Geesten en demonen geen verleden tijd

God heeft een tegenstander

Ds. Vreugdenhil zag Gods tegenstander aan het werk
“De duivel en zijn trawanten hebben de aarde in hun greep. Maar waar Jezus ter sprake komt, moet de duisternis wijken. We moeten het daarom niet over demonen hebben, maar over de Heere Jezus,” zegt ds. G. C. Vreugdenhil. Als zendingspredikant verdiepte hij zich in Chili in het werk van de Heilige Geest, maar ook in de tegenkrachten. Geconfronteerd met geesten en demonen ging de predikant van de hervormde wijkgemeente Sint-Janskerk (wijk B) te Gouda op onderzoek uit. Dit alles leidde tot zijn uitgave: ‘Onheil dat voorbijgaat’. “Geesten en demonen zijn geen verleden tijd.”

“Van huis uit had ik weinig ervaring met het werk van de Heilige Geest en dus automatisch ook niet voor de tegenkrachten die hiermee gepaard gaan. Mijn tijd in Zuid-Amerika heb ik benut om een soort inhaalslag te maken.” In Chili bevinden zich relatief veel pinksterkerken. Vreugdenhil sprak mensen die God ontmoetten via dromen en visioenen. “Ik kwam tot een grote ontdekking: de Heilige Geest werkt krachtig. Tegelijkertijd leidt dit tot tegenstand vanuit de duistere wereld. Waar het vuur van de liefde van God brandt, is ook altijd de rook uit de duisternis te vinden.” Voortdurend stuitte de predikant op Psalm 91. Een psalm waarin duistere machten en de noodzaak om op God te vertrouwen tot uiting komen. “De psalm hing op veel plaatsen aan de muur om een beroep te doen op Gods bescherming.””Waar Jezus ter sprake komt, moet de duisternis wijken. We moeten het daarom niet over demonen hebben, maar over de Heere Jezus”

Aangrijpende ervaring met Roberto

Vreugdenhil herinnert zich een klein jongetje, genaamd Roberto. “Hij ging met een tante mee naar één van de zondagse samenkomsten. Na de dienst raakte ik met hem in gesprek. Hij vertelde ’s nachts erg bang te zijn. Iedere nacht zag hij dit beeld: een man die met een mens bij de ingang van de kamer stond om hem te doden. Gillend ging hij telkens naar mama. Af en toe had hij ook zelfmoordneigingen. Heel aangrijpend. Tijdens het gesprek werd duidelijk dat zijn moeder actief is als spiritist. Binnen die beweging was ze zelfs een vooraanstaande persoon. Ik heb hem gezegd: Er is Iemand die sterker is. Als je het beeld weer ziet, mag je het enge beeld in de naam van Jezus wegsturen. Dat begreep hij heel goed. Hoe het met hem afgelopen is, weet ik niet.”

“Over de realiteit van geesten en demonen sprak ik in Chili door met een collega. Hoe komt het dat het bevrijden van demonen in het Nieuwe Testament zo sterk aanwezig is en dit niet of nauwelijks ter sprake komt in het Oude Testament? We kwamen tot de conclusie dat het in de psalmen wel erg vaak over vijanden ging. Zouden die vijanden met demonen te maken kunnen hebben? Aan de hand van die vraag ben ik op onderzoek uitgegaan. Kijk bijvoorbeeld naar Psalm 3 tot en met 6. De hoofdpersoon is ziek, ligt soms op bed en in de nacht komen de vijanden in vaak grote getalen. Ik vermoed dat daar een link gelegd kon worden met geesten en demonen, hoewel het beestje in de Psalmen niet bij de naam wordt genoemd.””De duivel en zijn trawanten hebben de aarde in hun greep. De wereld is bezet terrein”

Drie lessen

Hoe breng je dit in de Nederlandse context ter sprake? Vreugdenhil bespreekt dit in het pastoraat en op de kansel vanuit drie lessen die hij in de achterliggende jaren geleerd heeft.

1. Het eerste is dit: “Voordat we met mensen praten over geesten en demonen, zou ik het willen hebben over het hart van het christelijke geloof: Jezus is Heer. Wilkin van de Kamp verwoorde het ooit als volgt: ‘God speelt geen enkele rol in mijn leven, want Hij is de regisseur.’ Als het goed is heeft Hij de zeggenschap in ons leven en zijn we geroepen Hem voortdurend de eerste plaats in ons leven te geven. Wanneer dit niet het geval is, en we verdiepen ons in het thema van de geestelijke strijd, beginnen we aan de verkeerde kant en lopen het risico dat angst ons zal beheersen.

2. Ten tweede zou ik dan delen wat ik over de Heilige Geest heb geleerd. Hij is een Persoon die in ons woont, tot ons spreekt en ons leven leidt. Elke gelovige is een tempel van de Heilige Geest. De Geest is dus altijd bij ons. Zijn aanwezigheid kwam in Chili bij mij tot leven.”

3. “Ten derde mag het Koninkrijk van God niet achterwege blijven. Na Jezus’ opstanding tot Zijn hemelvaart was dit hét grote thema in Zijn onderwijs. Als volgeling van de Heere Jezus ben je daarop gericht en bij dat koningschap mogen we betrokken raken. Vervolgens mogen we beseffen dat wanneer Gods koninkrijk doorbreekt de tegenstand vanzelf volgt. De duivel en zijn trawanten hebben de aarde in hun greep. De Heere Jezus noemt hem de overste van de wereld, ondanks het feit dat God de aarde schiep. De wereld is bezet terrein.”

“Vanuit deze drie lessen is er ruimte om over tegenstand(er) te praten. Dan start je bij de Heere God, bij Zijn macht, bescherming en trouw, houd je de focus zuiver en ontdek je zonder angst dat er ook een tegenstander is.”

Gepubliceerd op CIP.nl op 16 juni 2015

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *