In de volheid van de tijd

Toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit …  opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen … die roepen: Abba, Vader! (Galaten 4:4-6)

Ik weet niet hoe u vanmorgen wakker bent geworden. Maar de kans is groot dat u gewekt werd, door dat er iets naast uw hoofd begon te rinkelen of te piepen. U had de wekker gezet. Of de thuiszorg belde aan. Zo gaat dat als het tijd is om op te staan. Een wekker gaat af op een bepaalde tijd. De tijd die je had ingesteld.

Dat is het beeld dat de apostel Paulus hier in Galaten 4 gebruikt. Hij zegt namelijk: ‘toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden’. De volheid van de tijd. Dat is zoiets als een wekker. Het is tijd. Nu is het zo ver. Nu moet je wakker worden en opstaan.

Dat de tijd vol wordt… zo beleven wij dat meestal niet. Eerder het tegendeel. De tijd gaat voorbij. Als je jong bent denk je dat het nooit ophoudt. Maar als je ouder wordt, dan weet je wel beter. De tijd glipt zo door je vingers. Je leven loopt langzaam leeg, als een fietsband. Je zou alles wat je hebt willen vasthouden, maar dat lukt niet, hoezeer we dat ook wensen.

De tekst spreekt over een tijd die vol wordt. Dat is een heel andere kijk op de tijd. Volheid, wil zeggen dat het ergens naar toe gaat. Dat het beste nog komt. Iets waarop je je kunt verheugen. Zoals mensen uitzien naar de viering van hun 40 of 50 jarig huwelijk. Of naar de dag van hun verjaardag. Nog zoveel dagen en dan…

Toen de volheid van de tijd gekomen is, heeft God zijn Zoon gezonden. Jezus is dus niet zomaar geboren op een willekeurig moment in de geschiedenis. Nee, de tijd moest er rijp voor worden. God zette de wekker en bepaalde de tijd dat Jezus geboren zou worden.

Achter zijn geboorte in Bethlehem zit een doel. Jezus komt om ons vrij te maken van de slavernij aan onszelf. Ons leven cirkelt bewust of onbewust vaak om onze eigen verlangens en plannen. We zijn daar vaak zo druk mee bezig, dat we vergeten wat onze bestemming is. God zendt zijn Zoon opdat wij de aanneming tot kinderen zouden verkrijgen. Jezus wordt geboren met Kerst om ons tot kinderen van de Vader te maken. Hij komt en draagt onze zonde. Hij breekt de macht van de duivel en de dood. De geboorte van Jezus is het begin van het grote tegenoffensief van God. Hier op aarde leven velen in de schaduw van de dood, zonder hoop en zonder toekomst. God is buiten beeld geraakt.

Er zijn heel veel problemen in de wereld waarin wij leven. Op allerlei terreinen is er crisis. Economisch. Politiek. Ecologisch. Etc. Maar het grootste probleem is, dat velen zonder Vader leven. Ze zijn verweesd en aan zichzelf overgeleverd. De verloren Vader. Zou dat niet de reden zijn, dat zovelen leven met angst en zo gauw uit het lood zijn geslagen? Omdat ze denken dat er Niemand is die voor hen zorgt?

Het wonder van het Kerstfeest is dat God Zijn Zoon heeft gestuurd. Zo Vader, zo Zoon. Wie Jezus leert kennen, leert ook de Vader kennen. De Vader die niets liever wil, dan dat wij Zijn kinderen zijn. Kinderen die met Hem omgaan als hun Abba, hun Vader.

Met het Kerstfeest worden wij uitgenodigd, in zang en lied, in Woord en prediking, om de uitgestoken hand van God te aanvaarden. Wij worden opgeroepen te geloven dat in het Kind Jezus God naar ons heeft omgezien en ons wil aannemen tot Zijn kind.

In de volheid van de tijd zond God Zijn Zoon om ons tot zonen en dochters van Hem te maken. Ik hoop en bid dat deze dagen ons dichter hebben gebracht bij het geheim van het Kerstfeest: dat God naar ons heeft omgezien in de persoon van Jezus. Wat mooi als onze reactie daarop, voor het eerst of opnieuw, zou zijn: Abba, Vader, U, alleen behoor ik toe.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *