoom van zijn kleed aan en wordt wonder boven wonder genezen. En dan zegt Jezus tegen haar: uw geloof heeft uw behouden, weer dat woord: gered. Uw geloof heeft u gered. Redding wil hier zeggen dat de vrouw genezing ontvangt.

Ook dat kan gebeuren als de Here Jezus je leven binnenkomt. Dingen die stuk zijn, kunnen zomaar door Hem worden hersteld. Soms ontvangen mensen lichamelijke of genezing of worden relaties hersteld. Er zijn vele getuigenissen van mensen die hun leven aan de Here Jezus hebben gegeven, en heling van Hem ontvingen. Genezing is ook een vrucht van het werk van de Here Jezus.

4d. Vierde voorbeeld: het dochtertje van Jaïrus (8:40-42, 49-56).

Jaïrus was een leidinggevende Jood in de synagoge. Hij had een dochter van 12 jaar, die stervende was. De man is helemaal verslagen. In zijn nood en vertwijfeling zoekt hij Jezus op. Maar Jezus wordt opgehouden, en het bericht bereikt hem dat zij is gestorven. Maar als Jezus dat hoort, dan spreekt Hij tot Jaïrus: wees niet bevreesd, geloof, en je dochtertje zal behouden, gered worden. Jezus gaat later zijn huis binnen, en spreekt met gezag tot het dochtertje, en de dood wijkt uit haar lichaam en zij wordt weer levend.

Wat betekent dit? Zulke wonderen zijn misschien zeldzaam. Maar ze laten ook iets zien van het werk van Jezus: voor Hem moet zelfs de dood wijken. Hij is machtiger dan de dood. Hij geeft uitkomsten tegen de dood. Soms mogen we het meemaken, dat mensen uit de klauwen van de dood gered worden. En zien we iets van de macht van Jezus. In ieder geval heeft voor wie geloof, de dood nooit het laatste woord. Want God redt. Hij schenkt verlossing, ook van de macht van de dood.

5. Een naam om aan te roepen.

Gemeente, vier voorbeelden, die ons iets laten zien van wat de naam van Jezus betekent: vergeving, bevrijding, genezing en een leven dat sterker is dan de dood. In de naam van Jezus zit dus een geweldige kracht. God heeft zijn Zoon een naam gegeven. Een naam die wij kunnen aanroepen, als ons leven door een donker dal gaat. Een naam die wij kunnen uitspreken, als de nood in ons leven hoog is. Een naam die wij kunnen noemen, als we vol vragen zitten en geen uitkomst zien. Een naam die wij mogen gebruiken in onze gebeden, om Gods aangezicht te zoeken. Een naam die mogen eren, als we blij en dankbaar zijn.

Een naam die wij mogen spellen, elke dag weer. Jozua. Jezus. God redt.

Calvijn zegt treffend: laten wij niet vergeten, dat deze naam niet naar menselijk goedvinden, maar door God zelf aan Jezus is gegeven, opdat ons geloof zijn steun in de hemel, en niet op aarde zou hebben.

Ik hoop dat u die naam liefheeft, Hem gebruikt in uw gebeden, dan zult u ervaren, dat in die ene naam ons alles gegeven is wat wij nodig hebben om vol hoop te kunnen leven en gerust te kunnen sterven.

Amen.