Licht op Golgotha

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Licht op Golgotha
Aan het laden
/
Schriftlezing: Marcus 15:32-39
Datum: 24 maart 2021
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Licht op Golgotha



Aan het laden





/

Licht op Golgotha

we zijn in de lezing van het evangelie aangeland bij de laatste uren van het leven van Jezus. Vlak voordat Hij gaat sterven, probeert satan nog een keer Jezus alle hoop te ontnemen. In het fysieke lijden en de stemmen van mensen om Hem heen. Zoals bij een geliefde broeder die op sterven lag in het hospice en zich omringd zag door kwade machten. Het gebed deed wonderen en de macht van satan moest wijken. Hij kan de eeuwige bestemming van een kind van God niet afpakken, maar de weg naar het einde wel geweldig zwaar maken. Dat gebeurt hier bij Jezus. Satan probeert Jezus te breken, zodat Hij zijn heilswerk niet zal voltooien. Via mensen probeert hij Jezus alle hoop te ontnemen.

Eerst is er de spot van de soldaten. Ze voeren voor het oog van de mensen een ontluisterende klucht op compleet met mantel, rietstaf en doornenkroon. Jezus wordt gestript van elke waardigheid en eer. En aan het kruis wordt Hij geheel uitgekleed. Naaktheid breekt het hart. Dat is de wrede psychologie van de beulen van alle tijden. De nazi’s waren daar ook bijzonder goed in. Eerst doften zij zichzelf op, dan dwongen zij joodse mannen en vrouwen zich te ontkleden en zetten hen naakt in het volle licht. Naaktheid breek het hart.

Dan is daar de spot van de voorbijgangers, die Jezus aanpakken op zijn almacht. Laat nu maar eens zien waartoe je in staat bent. Anderen heb je verlost, verlos nu dan jezelf! In deze verwijten zit teleurstelling. Aanvankelijk stond het volk positief tegenover Jezus. Met Hem zou alles veranderen … Maar gaandeweg zijn ze in Hem teleurgesteld geraakt. Hij bracht niet het Rijk dat ze verwachten. Jezus had verwachtingen gewekt, maar ze niet waar gemaakt. En de mensen voelen zich even machteloos als vroeger en ze reageren hun teleurstelling af. Kom naar beneden, roepen ze, als je kunt, maar dat kun je niet.

Dan is daar de geestelijke elite: de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten. Normaal konden schriftgeleerden en overpriesters elkaar niet luchten of zien, maar hier, bij het kruis van Christus, hebben ze elkaar gevonden. Ze bespotten Hem met de woorden: anderen heeft Hij gered, zichzelf kan hij niet redden.

Richten de voorbijgangers zich nog direct tot Jezus, de geestelijke leiders spreken over Hem. Hij daar, zeggen ze tegen elkaar, hij zei dat hij koning was en dat hij Gods zoon was. Ze zeggen het zo luid, dat Jezus het wel horen moet.

Zoiets kan ons ook overkomen. Als we in een gezelschap zijn. En iemand maakt een opmerking tegen iemand anders. En je weet dat ze het over jou hebben. Ze praten waar je bij bent, en toch kun je er niets aan doen. Dan voel je je machteloos. Dat is vernederend.

Die spot van de geestelijke leiders gaat verder dan die van het volk. Zij vechten Jezus aan op zijn geloofsvertrouwen. Hij heeft toch gezegd dat Hij de Zoon van God is? Laat die Hem dan redden? Deze spot voert terug naar het moment van Jezus doop. Toen klonken uit de hemel de woorden: ‘Jij bent mijn geliefde zoon, in jou heb Ik mijn welbehagen.’ Nu wordt ook het allerheiligste van Jezus’ omgang met zijn Vader, zijn diepste indentiteit betwist. Dat is zo gemeen, als je niet mag zijn wie je bent. Het enige dat Jezus op dit moment nog heeft, is zijn vertrouwen op God, het feit dat Hij de Geliefde Zoon is, maar zelfs dat wordt Hem ontzegd.

De leiders spotten, omdat ze Jezus haten met een diepe haat. Waar komt die haat vandaan? Wel, Jezus schopte tegen hun heilige huisjes aan en dat vonden ze verschrikkelijk. Het heilige huis van hun ernst bijvoorbeeld. Zij bedoelden Gods eer toch? Maar Jezus prikte erdoorheen: nee, je gebruikt je godsdienst om door de mensen gezien te worden. En het heilige huisje van hun reputatie: wij komen uit goede families, onze voorouders waren vroom en wij staan vooraan bij God. Maar Jezus zei: hoeren en tollenaars zullen jullie voorgaan.

Jezus dwong hen in de spiegel te kijken. Ze dachten dat ze erbij hoorden en dat de Here God wel blij met hun zou zijn. En om dan uit Jezus mond te horen, dat zij met alle vrome bedoelingen God niet dienen maar in de weg staan. Dat doet pijn. Jezus prikt de ballon van hun godsdienstigheid door. En daarom haten ze Hem. Ze kunnen Hem niet uitstaan. Maar zo gaat het heil aan hen voorbij.

Want wat doet Jezus. In de weg die Hij gaat draagt Hij het onbehagen van God tegen een leven waarin Hij niet op de eerste plaats staat. Een leven van mensen die het wel weten, maar niet doen. In dat lijden van Jezus zijn ook wij begrepen. Ook onze zonde heeft Hij gedragen. Dat we ’t wel weten, maar niet doen. De Here God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf.

Anderen heeft Hij verlost, zichzelf kan Hij niet verlossen. Jezus redt zichzelf niet. Hij kan het niet, zeggen de leiders. En ze hebben gelijk. Jezus kan zichzelf niet verlossen. Jezus kan niet van het kruis afkomen. Waarom niet? Omdat Hij niet van ons los kan komen. Het kruis dat Jezus draagt, dat zijn al onze tekortkomingen en zonden bij elkaar. Al dat onvolkomene in ons leven. Woorden die te veel of te weinig waren. Dat ons leven zo vaak niet aan Gods bedoeling beantwoordt. Dat alles heeft Jezus gedragen. Wij zijn Zijn kruis en Jezus draagt het tot het bittere einde toe. Want als Hij sterft, neemt Hij al onze zonden mee in het graf. In Zijn dood sterven ook al onze zonden. En dat is het Evangelie, van kruis en opstanding.

Omdat Jezus het kruis niet loslaat, laat God ons niet los. Maar houdt Hij ons vast in Zijn liefde. In de donkere duisternis draagt Jezus het oordeel van God. En dat is de reden dat Golgotha niet alleen maar een donkere plek is. Op de vroege paasmorgen blijkt dat dit alles niet te vergeefs is. Het ochtendgloren van de vroege paasmorgen zet het kruis van Jezus in een bijzonder licht. De dood is niet het einde. In Jezus dood is de dood gestorven en de macht van de zonde gebroken. Nu vangt het nieuwe leven aan. Een nieuw begin is mogelijk. Een toekomst vol van hoop voor ieder die gelooft.

Weet u wat ik zo mooi vind? Dat het wonder van de paasmorgen al doorklinkt in de belijdenis van de Romeinse hoofdman. Hij zegt: ‘Deze mens, deze lijdende mensen, deze mens die gekruisigd werd, is werkelijk de Zoon van God.’ Hij is degene die ons verlost en een nieuwe toekomst voor ons opent.

Broeders en zusters, wat is het belangrijk dat wij ons aan Jezus toe vertrouwen. Dat wij geloven dat Hij ook voor ons de weg van het kruis is gegaan. Laat al uw ja-maar’s maar varen en erken Jezus als uw Heer en Heiland!

Ik las over een groep mannen op expeditie in ondergrondse grotten en spelonken. Ze waren goed getraind en kenden er de weg. Als ze na vele uren ondergronds te zijn geweest, besluiten om weer naar buiten te gaan, komen ze in een spelonk waar ze nog niet eerder zijn geweest. De spelonk staat onder water en is te diep om door heen te waden. De expeditieleider is een ervaren man. Hij is ervan overtuigd dat er een weg is dwars door deze onbekende spelonk heen. Dat aan de andere kant van dit diepe donkere water de tunnel verder loopt en hen naar boven zal leiden.

Niemand is deze weg ooit eerder gegaan. De expeditieleider vraagt zijn team hem hierin te vertrouwen. Maar daar voelen ze maar weinig voor. Op geen enkele kaart is deze route terug te vinden. De kans is levensgroot dat zij zich in dat donkere diepe water begeven en daar als ratten in verdrinken. Sommigen worden boos: waar haal je het recht vandaan om de hele groep aan zulke grote risico’s bloot te stellen? Alleen omdat jij het idee hebt dat er een nieuwe onbekende route zou kunnen zijn?

De expeditieleider beseft dat er maar een ding op zit. Hij zal zelf als eerste deze weg dwars door het water gaan. Hij zal zelf de weg vinden en uitproberen en dan terugkomen en de anderen met zich meenemen. Als hij het water ingaat is een deel van de groep gespannen en stil. Anderen die echt tegen het hele plan blijven lachten hem schamper uit: je overschat jezelf, je hebt het te hoog in de bol. Dit leidt nergens toe. Of je komt als een verzopen kat terug en maakt jezelf volslagen belachelijk. Of je verdwijnt in het water en komt helemaal nooit meer boven.

De expeditieleider laat zich niet afschrikken, hij begeeft zich helemaal alleen in het donkere duistere water en even later is hij uit het zicht verdwenen. Pas na drie uur is hij weer terug bij zijn team. Hij heeft inderdaad aan de andere zijde de terugweg gevonden. En heeft uiteindelijk de hele groep met zich meegenomen, inclusief de mopperaars en criticasters.

Dat is wat Jezus heeft gedaan. Hij trok verlaten van alles en iedereen het donkere diepe water van de dood in en baande zo de weg naar het leven.

En nu worden wij uitgenodigd, aangespoord, om te geloven, te vertrouwen, dat Jezus die weg ook voor ons heeft gebaand. Dat door het geloof, wij ook in het nieuwe leven mogen delen. Het leven door Zijn dood bereid.

Zullen we instemmen met die prachtige belijdenis van de hoofdman: ‘Werkelijk deze mens was Gods Zoon’. Hij is de Heer van mijn leven. Zo is Golgotha voor wie gelooft een plek van licht en leven, dank zij Jezus, amen!