Verwachting

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Verwachting
Loading
/
Schriftlezing: Jesaja 9:1-5 - Lucas 1:26-38; 39-45 - Lucas 2:1-7
Datum: 16 december 2020
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Verwachting



Loading





/

1. Lockdown – moed verliezen

Gisteren, de dag nadat premier Rutte ons als volk had toegesproken, lazen we aan tafel uit klaagliederen. De dagtekst voor die dag kwam uit hoofdstuk 3. Een vers sprong er die morgen voor mij uit en dat was dit vers: ‘Goed is de Heere voor wie Hem verwacht, voor de ziel die Hem zoekt’. Dat woord dat raakte me. De dichter schrijft dat in een hele moeilijke situatie, als Jeruzalem verwoest is en het land in puin ligt. Er is op dat moment geen enkele verwachting dat het goed zal komen. En dan klinken de woorden: ‘Goed is de Heere voor wie Hem verwacht’. De dichter blijft niet hangen in de omstandigheden, maar richt zijn blik op God.

Dat woord raakte me, omdat ik soms ook de neiging heb naar de omstandigheden te kijken. Zeker nu. Misschien herkent u dat ook wel. Nieuwe maatregelen. Het land helemaal op slot. Vijf weken lang. Scholen dicht. Veel winkels ook. En we waren al zo beperkt in wat we konden doen en wie we konden ontmoeten. En juist nu met de kerstdagen in het vooruitzicht opnieuw zoveel beperkingen. Ik merk bij mezelf en ook bij anderen een zekere vermoeidheid. Nee he, niet weer. Hoe lang gaat dit duren. Wanneer zal het onheil van het virus nu eindelijk voorbij gaan?

Tegelijk weten we natuurlijk ook, dat we als gelovigen niet in de somberheid moeten blijven hangen. We hebben de Heere God toch? We weten toch van Zijn beloften? Hij laat toch niet los wat zijn hand begon? Hoe vaak hebben we dat al wel niet gehoord?

En toch is er die neiging om telkens weer naar de omstandigheden te kijken. En voordat we het doorhebben raken de hoop en de verwachting naar de achtergrond. En verliezen we de moed.

2. Israël – zonder verwachting

Kijken naar de omstandigheden. Leven in een moeilijke tijd. Dat overkwam ook het volk Israël. De profeet Jesaja spreekt daarover in zijn indrukwekkende profetie. Het volk wandelt in duisternis. Het woont in het land van de schaduw van de dood. Donkere wolken pakken zich samen boven het land. Pekach, de koning van Israël, en Rezin, de koning van Syrië, zijn tegen Achaz, de koning van Juda, opgetrokken. De legers naderen Jeruzalem. De soldatenlaarzen stampen dreunend. Het onheil staat voor de deur. De stad dreigt op slot te gaan. Met alle gevolgen van dien. Er zullen tekorten zijn. Ziektes kunnen uitbreken. De mensen kunnen geen kant op. Ze zullen woedend worden. Ze zullen de koning en God vervloeken, lezen we aan het slot van Jesaja 8. Men zal de blik omhoog richten, maar er zal benauwdheid zijn en duisternis. Geen hoop en geen verwachting. Om moedeloos van te worden.

3. De aankondiging

Maar dan klinkt daar in die donkere nacht opeens een luide stem. God spreekt bij monde van de profeet Jesaja: ‘Het volk dat in duisternis wandelt, zal licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen’ Er zal weer blijdschap komen. De machten die het volk belagen zullen verbroken worden. Het onheil dat het volk omringde zal voorbijgaan. ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’

Midden in de donkere tijd begint God te spreken. Als er bij mensen geen verwachting meer is. Als alle hoop is vervlogen. Dan is daar God. Dat is de Heere ten voeten uit. Wanneer bij ons alle seinen op rood staan, open Hij een nieuwe weg. Het onheil moet het afleggen tegen het Kind dat geboren zal worden. Onheil heeft alleen een verleden, maar geen toekomst. De toekomst is van God. Een kind is ons geboren. Een kind. Dat is een volstrekt nieuw begin. Nieuwe kansen. Een schone lei. Zo tekent Jesaja God: in een kind zal God een nieuw begin maken. Het kind zal licht brengen in de duisternis. Dit kind zal de wereld hoop geven.

Een Kind! Wie goed naar Jesaja luistert, hoort de apostelen al verkondigen: dit Kind is gekomen. Men noemt zijn naam Jezus. Immanuël: God is met ons. In Hem is God gekomen om de machten die deze wereld gevangen houden te verbreken. Dit Kind is de strijd aangegaan met het virus van de zonde, met de macht van de dood en de duivel. Geen macht ter wereld was tegen Hem bestand. Het kruis van Golgotha bleek de plek te zijn waar Jezus de overwinning behaalde. Het graf kon de Vredevorst niet houden. Jezus stond op uit de dood, Hij is de Levende.

Ik weet, dit gaat allemaal boven het visioen van Jesaja uit. Het volk moet het doen met de belofte. Maar die belofte is vast en zeker. Want God zelf heeft gesproken. Hij heeft in de duisternis het licht aangedaan. Een licht dat nooit meer dooft.

4. Leven met een belofte

Nu besef ik goed, dat leven met een belofte niet gemakkelijk is. Kijk, wanneer iemand je iets beloofd, dan kijk je daar naar uit. Als met een verjaardag of een jubileum. Je telt de dagen af. Je ziet er naar uit om mensen te ontmoeten. Om dankbaar het feest te vieren. Maar als iets wat beloofd is, uitblijft; als je door omstandigheden het feest niet kan meevieren; als je zoals nu geen mensen kunt ontmoeten of naar de kerk kunt gaan. Dat is het niet eenvoudig om vol te blijven houden. Geloven in je eentje is gewoon zwaar. Verwachtingsvolle momenten, beloften, ook die van God, kunnen zomaar hun glans verliezen. De donkere dagen voor kerst kunnen zomaar sombere dagen voor ons worden.

Maar, zoals Jesaja toen namens God mocht spreken, mag ik vanmiddag tot u en jou het woord richten. Een woord van hoop. Ik wil u wijzen op het slot van de profetie. In het bijzonder op de namen die het Kind meekrijgt. Deze namen hebben een rijke inhoud. Want als je goed luistert, geven ze antwoord op de vragen die bij ons leven. Vragen die nu u ouder bent geworden, misschien wel sterker op u af komen. Hoe zal het gaan met de toekomst? Wat zal er met mijn leven gebeuren en met mijn kinderen en kleinkinderen? Hoe zal het gaan met de kerk en met deze wereld?

5. De namen van het Kind

Vier namen krijgt het Kind. En in elke naam ligt een kostbare zegen. Jezus wordt genoemd

a. de wonderlijke Raadsman.

Wie van ons is niet om raad verlegen. Het leven kan soms zo ingewikkeld zijn. Goede keuzes maken is vaak niet eenvoudig. We vragen mensen advies, zoeken in boeken, kijken op internet. Maar God nodigt ons uit om Jezus bij ons leven te betrekken. Hij geeft raad. Door Zijn Geest. Op een wonderlijke manier. Deuren die opengaan. Moed die je ontvangt om knopen door te hakken. Wijsheid om een nieuwe weg in te slaan. Jezus is de beste raadsman die je je maar kunt voorstellen.

b. de sterke God.

Het leven vraagt vaak veel van ons. Soms te veel. Onze ziel kan soms zo vermoeid zijn en mat. Maar dit Kind is tegelijk de sterke God. Zijn handen zijn er om ons te dragen. Hij laat niet los wat Zijn hand begon. Hij weet raad met onze matheid en onze zwakheid. Want Hij is de sterke God.

c. de Eeuwige Vader.

Ook zo’n bijzondere naam. Misschien ben je wel alleen, misschien voelt u zich eenzaam. Dan is dit een adventswoord voor U. Jezus brengt ons in contact met de eeuwige God, die een Vader voor ons wil zijn. Een Vader die niets liever wil dan ons aan Zijn hart drukken. Wij hebben als ouders onze gebreken enbeperkingen. Maar deze God is de beste Vader van heel de wereld. Hij kent ons. Als we verbonden zijn met Jezus, is Hij tot in alle eeuwigheid onze Vader in de hemel.

d. de Vredevorst.

Een prachtige naam. In een tijd waarin er veel verwarring is en onrust, een tijd die hunkert naar echte vrede, is Jezus gekomen als de vredevorst. Vrede op aarde begint niet op wereldniveau, maar in ons hart. Zoals de kerkvader Augustinus zei: ‘onrustig is ons hart, totdat het rust vind in U o God.’ Daar begint het. Jezus is gekomen om het virus van de zonde aan te pakken. Zonde, die bittere wortel, die onder al onze onrust zit. Zonde, dat we God niet naar waarde schatten. Dat we ons zo vaak door Hem niet laten gezeggen.

Daarvoor is dit Kind gekomen. Om de angel van de zonde te breken, door verzoening te doen voor onze schuld. Hij kwam om ons vrede te schenken. Vrede met God.

Met Kerst strekt God zijn handen uit naar ons. Laat je met Mij verzoenen. Wie gehoor geeft, ontvangt vrede. Een vrede die zo sterk is, dat je midden in de stormen van je leven, toch rust kunt hebben. Jezus is de vredevorst. Door Zijn Geest helpt Hij ons om vanuit de vrede met God, die we ontvangen in de weg van geloof, ook zelf vredestichters te zijn.

6. Goed is de Heer voor wie Hem verwacht

Een prachtige profetie. Een bijzonder woord van hoop voor deze dagen van Advent. Ik keer nog even terug naar het begin, die tekst uit klaagliederen: ‘Goed is de Heere voor wie Hem verwacht, voor de ziel die Hem zoekt’.

Dat is een woord dat met ons mee mag gaan vandaag en in de dagen die komen. Goed is de Heer voor wie Hem verwacht. Verwachten dat is uitkijken naar. Met verlangen. Soms ook met lege handen. De toekomst is voor ons onzeker. Maar wie de Heere verwachten, zullen hun kracht vernieuwen. Wie uitziet naar de Heere, zal merken dat Hij ons het goede niet zal onthouden. Want een Kind is ons geboren en Zijn naam is Jezus. Immanuël. God met ons.

Ik wens u allen Gods zegen toe, in de kostbare naam van Jezus. Amen.